maandag 31 december 2018

Kerstvakantiebericht II


Onthoud van het oude jaar
alleen de beste dagen

En spring met nieuwe moed
het onbekende tegemoet


Bron: Pixabay.com


(volgende week, in het nieuwe jaar, weer een nieuw bericht. Geniet van de oliebollen en een heel fijne Oud en Nieuw iedereen!)

maandag 24 december 2018

Kerstavakantiebericht I: goede antwoorden en cadeautje!


Nog een dagje tot kerst en jullie krijgen vandaag de goede antwoorden bij mijn kerstquiz (althans de ingekorte versie die hier vorige week en de week daarvoor te vinden was). Komt 'ie:

Vraag 1 
In de Victoriaanse tijd kregen alleen kinderen uit welgestelde gezinnen snoep, en dan nog alleen bij bijzondere gelegenheden zoals Kerst. Wat was een populair Engels Victoriaanse snoepje?

Het juiste antwoord was: B. Kelly-in-a-coffin. Bizarre mensen, die Victorianen…

Vraag 2
Al tussen 1837 en 1901, de tijd waarin de Engelse koningin Victoria leefde, gaf men elkaar kleine cadeautjes met kerst. Zelfgemaakte cadeaus, waar men vaak het hele jaar mee bezig was geweest. De Victorianen legden deze echter niet onder de boom, ze deden er iets anders mee. Wat?

A. Ze hingen ze in de kerstboom. Bij het waanzinnig leuke blog myinnervictorian.nl kun je een tutorial vinden om zelf het soort zakjes te maken die de Victorianen hiervoor gebruikten. (sowieso het bekijken waard, dat blog.)

Vraag 3
Hoe heet de kerstmarkt die jaarlijks in het prachtige historische stadje York wordt georganiseerd?

Dat is C. Saint Nicholas Fair.

Vraag 4
De Italiaanse 'kerstman' wordt Bafana genoemd en ziet er heel anders uit dan de gezellige dikkerd die wij dankzij Coca Cola voor ons zien als we aan een kerstman denken. Hoe ziet deze kerstfiguur in Italië er uit?

Het juiste antwoord hierbij is: A. gekleed in het zwart, rijdend op een bezemsteel. Bafana is namelijk een oud vrouwtje, die rond kerst op haar bezem langs komt om schoenen van kinderen te vullen met lekkers. Ze is zo netjes, dat ze bij het weggaan nog even de vloer veegt. (In mijn huis geen overbodige luxe, dus Bafana mag ook best eens op visite in het noorden.)

Bron: Pixabay.com


Vraag 5
Vanaf de middeleeuwen tot ver in de achttiende eeuw werd in Engeland soms iets voor het raam gehangen, als bescherming tegen de heksen waar mensen toen bang voor waren. Wat hingen ze op?

Het goede antwoord op deze vraag is gelukkig niet B, maar C, een glazen bal, die Witch's ball werd genoemd. De redenering erachter was dat heksen of geen reflectie zouden hebben in de bal, en daarmee makkelijk te herkennen en te ontmaskeren, of dat heksen het vervormde spiegelbeeld zo onprettig zouden vinden dat ze weg zouden blijven van het huis. Er zijn verhalen dat de moderne kerstbal uit deze witch's ball is ontstaan.

Vraag 6
Welk eeuwenoud volksgeloof zorgt ervoor dat op sommige plekken op de waddeneilanden, in Friesland, Drenthe en Twente soms alle spullen die in de Oud en nieuw nacht buiten in de tuin staan worden meegenomen? 

Ik betwijfel of de mensen die dit, bij wijze van ludieke oudjaarsactie, nu nog doen weten waar het gebruik uit voort komt, maar dat komt door het verhaal van C: Derk-met-de-beer. Dit is namelijk een wezen uit oude noordelijke mythes die naar verluidt de behoefte had om spullen te vernielen. Mensen die in de kerstnacht niet al hun gereedschap achter slot en grendel hadden, liepen het risico dat Derk-met-de-beer 's nachts langs zou komen om dit te vernielen, vuil te maken of te verstoppen. 

Vraag 7
De kerststol, die in Duitsland ontstond en later in Nederland populair werd (en nog steeds gegeten wordt) heeft een specifieke vorm. Wat stelt deze vorm voor?

Het goede antwoord op deze vraag is B, het kindje Jezus. Het lekkere kerstbrood heeft de geabstraheerde vorm van het in doeken gewikkelde kerstkind. Kijk maar eens goed!

Vraag 8
Een typisch Engels kerstgerecht is de mince pie. Mince betekent hakken en het is dan ook een taartje met een knapperige korst en een (mierzoete) vulling van minuscuul gesneden (gehakte) gedroogd fruit en noten. 

Oorspronkelijk, tot aan 150 tot 100 jaar geleden hadden deze taartjes echter een andere vulling. Wat was die vulling. Dat was onder andere:

A. appel, varkensvet, rundvlees, kaneel, cognac en suiker. Al vanaf de tijd van de Tudors vond men het lekker om zoet en hartig te combineren; vlees en specerijen met fruit en suiker. Tegenwoordig hebben we een heel ander palet en vinden we dit niet zo lekker; een rare combinatie. Zo bleef uiteindelijk alleen het zoete uit dit soort taartjes over. Met drank, dat vaak nog wel. 


Rest mij alleen nog mijn kerstcadeautje voor jullie. Een beetje spannend, want ik ben niet de beste zangeres. En natuurlijk is de still van het filmpje precies dat moment waarop ik mijn ogen dicht en mijn mond open heb (mijn karakterpose op 90% van de foto's waar ik op sta. Niet de charmantste, zeg maar.) Maar omdat dit lied voor mij de 'spirit of Christmas' raakt en omdat ik dit elk jaar in de les zing ter afsluiting van het prachtige Christmas Carol verhaal deel ik het toch. En nog wel in Victoriaans kostuum! (En dat doe ik in de klas dan weer niet.) (Althans, normaliter niet. Dit jaar, op verzoek van sommige leerlingen wel. Weet niet of ik dat experiment volgend jaar doorzet. Voelt tikje ongemakkelijk, als enige in kostuum, lopend door een drukke middelbare school...)

Dat u Merry moge zijn, gentlemen. And ladies.



Merry Christmas allemaal!

maandag 17 december 2018

Kerstquiz deel twee


Zoals vorige week beloofd gaan we deze week vrolijk verder met Juf Jolanda's kerstige quiz. Niet voor een prijs of een beloning, maar gewoon voor de leuk. Een beetje Engels, een beetje geschiedenis en een heleboel kerst, what's not to like? ;-) 

Na de eerste ronde volgt vandaag uiteraard…

Ronde twee, met vragen in de categorie kerstman

3. Hoe heet de kerstmarkt die jaarlijks in het prachtige historische stadje York wordt georganiseerd?

A. Christmas Fayre
B. Father Christmas Fair
C. Saint Nicholas Fair

4. De Italiaanse 'kerstman' wordt Bafana genoemd en ziet er heel anders uit dan de gezellige dikkerd die wij dankzij Coca Cola voor ons zien als we aan een kerstman denken. Hoe ziet deze kerstfiguur in Italië er uit?

A. gekleed in het zwart, rijdend op een bezemsteel.
B. gekleed in het wit, rijdend op een eenhoorn.
C. gekleed in groene kleren, zittend op een grote rat.

Ronde drie, categorie (kerst)folklore

5. Vanaf de middeleeuwen tot ver in de achttiende eeuw werd in Engeland soms iets voor het raam gehangen, als bescherming tegen de heksen waar mensen toen bang voor waren. Wat hingen ze op?

