maandag 2 juli 2018

Juf Jolanda en de burn-out deel vier: reintegreren


Voor wie hier al een tijdje meeleest is het inmiddels bekend: in mei 2017 kwam ik thuis te zitten. In juli van dat jaar was ik kort aanwezig bij het jaarlijkse zomerfeest en bij de afscheidsbijeenkomst voor de docenten, en het plan was om in september weer mijn taken op te pakken. Dit bleek echter veel te veel, veel te snel. In september ging het slechter met mij dan tijdens de eerste weken van mijn ziekzijn, en reïntegreren was niet mogelijk. Toen ik ervoer dat ik de ruimte kreeg van mijn baas, kon ik ook eindelijk mezelf de ruimte geven om gewoon ziek te zijn en te accepteren dat beter worden tijd nodig had. Tijd die niet van tevoren ingeschat kon worden, en die "gewoon" moest verstrijken. Door de rust die dat gaf, werd ik heel langzaam kleine stukjes beter.

In december voelde ik dat ik er aan toe was om weer naar school te gaan, en ik ging een paar uurtjes naar de kerstviering voor collega's. Heel druk, heel gezellig en ik moest er flink van bijkomen, maar het was wel fijn om even terug te zijn. 

Vanaf januari begon het echte reïntegreren, en dit mocht ik opnieuw zelf invullen. Ik deed, in overleg met mijn leidinggevende, wat ik dacht dat goed was, in mijn eigen tempo, zonder na te denken over de volgende stap. In eerste instantie ging ik 1 keer per week 2 uurtjes naar school om daar een kop thee te drinken, te praten met collega's en achter de computer misschien eens mijn werkmailbox wat op te schonen. Klinkt niet als veel, maar voor iemand met een burn-out echt inspannend! Ik zorgde dat ik tijdens lesuren in de lerarenkamer zat, want met meer dan een of twee mensen praten kostte teveel inspanning. 

In februari breidde ik uit naar 1 keer per week 3 uurtjes op school en zat ik zelfs tijdens pauzes weleens in de docentenkamer. Niet dat ik mee kon praten, want wat een explosie van activiteit, geluid, gesprekken… Gewoon zitten en kijken was al genoeg. Daarnaast ging ik op onderzoek uit, waar mijn spullen lagen. Ik inventariseerde waar alles lag (keurig opgeruimd door mijn collega's, de schatten!), en wat ik allemaal had. 

Eind februari, begin maart was ik toe naar een stapje erbij: nog steeds 1 middag per week naar school, maar nu een volle middag, van 12 tot 16 uur, half vijf en - belangrijker nog- weer inhoudelijk bezig. Ik plande welke klas ik later zou gaan lesgeven en bereidde lessen voor. Dit ging niet van een leien dakje, verre van. De eerste keren dat ik bezig was, had ik geen idee wat ik aan het doen was. Concentratie was miniem, prioriteiten stellen onmogelijk, ik had het gevoel dat mijn hoofd het niet meer deed. Uren was ik bezig, en aan het einde van de middag bleek ik nauwelijks iets te hebben gedaan. Ik werd er weleens bang van dat ik het niet meer kon; nadenken, plannen, werken. Maar ook dan vertrouwde ik er maar weer op dat het zijn tijd nodig had en ik niet snel hoefde. Op een middag eind maart merkte ik ineens dat het knopje in mijn hoofd op 'on' stond; ik was een hele middag fijn bezig geweest. Ik had weer overzicht, wist wat er moest gebeuren en werkte daar aan. Ik nam bovendien genoeg pauzes tussendoor, ging niet over grenzen, en toch kreeg ik zaken weer voor elkaar. Wat een opluchting! En niet alleen dat maar ik voelde het plezier weer terug komen. Had zo'n zin om weer les te geven, dat ik besloot dat dat weer kon. 1 klas, 3 lesuurtjes, heel rustig beginnen.