A. Een hoefijzer.
B. Een dode kat.
C. Een glazen bal.

6. Welk eeuwenoud volksgeloof zorgt ervoor dat op sommige plekken op de waddeneilanden, in Friesland, Drenthe en Twente soms alle spullen die in de Oud en nieuw nacht buiten in de tuin staan worden meegenomen? Komt dat door het verhaal van:

A. Piet-met-de-pet
B. Jan-met-de-geit
C. Derk-met-de-beer

Bron: Pixabay.com


Als laatste vraag vier, categorie kersteten en drinken

7. De kerststol, die in Duitsland ontstond en later in Nederland populair werd (en nog steeds gegeten werd) heeft een specifieke vorm. Wat stelt deze vorm voor?

A. Een doormidden gesneden kruis
B. Het kindje Jezus
C. Een platgedrukte kerstbal

8. Een typisch Engels kerstgerecht is de mince pie. Mince betekent hakken en het is dan ook een taartje met een knapperige korst en een (mierzoete) vulling van minuscuul gesneden (gehakte) gedroogd fruit en noten. Oorspronkelijk, tot aan 150 tot 100 jaar geleden hadden deze taartjes echter een andere vulling. Wat was die vulling? Dat was onder andere:

A. appel, varkensvet, rundvlees, kaneel, cognac en suiker
B. vis, oesters, uien, aardappel en wortelen
C. gedroogd fruit, duif, peterselie, peper en rum

Tot zover het ingekorte kleine broertje van de quiz die ik eind deze week hoop te doen met een aantal van mijn klassen. Ik ben erg benieuwd hoe mijn leerlingen het gaan doen, maar ook naar de ervaring van mijn bloglezers. Volgende week zal ik hier de juiste antwoorden met jullie delen. Het zou super zijn als iemand (hier of op de Juf Jolanda facebookpagina) dan een reactie zou achterlaten. 

Ik zal dan ook een cadeautje hier plaatsen, iets waar ik nu nog niet teveel over zal zeggen, behalve dan dat ik het best spannend vind. 

Tot dan!

donderdag 13 december 2018

Rerun: Liefdevol lesgeven


Nu ik op dit blog los ben gegaan met Kerst is het in de donderdagherhaling ook tijd geworden voor een kerstmissig stuk. Liefde, vrede en welbehagen, je kent het riedeltje wel.

Ze zeggen weleens dat als je aardig wilt worden gevonden, je niet het onderwijs in moet gaan. Nu zit hier best een kern van waarheid in, hoor, maar voor mij klopt het niet helemaal. Kijk, als er kwesties zijn waar ik over ga, dan beslis ik. Ik heb de leiding in de klas, ik bepaal hoe dingen gaan. Ik hou van overleg maar uiteindelijk ben ik de baas. Ik ben niet bang om soms te besluiten tot zaken waar niet iedereen van mijn leerlingen het mee eens is. Soms zelfs geeneen. Maar ik vind een goede sfeer in de klas heel erg belangrijk. Soms misschien wel belangrijker dan orde houden. Hoorde je dit nu goed? Ja.

Goede sfeer
Natuurlijk is orde in de klas een belangrijke voorwaarde om tot leren te komen. Ik creëer dit soort momenten zorgvuldig, in bijna elke les is er wel een moment waarin elke leerling in doodse stilte aan het werk is. Heerlijk, de rust die dan in de klas neerdaalt! Maar dit is niet altijd zo. Sterker nog, vaak is het bij mij in de klas een beetje rommelig, een gezellige bende zou je het kunnen noemen. Ik bepaal wanneer deze momenten zijn en ik bepaal ook wanneer het stopt, maar voor de rest laat ik het zo, omdat ik merk dat als leerlingen zich goed voelen, ze ook eerder iets leren. Ik ben wat dat betreft geen strenge juf.

Aardig
Dit zorgt ervoor dat veel van mijn leerlingen mij aardig vinden. Plezierig vanwege bovenstaande reden, maar geen hoofddoel. Omgekeerd vind ik eigenlijk (bijna) al mijn leerlingen aardig. Iedereen? Ja, hoe raar het ook klinkt. Ik werk niet voor niets in het onderwijs. Ik ben sowieso geïnteresseerd in mensen, wat hun leeftijd ook is, maar jonge mensen tussen de twaalf en achttien hebben iets bijzonders. Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten, talenten, gaven, en aan elke leerling kan ik wel iets moois, iets eigens ontdekken. 

Bron: Pixabay.com



Lukt het me niet om dat te vinden, is het vooral een motivatie om door te blijven zoeken. Is het nu een en al hosanna en hippie onderwijs bij mij in de klas? Neen. Ik ben zelf immers slechts een mensch, eentje met pms bovendien en heel soms komt het voor dat het niet klikt met een leerling. Meestal zet ik dan door en besteed dan extra aandacht aan diegene. Ik ben gelukkig wel dusdanig professioneel dat de desbetreffende puber er zelf niets van merkt. Negen van de tien keer zorgt de extra aandacht er trouwens voor dat er vanzelf een soort verbinding ontstaat. Die tiende keer blijft de leerling een mysterie voor mij en blijft het niet klikken. Maar waar ik inmiddels honderden leerlingen, wellicht misschien wel tegen de duizend, heb les gegeven is het aantal leerlingen met wie ik echt niets had op 1 hand te tellen. Best een goed gemiddelde vind ik. Uiteindelijk komt het erop neer dat ik probeer om liefdevol les te geven. Grote woorden en ook behoorlijk hippie de pippie, maar het zou wat. Ik hou van (bijna) al mijn leerlingen. En voor die ene schreef ik onlangs een klein versje.

Voor die ene dromende leerling.

Bron: Pixabay.com


Op een dag, zo dacht zij,
terwijl ze dapper doorzette zoals ze dat al zo dikwijls had gedaan,
op een dag dan zal ik zingend stralend naast de sterren staan.

Ze zette dus door

ze ploeterde en probeerde
ze zag haar kansen schoon
ze wikte en ze woog
ze droomde en ze droomde

en op een dag


           deed ze het gewoon.



(en aankomende maandag volgt de kerstquiz deel twee! Doe jij al mee?)

maandag 10 december 2018

Kerstquiz Deel een


Ik heb vorig jaar iets verteld over de lessen die ik rond adventtijd geef: ingetogen lessen waarbij we steeds meer naar binnen keren naarmate de dagen korter worden. In de laatste week voor de vakantie geef ik lessen die aansluiten bij kerst; filmpjes over liefde en vriendelijkheid, lieve kerstige liedjes. De laatste les voor de vakantie volgt dan altijd het laatste deel van het Scroogeverhaal, nog wat filmpjes of liedjes en tot slot trakteer ik op een kerstkoekje. Ik vind deze lessen zo heerlijk om te geven. We worden samen rustiger, het tempo wordt lager en de focus op fijne, lieve dingen zijn een soort lichtje in de decemberse duisternis.

Kerstige quiz
Dit jaar ga ik iets nieuws uitproberen; de kerstquiz. Niet een quiz die gespeeld wordt om het winnen, maar gewoon om het meedoen. Uiteindelijk wint iedereen toch dat kerstkoekje, en wil ik iets meegeven van de geschiedenis en traditie rondom kerst. 

Dit komt een beetje omdat ik dol ben op kennisquizzen. Om mee te doen (zo vroeg ik dit jaar aan mijn BFF een pubquiz voor mijn verjaardag. Kan het iedereen aanraden trouwens. Weet je niet wat je moet vragen als cadeau voor verjaardag, sinterklaas of kerst, verzin dan iets wat je graag zou doen en vraag dit aan iemand met wie je dit graag zou doen. Levert minder spullen op, maar wel meer fijne herinneringen) maar ook om zelf te maken. 

Victoriana
Geïnspireerd door de BBC History magazine podcast jaarlijkse geschiedenisquiz vermoeide/trakteerde ik mijn gezin vorige kerst op een kerstquiz. Ik wilde namelijk een kerst op z'n Victoriaans; eentje waarbij geen TV gekeken wordt maar we zelf spelletjes doen en elkaar vermaken. Dit beviel mij zo goed (de rest van het gezin gelukkig ook) dat we besloten hebben om er een jaarlijkse traditie van te maken.

Recycling is my middle name
Omdat ik een fan ben van hergebruik ga ik dit jaar met mijn klassen dezelfde quiz doen als vorig jaar met mijn gezin. Wel in het Engels natuurlijk, want de doeltaal is de voertaal, zo hoort dat. Mochten jullie nu ook van quizzen houden, of je wilt weleens weten hoe zo'n quiz bij mij in de klas er uit ziet, dan heb je mazzel. Je kunt namelijk meedoen!

Bron: Pixabay.com


Ronde een
Gewoon voor de leuk en om te kijken hoeveel kennis jij hebt kun je deze en volgende week een paar vragen van mijn kerstquiz beantwoorden. Op 24 december krijg je van mij de goede antwoorden en een (best speciaal) kerstcadeautje. Doe je mee? Mooi. Gaan we.

Deze eerste ronde krijg je twee vragen in de categorie Victoriaanse kerst!

Vraag 1
In de Victoriaanse tijd kregen alleen kinderen uit welgestelde gezinnen snoep, en dan nog alleen bij bijzondere gelegenheden zoals Kerst. Wat was een populair Engels Victoriaanse snoepje?

A. Een suikerbaby (figuurtje van suiker) in een klein doosje die Kelly-in-a-tiny-box (Kelly in een klein doosje) werd genoemd.
B. Een suikerbaby in een klein doodskistje, die Kelly-in-a-coffin (Kelly in een doodskist) werd genoemd.
C. Een suikerbaby op een klein kussentje, die Kelly-on-a-pillow (Kelly op een kussentje) werd genoemd.

Vraag 2
Al tussen 1837 en 1901, de tijd waarin de Engelse koningin Victoria leefde, gaf men elkaar kleine cadeautjes met kerst. Zelfgemaakte cadeaus, waar men vaak het hele jaar mee bezig was geweest. De Victorianen legden deze echter niet onder de boom, ze deden er iets anders mee. Wat?

A. Ze hingen ze in de kerstboom.
B. Ze stopten ze in een kous die boven de schoorsteen hing.
C. Ze verstopten ze in huis.

Voor vandaag laten we het hier even bij, volgende week ronde twee, drie en vier. Ik heb er nu al zin in! 

donderdag 29 november 2018

Rerun: Saint Nicholas, sinterklaas vieren in de Engelse les


In de rerun vandaag een bericht waar ik vorig jaar veel positieve reacties op kreeg. Niet zo raar misschien, want ik word er zelf ook blij van; een van mijn favoriete lessen van het jaar. 


Naar aanleiding van een verzoek van een trouwe lezer vandaag - zoals eerder beloofd- een stukje over wat ik tijdens de Engelse les doe om Sinterklaas te vieren. 

Tijdens mijn sinterklaasles noem ik het woord sinterklaas zeker niet. Nee, ik leg uit dat we deze hele les bezig gaan met het uitbreiden en ontwikkelen van hun woordenschat. Dit is namelijk heel belangrijk. (En dat is ook zo, maar in deze les gebruik ik het als vermomming voor iets anders. Laten we het een didactische surprise noemen).

Bron: Pixabay.com


Ik begin met het woord 'nice' op het bord te schrijven en leg uit dat zelfs in hun examenjaar veel leerlingen tijdens hun mondelinge examen of bij het schrijven van een brief niet verder komen dan het woord nice, als vertaling van het woord leuk, om iets te beschrijven dat ze plezierig of fijn vonden. Even een hogerejaars leerling nadoen (met vet aardappelEngels accent, denk Ruud Lubbers die Engels spreekt) helpt de sfeer verhogen en doet de leerlingen inzien dat dit misschien niet de manier is. Samen maken we rondom het woord nice een woordspin met zoveel mogelijk Engelse bijvoeglijke naamwoorden die iets positiefs verwoorden. (denk: amazing, wonderful, awesome etc.) Dan gaan we klassikaal bijwoorden bedenken om de bijvoeglijke naamwoorden te versterken (really awesome bijvoorbeeld, of very wonderful of extremely amazing). Ik voeg aan het pipo-positivo woordenballet op het bord nog een paar complimenteuze Engelse uitdrukkingen toe en laat deze door de klas herhalen, denk hierbij aan iets als: (you are) the cat's whisters, (he is) the bee's knees of (she is) the cat's meow. 

Dan deel ik briefjes uit en laat ik elke leerling een zo uitgebreid mogelijk compliment opschrijven. Iets met zoveel mogelijk bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden, waarbij de opdracht is: wat voor compliment zou jijzelf graag willen krijgen? De leerlingen leveren de (anonieme) complimenten vervolgens bij mij in en ik lees ze allemaal even snel. Staat er iets onbehoorlijk in (wat gelukkig zelden zo is) dan moeten ze het overdoen. Iets onaardigs of schunnigs wordt niet getolereerd! Soms voeg ik zelf ook nog een paar toe. Ik stop alle dichtgevouwde briefjes in een zakje, zonder dat de leerlingen dat zien en zoek een pagina op internet op. Tijd om de surprise uit te pakken!

Want wat volgt nu? Een Engelse tekst op de muziek van het bekende liedje 'Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht.' Ik kondig aan dat we dit met z'n allen gaan zingen, want het is ten slotte (bijna) 5 december. Ondanks bedenkelijke blikken in het begin zingt de hele klas vrolijk mee met de tekst. En ik zelf natuurlijk ook. Leuk man!

Ik leg dan uit dat het oude principe nog steeds geldt: liedje zingen = cadeautje krijgen. Iedereen krijgt vandaag van Sinterklaas een compliment cadeau. Het zakje waar ik alle briefjes in deed is stiekem gewoon een jute (mini sinterklaas)zakje en hiermee ga ik langs alle leerlingen. Met in mijn andere hand een schaal met kruidnootjes en choconootjes, want zonder iets lekkers is het nog niet echt sinterklaas. Zo krijgt iedereen van een willekeurige klasgenoot een gemeend compliment en een paar kruidnootjes op de koop toe. Is dit uitgedeeld is de les voorbij en verlaat iedereen met een vrolijk gemoed de les: ze hebben iets gegeven, plezier gehad en iets gekregen. Precies waar Sinterklaas om draait volgens mij.

En ik? Ik verlaat aan het einde van een dag met zulke lessen met een blij rood hoofd de school: even heb ik Sinterklaas mogen zijn. :-) 


Ook dit jaar staat deze les weer op het programma, heb er nu al zin in! Aanstaande maandag kun je hier een update verwachten over hoe het nu met de burn out gaat, en de week erna begint de kerst lekker vroeg met de enige echte Juf Jolanda kerstquiz… Maar genieten jullie eerst nog even van alle Sinterklaas vrolijkheden? 

maandag 26 november 2018

Seksuele voorlichting


Ik had, tot ik in de dertig was, want ze werd ruim over de honderd, een overgrootmoeder. Deze beppe, geboren in 1908, had op vrij jonge leeftijd haar moeder verloren en bleef toen achter met een vader en een oudere broer die (zoals dat in de familie genoemd werd) 'niet helemaal honderd procent was'. Toen ze begin twintig werd moest ze trouwen omdat er een kind onderweg bleek te zijn. Zonder moeder en in een tijd van totaal andere moraal en gebruiken had zij nul komma nul aan seksuele voorlichting gehad en naarmate de zwangerschap vorderde werd zij ongeruster. Want ze wist dat ze in verwachting was, en dat het resultaat daarvan een baby zou worden, maar hoe dat kindje er uit moest? Ze had echt geen idee. Tot er - volgens mij- een buurvrouw was, die heel kort voor de bevalling plaatsvond aan mijn toch wel wat benauwde overgrootmoeder vertelde: 'Sa't it der yn gean is, sa giet it er ek wer ût…' (Zoals het er in gegaan is, zo gaat het er ook weer uit.) Toen pas wist mijn beppe (in elk geval een beetje) wat haar te wachten stond.

Tegenwoordig is dit wel anders. Al op de basisschool wordt er een begin gemaakt met seksuele voorlichting. Voor mijn gevoel een beetje vroeg en iets wat ik met mijn kinderen liever zelf eerst bespreek, maar wellicht juist goed om te doen voor het hele hormonencircus in alle hevigheid al is losgebarsten. Op de middelbare is de biologieles het aangewezen moment om het er nog eens over te hebben. Vrij specifieke tekeningen in het boek zijn al schaamroodopwekkend, maar het onvermijdelijke oefenen met condooms op een banaan of bezemsteel of ander uitsteeksel is natuurlijk helemaal hilarisch. Bij ons op school is er zelfs een neppiemel aanwezig, om een en ander goed te kunnen uitproberen. Stoer!

Ik kan me van mijn eigen middelbareschooltijd herinneren dat ik het behoorlijk confronterend vond om zo'n stinkend stukje plastic, en pleine publiek, over een banaan te moeten schuiven. Bah! Op mijn oude school vonden deze lessen trouwens niet plaats bij biologie, maar was het een aparte lessenserie binnen de mentorles. We hadden er van tevoren een briefje over gekregen waarbij onze ouders via een antwoordstrookje mochten aangeven hier tegen bezwaar te hebben. Bij ons in de klas was er een jongen wiens ouders dit hadden, en hij moest dan ook bij deze lessen het lokaal verlaten en in z'n eentje in de kantine gaan zitten. Hij was al niet heel populair, maar na deze lessen was zijn reputatie van lulletje rozenwater definitief gevestigd. Sneu vond ik toen, al is hij naar mijn weten er nooit in z'n gezicht mee gepest. Ik vraag me nu af of zijn ouders beseften in wat voor uitzonderingspositie ze hem plaatsten door bewaar te maken tegen een paar lesjes seksuele voorlichting.



Al weten kinderen tegenwoordig veel eerder hoe een en ander in zijn werk gaat, het blijft natuurlijk een spannend en ook gevoelig onderwerp. Ik probeer in mijn lessen altijd respect te tonen en vraag dit ook van de mensen in mijn klas. 'Homo' is geen scheldwoord, het is iets dat je bent. 'Neuken' is iets waar je zorgvuldig mee omgaat en niet zo bespreekt in de klas. Zeker niet in een Engelse les, en zeker niet in die woorden, op iets te luide toon. Stiekem vind ik het best aandoenlijk, zeker als je weet dat de stoerste jongens, met de grootste monden en grofste bewoordingen, eigenlijk net zo onzeker zijn over dat gegoochel met lichaamsdelen als elke andere tiener. Volwassen worden wordt je niet zomaar, en hoe hilarisch het ook is, denk ik dat het gepiel met die condooms, en vooral het bespreken van hoe je met seks om kunt gaan als het ooit eens zo ver is, kan helpen om een beetje sturing kan geven in de verwarring die de puberteit met zich mee brengt. 

Al blijf ik raar op kijken als ik in het biologiekabinet op zoek ben naar een pen om even snel iets op te schrijven en dan ineens een flinke plastic piemel tegenkom. 

donderdag 15 november 2018

Rerun: Niet het hoofd alleen III



Vandaag in de herhaling het laatste deel van mijn driedelige rant tegen zaken in het onderwijs waar ik fel op tegen ben. Deze stukken verschenen eerder in augustus en september 2017, maar zijn helaas actueler dan ooit. In de vorige twee blogs vertelde ik over hoe kinderen door beleidsmakers in het onderwijs gezien worden als niet meer dan cognitieve wezens. Lees even terug als je wilt weten hoe het zat, lees door om erachter te komen waarom juf Jolanda zich boos maakt...

Dat is het dus. Mensen hebben in de visie van onze overheid alleen waarde als ze economisch valide zijn. Je mag zo min mogelijk kosten en zoveel mogelijk opleveren. Dat begint bij kinderen en het onderwijs. Het hele wezen van het kind wordt niet gezien. Kinderen zijn rondwandelende hersenen die aangesproken en beoordeeld worden op hun cognitieve vaardigheden. De rest kan in de prullenbak. Onbelangrijk.

Leren en ontwikkelen
Ik zie dat zoals gezegd anders. Voor mij bestaat een mens uit denken, doen en gevoel. Heeft elk mens een hoofd, een hart, een lijf en zelfs een ziel. Kan een kind dingen bedenken, fantaseren, spelen, bewegen, dansen, ruzie maken en samenwerken. 

En van alles, alles leer je. Je leert lezen, schrijven, rekenen, biologie, aardrijkskunde, creatief denken, dingen maken, oplossingen bedenken, hoe je met mensen om kunt gaan, hoe je conflicten op kunt lossen, hoe je soms verdrietig mag zijn en boos, en hoe het is om fijne dingen met anderen te delen. Je kunt leren wat je leuk vind, wat je moeilijk vind, waar je passie en je talent liggen en waar je je nog in kunt ontwikkelen. Al die dingen kun je leren. Mits je wordt gezien zoals je bent. En je de ruimte krijgt om te doen wat jij nodig hebt om te kunnen groeien. Groeien op cognitief, sociaal, emotioneel, motorisch en spiritueel gebied.

Om een kind op alle niveaus te laten stralen – in het Engels to prosper of thrive: het voorspoedig te hebben- moet je het ook op alle niveaus aanspreken. Het is niet vreemd dat ik met deze levensvisie werk op een Vrijeschool. Vrijescholen zijn immers ontwikkelingsscholen, waarbij het onderwijs geen doel is, maar een middel om een kind zich te laten ontwikkelen tot wie hij of zij is. In het Vrijeschoolonderwijs leren kinderen door middel van hoofd, hart en handen. Waarbij alle drie de elementen even belangrijk zijn, zowel op de basisschool als het voortgezet onderwijs. Of je nu Vmbo-T doet, of Vwo. Ieder mens heeft immers een hoofd, een hart en over het algemeen ook handen.

Begrijp me goed. Ik ben niet tegen regulier onderwijs. Scholen doen hun uiterste best om er te zijn voor hun leerlingen en behalve denkstof ook creatieve, sociale en lichamelijke activiteiten aan te bieden. Maar doordat deze niet getoetst worden en in bredere zin genegeerd, raken deze dingen hoe langer hoe meer in de periferie. Meesters en juffen balen hier vaak het meest van. Vroeger was er veel meer ruimte voor tekenen en knutselen, nu mag je blij zijn met een uurtje 'creatief' per week. Frustrerend voor leraren die zien dat dit ten koste gaat van hun leerlingen.

Bron:Pixabay.com


Cito terreur
Ik persoonlijk vind het armoede, pure armoede, dat een cito toets alleen lezen, schrijven en rekenen toetst. En ik vind het een nog veel grotere armoede, grenzend aan misdadig, dat er zoveel belang wordt gehecht aan die cito toetsen. Ook door ouders, want de meeste zijn al net zozeer geindoctrineerd door de hersenen-op-benen gedachte. Leuk hoor, dat tekenen in periodeschriften, maar leren mijn kinderen wel genoeg? 

Wat die cito toetsen betreft, ik zal nooit vergeten dat ik op een informatieavond was op de basisschool waar mijn dochter net in groep zeven zat. Een enthousiaste meester vertelde over de quiz die hij elke week deed, de excursies in het bos vlakbij, de muziek die hij maakte met de kinderen, en tot slot zei hij, op vermoeide toon iets over de citotoets. Over dat dit moest, er nu eenmaal bij hoorde, maar dat het slechts een momentopname was, en dat volgend jaar de leraar van groep acht een advies zou geven op basis van zowel toetsen als het beeld dat de afgelopen acht jaar was ontstaan. Hij drukte ouders op hun hart om zich er niet druk over te maken, dat er niets extra's nodig was en dat ze vooral geen druk op hun kinderen moesten leggen, want al die nadruk op cito: het was gewoon niet nodig. Ik voelde me na dit verhaal gerustgesteld. Een meester naar mijn hart. Niet iedereen van de ouders deelde dit geloof ik, want toen na direct na dit verhaal de ouders vragen mochten stellen, was de eerste vraag die gesteld werd 'Eh ja, maar hoe kunnen we nu die cito thuis gaan oefenen? We hebben al bijles geregeld.' Zucht.


En nog steeds afvragen hoe het komt dat er steeds meer mensen zijn die op steeds jongere leeftijd al lijden onder een burn out?

zondag 11 november 2018

Periode geven en meer

Afgelopen week verscheen er op mijn blog geen nieuw bericht. Ik had graag willen schrijven over het geven van een periode, met name een geschiedenisperiode. Maar het geven van die periode, gecombineerd met de zorg waar ik in mijn vorige nieuwe bericht over vertelde, bleek opnieuw veel te weinig ruimte geven om even een blogje te kunnen schrijven.

De afgelopen week kregen wij op het zorg-gebied een behoorlijke heftige diagnose. Die hadden we uiteraard wel zien aankomen, maar is desalniettemin toch stevig aangekomen, omdat het betekent dat we nog heel lange tijd, waarschijnlijk zelfs de rest van ons leven, mantelzorgers blijven. De enorm intensieve zorg van de afgelopen weken/maanden zal langzamerhand wel iets afnemen, maar zal nog jaren blijven voortduren. En bovendien zal de zorg de komende weken/maanden maar heel langzaam afnemen in intensiviteit. In mijn zelfzorgplan had ik mezelf twee uurtjes per week bedeeld om te schrijven; een uurtje voor dit blog, een uurtje voor Ogma.nu (dat superstoere boekenbon, je weet wel) . Maar op dit moment zit zelfs 1 uurtje er niet in. Heel jammer, maar zoals een goed Fries zegt: 'It is net oars'.





Ook deze maandag zal er geen nieuw stuk verschijnen. Ik hoop volgende week maandag dan toch ergens tijd te hebben gevonden om te schrijven over het geven van die geschiedenisperiode, want dat is gewoon te leuk om niet over te vertellen. Aankomende donderdag verschijnt in de herhaling het derde deel van een drieluik dat ik vorig jaar publiceerde; over hoe verwerpelijk het is om mensen (kinderen) alleen cognitief te benaderen. Iets dat me na aan het hart ligt. Er verschijnt dus nog wel het een en ander hier, al zijn het dan nu even vooral herhalingen. Maar zoals ik vorige keer al zei: Komt tijd, komt raad. En rust. En nieuwe blogs. Dat ook. Vast.

donderdag 1 november 2018

Rerun: Niet het hoofd alleen II


Vandaag gaat het tweede deel van mijn driedelige betoog tegen een veel te beperkte visie op kinderen en onderwijs in de herhaling. Eerder kon je dit lezen in augustus en september 2017, maar ik wilde er graag nog eens de aandacht op vestigen. Vorige keer vertelde ik over hoe kinderen benaderd worden in het onderwijs. Over hoe vooral het hoofd aangesproken wordt. Deze keer ga ik hier verder op in.


Dit hele principe vind ik dus zum kotzen. Ik besta uit meer dan mijn hoofd, jij hoogstwaarschijnlijk ook, en kinderen zeker. Kinderen leren op zoveel manieren. Door te spelen, te tekenen, te dansen, te bewegen. Maar er wordt hen zoveel ontnomen door alles wat tegenwoordig moet. Verplicht een x aantal woorden kennen in groep twee. In groep 3 huiswerk mee voor aardrijkskunde. Citotoetsen met al in groep 5 waar al een eerste advies voor het voortgezet onderwijs uit voortvloeit. Wat een enorme onzin! En wat een bak met ellende.

De wortel van alle kwaad
Natuurlijk doen scholen hun uiterste best en ik spreek vaak basisschoolleraren die balen van wat er moet gebeuren. De meeste scholen gaan zo flexibel mogelijk om met alles wat het Ministerie hen oplegt, maar kom op! Er is toch iets mis, als je je als school in bochten moet gaan wringen om een kind een jaar langer in groep twee te laten. Iedereen moet doorstromen, iedereen moet door. Zo snel mogelijk op een liefst zo hoog mogelijk niveau door het onderwijs heen. Een jaar langer op school kost geld en kenniseconomie of niet, er moet wel zo min mogelijk doekoe aan worden uitgegeven. Uiteindelijk draait het gewoon ook om de centjes.

Geen enkele zin
Wat ik zo naar vind is die gedachte die erachter zit. Om terug te komen op het voorbeeld van kinderen langer laten kleuteren, laatst was hierover groot nieuws. Nu kijk ik dat niet, maar zoals dat gaat bereikte het mij via via toch. Wat was dat nieuws? Nou, er was dus uit onderzoek gebleken dat een extra jaar in groep 2, voor kinderen die nog niet toe zijn aan groep 3 niets oplevert. Geen enkele zin, niet meer doen. Goed nieuws voor staatssecretaris Dekker van onderwijs, die in september 2016 nog vertelde dat hij zich zorgen maakt omdat veel te veel kinderen een jaar extra in groep 2 blijven. Hij wees naar dat onderzoek waaruit blijkt dat kinderen niet profiteren van dat derde kleuterjaar en verwacht dat scholen hun maatregelen zullen nemen.

Maar als je dan kijkt waarom kinderen volgens de onderzoekers niet profiteren van een jaar langer kleuteren dan blijkt dat kinderen die dat hebben gedaan in groep acht even hoog op de citotoets scoren dan kinderen die zonder extra jaar door zijn gestroomd. Cognitief gezien levert het niets op. En dat is de crux. Dat is waar ik tegenaan loop, dat is waar ik zo enorm spinnijdig van kan worden. Die volslagen beperkte redenatie. Cognitief gezien levert het niets op, dus levert het niets op. Iets heeft alleen maar nut als je er cognitief gezien slimmer van wordt. Iets is alleen maar goed en nuttig als het hogere citoscores oplevert. Al het andere is niet slechts van ondergeschikt belang, het is van nul en generlei belang. Telt niet mee, doet er niet toe.

Bron: Pixabay.com


Argumenten dat sommige kinderen het sociaal-emotioneel nodig heeft om nog wat langer te spelen? Irrelevant. Cito score is hetzelfde in groep 8. De redenatie dat kinderen die naar groep 3 moeten voordat ze er qua ontwikkeling aan toe zijn, onzeker kunnen worden en makkelijk faalangstig worden, en dat hun hele leven met zich mee dragen? Niet van belang, want cognitief schiet je er niets mee op.



En omdat ik na dit stuk pas goed op gang kwam plakte ik er nog een deel aan vast. Deze kun je in de rerun van donderdag 15 november vinden. 

maandag 29 oktober 2018

Juf Jolanda en de burn-out: na de eerste weken (meer dan!) honderd procent werken

De afgelopen weken was het druk. Heel druk. Qua werken, maar (veel) meer nog in mijn privéleven. Ik heb getwijfeld over wat ik er hier over zou kunnen vertellen, en besloten om het zo algemeen mogelijk te houden, omdat de mensen die er bij betrokken zijn er niet om hebben gevraagd besproken te worden in een openbaar blog. Laat ik volstaan met vertellen dat iemand in mijn directe omgeving  extra zorg nodig heeft (vandaar het 'zorgverlof' van de maandag voor de vakantie). Die extra zorg is heel erg intensief, waardoor ik momenteel veel stress heb, mijn slaappatroon erg fluctueert en ik vaak te weinig slaap krijg en praktisch niet aan mijn rust toe kom.

Een en ander is niet heel bevorderlijk - to put it mildly- voor het herstel van mijn burn-out. Sterker nog, er zijn regelmatig momenten, niet geheel toevallig meestal na een nacht waarin ik maar een paar uur heb kunnen slapen, waarin ik bang ben het niet meer vol te kunnen houden. De extrazorgsituatie verbetert maar heel heel langzaam, als er al verbetering te merken is, en is zeer langdurig zoals we het nu kunnen overzien. Niet een blij verhaaltje dus, deze week.


Bron: Pixabay.com


Maar ook weer niet helemaal gitzwart! Want de stress die ik nu ervaar en moet leren om mee om te gaan komt heel duidelijk door de uitzonderlijke zorgsituatie. Het werken gaat juist heel erg goed. Sterker nog, beter dan in jaren daarvoor. Ik begon in september met 80% werken, vier van mijn vijf klassen. Per 1 oktober nam ik weer 100% op me en op 15 oktober ben ik zelfs begonnen met meer dan mijn normale taakomvatting, doordat ik een periode geschiedenis geef. Dat betekent dat ik drie weken lang elke dag anderhalf uur mag vertellen over de Nederlandse opstand tegen Spanje (ook wel bekend onder de verouderde term '80-jarige oorlog') Enorm leuk om te doen, maar het betekent wel dat ik twee en een half van mijn drie vrije ochtenden per week kwijt ben. Gelukkig tijdelijk, maar net in een tijd waarin het zo extreem hectisch is en ik zo slecht aan mijn rust toe kom wel een gevalletje slechte timing op zijn slechtst.

Toch kostte het starten in september mij geen enkele moeite, daar waar ik 80% voor de zomervakantie nog heel heftig vond. En alle vijf klassen weer op me nemen vond ik alleen maar fijn, lekker weer helemaal mijn gang kunnen gaan. Deze periode geven hakt er wel even flink in, dat is niet anders, maar het is maar drie weken; deze en volgende week nog.

Al met al is het een gemengd verhaal. Voor mijn man en mij is het momenteel een uitputtingslag. Overleven, niets meer of minder. Ik werk, ik eet (niet al te gezond, want: troosteten), ik slaap (slecht) en ik zorg. Meer is er niet op dit moment. En daardoor gaat het weer een stuk slechter met me op het gebied van zelfzorg. Tegelijkertijd loopt het op mijn werk zo lekker: heb alles voorbereid, hoef niet te stressen of te haasten, draai relaxed en met veel plezier mijn lessen, mijn organisatie verloopt prima, kortom werken is een genot. Daarom wil ik alles op alles zetten om gewoon door te kunnen werken, ondanks wat er op ander gebied in mijn leven gaande is. Of het gaat lukken weet ik in alle eerlijkheid nog niet. eerst deze twee weken doorkomen, en daarna alle weken daarna. Dan is er qua extra zorg nog niets noemenswaardig veranderd, maar heb ik wel weer drie ochtenden per week voor mijn rust; yoga, meditatie, leestherapie. Die adempauzes zijn zo ontzettend hard nodig.

Toch is er zelfs op het gebied van de zorgstress een lichtpuntje. Ik merkte dat ik na een hectisch moment weer slecht ging slapen omdat mijn lichaam in de paniekstand zat. Na een gesprek met mijn man realiseerde ik me ineens dat mijn innerlijke criticus weer het roer van mijn schip te pakken had. Die innerlijke criticus is het stemmetje die ik tijdens mijn zelfcompassietraining heb leren kennen, me er bewust van werd dat er een stem in mij is die niet alleen kritiek had op alles wat ik doe, maar die mij ook voortdurend aanspoorde om dingen te doen. In de periode voorafgaand aan mijn burn-out was dat om nog veel, veel meer te gaan doen, en wilde mijn innerlijke criticus mij vooral duidelijk maken dat ik altijd en overal in tekortschoot. Tijdens de zelfcompassietraining heb ik geleerd om mijn criticus te bedanken voor z'n harde werk maar 'm resoluut met vakantie te sturen en zelf, met kalme en liefdevolle houding, weer de regie over te nemen. Dat is me gelukt. Maar in deze situatie blijkt ' ie verdorie weer te zijn teruggekeerd! En spoort hij me aan om zo snel mogelijk te gaan slapen, en valt ' ie me lastig met angstgedachtes over te weinig slaap, het niet vol te kunnen houden, eventuele escalaties op zorggebied en andere angsten. Waardoor mijn lijf in de paniekstand raakt - en blijft - en je een self-fulfilling prophecy krijgt (paniek over te weinig slaap leidt niet heel verrassend 9 van de 10 keer tot veel te weinig slaap. En meer paniek. )

Toen ik mij ineens bewust werd van dit mechanisme en hoorde dat het diezelfde innerlijke criticus was die mij volstopte met allerlei gedachtes waar ik helemaal niets aan heb, voelde ik weer wat vertrouwen. Het is me één keer gelukt om 'm met vakantie te sturen, dus dat lukt me deze keer ook. Elke keer als ik op bed lig, met een lijf vol spanning en merk dat er angstige gedachten ontstaan, bedank ik mijn innerlijk criticus voor zijn opmerking, vertel dat ' ie vrijaf mag nemen en neem ik gedachten zelf het roer van mijn schip over. Met kalme, vriendelijke energie vertel ik mezelf dat alles weer goed komt, wat er ook gebeurt. En daarmee is het niet gelijk voorbij, de stress zit in mijn lijf en heeft z'n tijd nodig. Maar ik voel net iets meer rust en vertrouwen, en slaap net even een uurtje meer.




bron: Pixabay.com

Conclusie: mijn leven is op dit moment zwaar. Maar er zijn genoeg zaken die het de moeite waard maken om door te blijven gaan. Mijn werk als docent is daar op dit moment een heel belangrijke van. En als ik dan bedenk dat ik vorig jaar rond deze tijd nog 100% thuis zat en nog niet eens in staat was om zelfs maar aan werk te denken, is dat toch maar mooi dikke vette winst.

En van hieruit kijk ik weer verder. Komt tijd, komt raad. Best een mooie uitdrukking. 

maandag 22 oktober 2018

Herfstvakantie: herstgedichtbericht

Vanwege de herfstvakantie een lekker herfstig berichtje. Dit gedicht reciteer ik elk jaar met mijn klassen. Stukje voor beetje, tot, zo tegen de herfstvakantie, iedereen het gedicht wel kan dromen. En dat is ook zo'n beetje de tijd dat je ziet gebeuren wat er in het gedicht gezegd wordt. Golden light is misschien nog net niet turning grey, maar die mists begin wel degelijk to rule the day; elke dag, als ik 's ochtends vroeg uit het raam van de bus kijk zie ik de koeien, paarden en schapen in het land verstopt staan in mysterieuze slierten mist. Alsof er rook uit een sprookjeswereld even zichtbaar is op de onze. Ja, ik hou er wel van, die herfst. En van vakantie trouwens ook!

Autumn comes, the summer is past, winter will come too soon,
Star will shine clearer, skies seem nearer
Under the Harvest Moon

Autumn comes, so let us be glad, singing an autumn tune
Hearts will be lighter, skies seem brighter
Under a Harvest Moon

Golden light is turning grey,
Mists begin to rule the day.
Bare the trees, their branches lift;
Clouds of dead leaves earthward drift.
Through the field the farmer goes,
Seeds of ripened corn he sows;
Trusts the earth will hold it warm,
Shelter it from cold and harm.
For he knows, that warmth and light
Live there, hidden from our sight;
And beneath a sheltering wing,
 

Deep below, new life will spring!
Deep below, deep below, new life will spring!


(dit gedicht is afkomstig van susannah-moonchild.blogspot.com/2013/10/autumn-comes-summer-is-past-winter-will.html )

Bron: pixabay.com


Dus als jullie me zoeken: ik ben denneappels aan het zoeken in het bos. En boeken aan het kopen in mijn favoriete boekwinkel (boekhandel Groenendijk in Steenwijk, een absolute aanrader!). Call the midwife aan het kijken. En als het meezit, lekker aan het wandelen in de mistige duinen van Appelscha. 

Na de vakantie weer een wat langer stuk, tot dan!

donderdag 11 oktober 2018

Rerun: Niet het hoofd alleen I


Ik lijk misschien een oude hippie. En dat ben ik ergens ook wel. Toch kan deze juf zich af en toe boos maken. Nou ja, emotioneel betrokken, laten we het zo noemen. Daarom gaat mijn driedelige betoog tegen lopende hersentjes, eerder verschenen eind augustus en begin september 2017, vanaf vandaag in de herhaling.


Aan het einde van mijn puberteit, toen ik een jaar of zeventien was, hield ik wel van een discussie en kon behoorlijk fel worden als mensen iets zeiden waar ik het niet mee eens was. Ik was in die tijd uitgesproken in mijn meningen. In de jaren daarna werd dat steeds minder, tot ik de gemoedelijke koningin van de middenweg werd die ik nu ben. Ik zit nog steeds niet snel om woorden verlegen, maar ik geloof niet in absolute waarheden en uitersten en bekijk een zaak dus gewoonlijk van vele kanten.

Felle vrouw op praatstoel
Toch is er iets waar ik vandaag de dag nog uitgesproken en fel over kan worden, en dat is hoe er in het huidige onderwijssysteem naar kinderen wordt gekeken. De overmatige focus op cognitieve vaardigheden is iets waar ik op tegen ben, link van kan worden en direct op mijn praatstoel zit als het onderwerp die richting op gaat. Aangezien dit blogbericht gaat over de fouten die mijns inziens worden gemaakt door deze eenzijdige benadering, bent u bij deze Gewaarschuwd.

Het is niet overdreven om te stellen dat het overgrote deel van de focus in het onderwijs, zowel op basisschool als voortgezet onderwijs ligt op wat kinderen dienen te weten. Onder het mom van 'de kenniseconomie' zijn er soms desastreuze beslissingen gemaakt en bekijkt men over het algemeen de zaken totaal verkeerd.


Bron: Pixabay.com



Hersenen op benen
Ik ben er met heel mijn hart en ziel van overtuigd dat een mens uit meer bestaat dan alleen een hoofd. Maar dat ben ik, hè? Er staat boven dit blog dat je mijn eigenwijze mening er gratis bij krijgt. Nou hier is 'ie. Ik geloof dat wij als menselijk ras meer zijn dan een stel hersenen met benen. Kom bij mij bijvoorbeeld niet aan met verhalen dat liefde niet meer zou zijn dan de optelsom van maatschappelijke patronen en feromonen. Dat zijn praatjes waar ik niets mee kan. Ik zal verder niet ingaan op deze filosofische kwestie, maar dan weten jullie even – voor zover het na tig blogjes nog niet duidelijk was- wat voor vlees jullie in de kuip hebben met mij.

Wat voor achterstanden dan?
Ik geloof dus dat we geen rondwandelende hersenen zijn. Toch lijkt het of onderwijsbeleidsmakers wel die mening zijn toegedaan. Dat is namelijk hoe kinderen in ons huidige onderwijssysteem worden behandeld: als rondwandelende hersenen. Voorbeeld? Ik ageerde al eens tegen het feit dat kinderen tegenwoordig veel te vroeg dingen moeten doen. Dat er zaken van hen verwacht worden die ze biologisch helemaal nog niet kunnen. In datzelfde blogbericht, van zoveel maand, vertelde ik dat kinderen nu al eerder leren schrijven, lezen en rekenen dan vroeger. Het hele plan om kinderen eerder naar school te laten gaan was om achterstanden tegen te gaan. Maar over wat voor achterstanden hebben we het dan? Over achterstanden op het gebied van sociale vaardigheden? Creativiteit? Hechten met ouders, familie of anderszins? Achterstanden op het gebied van spelen? Dromen? Fantaseren? Neen. Achterstanden op het gebied van taal en rekenen. Want dat is immers waar alles om draait. Het hoofd. De hersenen op beentjes.


(Op donderdag 1 november gaat  het tweede deel in de herhaling. En hou je maar vast, want dan begint mijn echte rant pas echt!)

maandag 8 oktober 2018

Zorgverlof

Juf Jolanda neemt even een weekje (misschien zelfs twee weekjes) zorgverlof. Soms zijn andere zaken even belangrijker dan een stukje typen...



Maar vanaf deze donderdag wel een herhaling van het drieluik dat ik schreef over iets dat me heel na aan het hart ligt. Genoeg bevlogenheid over dus, en gelukkig nog genoeg stukjes voor dit blog.

Tot snel!

maandag 1 oktober 2018

Wat ik van mijn leerlingen leer

Ik heb door de jaren heen heel wat van leerlingen geleerd. Vaak op het gebied van omgaan met een aandoening, ziekte of andere serieuze zaken. Daarmee krijgt iedereen in zijn of haar leven mee te maken, maar sommige mensen op een wel erg jonge leeftijd. Ik kan niet anders dan met bewondering kijken naar de manier waarop de jonge mensen die ik in mijn klas tegenkwam met hun problemen omgingen.

Weer wat geleerd!
Soms ook leer ik van mijn leerlingen op praktisch gebied. Over nieuwe soorten telefoons en apparaten. Afgelopen week opnieuw leerde ik dankzij een leerling, en dit keer nota bene over iets waar ik verondersteld wordt de expert over te zijn: de Engelse taal!

Het was een doorsneeles, waarin ik zo snel mogelijk iets over grammatica uitlegde om door te kunnen gaan naar interessantere zaken (Voorlezen! Lezen! Films!). Ik vertelde over de verleden tijd van het werkwoord zijn: was en were. Ik vertelde dat je ‘was’ gebruikt bij enkelvoud (I, he, she en it) en ‘were’ bij meervoud. (We, they en you.) Hierbij is you een beetje een uitzondering omdat het zowel enkel- als meervoud kan betekenen (je of jullie), maar voor het gemak valt ‘ie onder meervoud. Na deze uitleg stak een meisje haar vinger op en vroeg hoe het dan zat met het Amerikaanse gebruik van ‘they’ voor mensen zonder gendervoorkeur. Say what?!

Niet genderspecifieke grammatica
Dankzij mijn dochter, die volop in de LBGTQRS (of wat die afkorting ook alweer is)wereld bekend is, weet ik het een en ander over de verschillen tussen biseksueel, panseksueel of a-seksueel zijn. Ook weet ik dat transgenders mensen zijn die zich een bepaald geslacht voelen, maar in het verkeerde lichaam zijn geboren, en dat er mensen zijn (98% van de bevolking) die zich thuis voelen bij een van de twee genders, maar dat er daarnaast een kleine groep (voor de mensen die goed kunnen rekenen: 2% van de wereldbevolking) die zich niet specifiek man of vrouw voelen, de genderambigue mens. Er worden in mijn huis regenboogjes op de kleren gedragen, wij praten over van alles en in dit ruimdenkende gezin is er dus veel kennis over dit soort zaken. Maar ‘they’ gebruiken voor mensen die zich noch man, noch vrouw voelen? Dat wist ik niet.

Mijn leerlinge legde uit: he wordt gebruikt voor jongens en mannen, she voor vrouwen en meisjes, maar voor mensen die zich noch het een noch het andere voelen zijn die woorden misplaatst. En ‘it’ gebruiken voor een mens is een beetje cru. Dus zijn er kringen in Amerika die ‘they’ een dubbele betekenis hebben gegeven, net als ‘you’. Het kan zowel ‘ zij, meervoud’ betekenen, als ‘genderambigu enkelvoud.’ En dus wilde mijn leerling weten of het in het laatste geval dan ‘was’ of ‘were’ gebruikt zou moeten worden? Ik had geen idee… Maar wat een fantastische, originele en verdraaid interessante vraag!

Sherlock Lichthart investigates
Ik ging thuis op onderzoek uit. Hier vond ik een geweldig (en uitgebreid!) artikel dat mij alle informatie gaf die ik wilde. Er blijkt dat er een heleboel aanspreekvormen zijn bedacht voor geen-man-geen-vrouw-mensen. 

Bron: Grammarly.com, uit een artikel van Celeste Mora


Van deze (mij nogal kunstmatig aandoende) vormen is ‘they’ enkelvoud de meest gebruikte. 

De maatschappij is in beweging, en dus de taal ook. Ik ben geen taalpurist en heb geen moeite met een taal die verandert en vernieuwd wordt. Sterker nog, ik vind het leuk om hierover te leren.

Was het nou was of were?
Oh en wat die vraag betreft? Of het voor they enkelvoud nu ‘was’ of ‘were’ moet zijn? Nou, daar blijken dezelfde regels voor te gelden als bij ‘you’. Als je dus ergens ‘they were’ leest dan zal dat hoogstwaarschijnlijk ‘ zij waren’ betekenen, maar in een heel enkel geval (ik schat zo’n 2%) kan het tegenwoordig ook ‘genderambigu persoon was’ betekenen. Pretty interesting, right?! (Dus dankjewel Fenna! Het was leuk om te onderzoeken!)

donderdag 27 september 2018

Rerun: Gooi dat boek maar in de prullenbak! Of: mijn ervaringen met TPRS



Vandaag gaat een blog uit een drieluik over TPRS - Teaching Proficiency through Reading and Storytelling- in de herhaling. In de eerste twee delen, die je hier en hier kunt vinden, vertelde ik over de ideeën achter deze lesmethode, en hoe het in de praktijk gaat.  Dit laatste deel ging over mijn eigen ervaringen hiermee. 


Ik kwam na de workshop die ik had gedaan razend enthousiast thuis, maar op mijn werk was er geen ruimte voor om iets mee te doen. Pas toen ik ging lesgeven in groep 7, in de klas van mijn oudste dochter was die mogelijkheid er wel. Maar omdat ik er geen enkele ervaring in had liet ik de verhalen niet zo vrij als eigenlijk de bedoeling was. Ik bedacht niet alleen het begin en het einde van het verhaal, maar ook wat er tussen in gebeurde. Ik bedacht eigenlijk gewoon het hele verhaal. 

Alleen liet ik de leerlingen tijdens de les denken dat zij het bepaalden. De leerlingen waren erg betrokken bij het verhaal, deden goed mee en het vragen en antwoorden ging goed. Voor het leerproces maakte dat niet een significant verschil denk ik, en ik had die zekerheid als docent nodig. Ik vond het namelijk al spannend genoeg! Nog nooit eerder had ik zo voor een klas gestaan, vertellend en af en toe een beetje naspelend, acterend.

Even geen TPRS
In de loop van de jaren deed ik dit veel vaker, in groep zeven en acht, met verschillende verhalen. Van elk verhaal maakte ik ook een boekje met simpele tekeningen en eenvoudige begripvragen. De leerlingen konden hierin het verhaal nalezen en vragen beantwoorden, op dezelfde manier als we in de klas al verschillende malen mondeling hadden gedaan. Toen ik wegens tijdsgebrek stopte met het werken op de basisschool verdween het TPRS gebeuren een tijd in de vergetelheid. Ik werkte op een heel leuke nieuwe school, waar ik meer uren draaide, een docentencursus volgde en moest wennen aan een andere vorm van onderwijs. Ik ontwikkelde materiaal dat past bij de ontwikkelingsfases van de verschillende leerjaren en voelde me steeds meer thuis op deze nieuwe school.

Weer vertellen
Na een paar jaar begon ik, geheel volgens de Vrijeschooltraditie steeds meer te vertellen en me nog meer op mijn gemak te voelen in de vertellende rol. Sterker nog, op zo'n moment voel ik me compleet mezelf, vind het fijn om de aandacht van de leerlingen te hebben en ze in mijn favoriete taal mee te nemen in een verhaal. Ik ben gewoon dol op verhalen, dat zal het zijn. In mijn derde jaar, toen ik voor het eerst een oefenlesje mocht geven tijdens de open dag bedacht ik dat best een van de verhalen kon vertellen die ik in groep 7 van de basisschool vertelde. En terwijl ik dat deed bedacht ik me dat ik dit vaker zou moeten doen. Gewoon in de zevende klas.

Bron: Pixabay.com



Kijk! Zonder boek!

Een workshop van een Duitse collega, die in zijn land op een Vrijeschool Frans geeft en dat doet door middel van TPRS, gaf de doorslag. Sinds dit schooljaar verwerk ik woordjes, zinnetjes en grammatica die ik eerder gaf door middel van een methode in de verhalen die ik vertel. Ik heb na jaren ook het vertrouwen gekregen waardoor ik de leerlingen echte inspraak durf te geven. Ik bedenk wat ik aan woorden en grammatica ik wil verwerken en vervolgens laat ik het vrij. Na het vertellen van (een deel van) het verhaal schrijven leerlingen dit op in hun schrift en maken ze er een boek van. 

Ze leren ook de woordjes en zinnetjes die ik belangrijk vind, maar val ze in dit eerste stadium nog niet lastig met grammatica regels. Het gaat vooral om heel veel luisteren, een beetje spreken, een beetje schrijven en lezen. 

Het bevalt me erg goed en de reacties van de leerlingen zijn positief. Voor mij reden er voorlopig gewoon mee door te gaan. TPRS rocks!


Tot zover de herhaling. Aanstaande maandag volgt een nieuw bericht, over wat ik het afgelopen jaar heb gedaan aan het vertellen van verhalen. Eens kijken of ik nog steeds zo enthousiast ben...