Begin april was het zo ver. Een dag een lesuur en de rest van de middag verder voorbereiden, spullen klaarleggen en andere organisatorische zaken en een tweede dag een blokuur. Zo werkte ik een lange middag en een korte middag per week, goed te doen. Die eerste week was zwaar. Heel zwaar. En bijzonder leuk vond ik het ook niet. Een energievolle zevende klas, vol stuiterende pubers, die geen boodschap hadden aan leraren die nog moeten herstellen van een burn-out. Bikkelen was het. Na die twee middagen lag ik weer uren in bed om bij te komen. Maar niemand heeft gezegd dat reïntegreren altijd leuk is of makkelijk gaat, dus zette ik gewoon door. De tweede week lesgeven vond ik nog steeds extreem vermoeiend. Maar ik merkte ook dat ik het wel weer leuk vond, al die lieve stuiterballetjes. Waarvan er twee na een paar lessen al bij mij kwamen om te zeggen dat ik hun nieuwe favoriete lerares was. Aaahh.. Lief. In de derde week lesgeven merkte ik bij het naar school gaan dat het heel natuurlijk voelde. Makkelijk. Lesgeven is wat ik doe, ik moest er gewoon weer inkomen. Toen dat eenmaal was gebeurd draaide ik mijn hand er niet meer voor om. En was het ook niet meer zo intens vermoeiend. Goddank!

Zo ging het ineens toch best wel snel. Na de meivakantie ging ik half mei van 1 naar 2 zevende klassen, en werkte ik weer op drie dagen. Een lange middag en twee korte middagen, maar toch. Deze tweede zevende klas vond ik best pittig, maar ervaring helpt. Plezier in wat je doet ook. Begin juni kreeg ik er een achtste klas bij, een klas die ik al kende van vorig jaar, ook al van die lieverds. Hen weer les mogen geven voelde als een cadeautje, en gaf me genoeg vertrouwen om de laatste weken van dit schooljaar er nog een achtste klas bij te nemen. Zo werk ik nu voor de derde week alweer 80%, drie behoorlijk volle dagen. Eigenlijk  iets teveel qua belasting, maar omdat het maar voor drie weken is, is het net te doen. Normaliter had ik de stap van drie naar vier klassen iets langzamer gedaan, maar nu, met de zomervakantie in het vooruitzicht, moest het even iets sneller.

Bron: Pixabay.com


En hoe nu verder? In september begin ik gewoon weer met vier klassen; 80% van mijn normale werkbetrekking. Na een week of drie, vier, afhankelijk van hoe het gaat en ik mij voel, neem ik dan de vijfde klas erbij en zit ik (in elk geval qua lesgeven) weer op honderd procent. Ik zal dan nog niet ook direct taken op me nemen, en elke vergadering bijwonen, want ik merk wel dat het tempo de laatste maanden wel erg rap werd opgevoerd. Door mezelf, zonder druk van mijn werkgever, maar het korten van mijn salaris heeft hierop wel flink invloed uitgeoefend en kon ik als kostwinner niet negeren. Ik vind het dan ook best veel om met vier klassen te beginnen. Maar aan de andere kant zorgde het geleidelijk meer klassen erbij nemen de afgelopen maanden er wel voor dat ik telkens verschillende klassen met verschillende planningen had. Ondanks dezelfde niveaus en dezelfde jaarlaag, want met de een was ik immers al eerder begonnen en had ik dus meer tijd. Dat vergt veel van mijn schakel- en organisatorische vermogens en da's niet heel eenvoudig voor iemand met ADD en herstellende burn-out. Dat aspect speelt aan het begin van het schooljaar niet. Ik heb dan weliswaar vier klassen, maar hoef ik maar twee verschillende planningen te maken; een voor de zevende klassen en een voor de achtste. Daarmee is het begin van het schooljaar even iets rustiger dan deze afgelopen weken, en dat vind ik eigenlijk wel heel fijn.

Al met al moet ik goed mijn grenzen bewaken, meer rust nemen dan ik ooit gewend was, maar voel ik ook vertrouwen en plezier in wat ik doe. Zolang ik dat alles - grenzen, rust, vertrouwen en plezier - blijf combineren, kom ik volgens mij een heel eind. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten