maandag 11 juni 2018

Juf Jolanda en de burn-out, deel drie


Dit jaar vertel ik een keer per maand over de burn-out waar ik in 2017 last van kreeg. Vandaag schrijf ik over wat ik allemaal deed in de ruim negen maanden dat ik thuis zat. 

In afwachting van een afspraak bij een psycholoog, kon ik in de eerste weken van mijn ziek-zijn bij de praktijkondersteuner van de huisarts terecht. Dit is een soort link tussen de echte hulpverlener en huisarts, iemand om mee van gedachten te wisselen en die je de juiste kant op kan sturen, zonder op de stoel van therapeut of psycholoog te gaan zitten. In een tijd waarin de wachtlijsten voor de geestelijke gezondheidszorg enorm lang zijn, terwijl er wel snel hulp moet komen, een uitkomst.

Om eerlijk te zijn herinner ik mij alleen flarden van die gesprekken met de praktijkondersteuner. Mijn hoofd deed het gewoon niet, ik kon slecht de rode draad van een gesprek volgen en onthouden wat ik wilde zeggen of wat er gezegd werd. Dit confronteerde er mij mee hoe beangstigend het is om dat niet meer te kunnen, weinig controle meer te voelen omdat je de wereld om je heen (en in jezelf) even niet meer goed volgt. Wat ik wel weet is dat ik er ondanks dit alles toch veel aan heb gehad; ik had een slim en vriendelijk iemand die de tijd voor me nam en die dingen zei die ik me misschien niet helemaal woordelijk kon herinneren maar die er wel voor zorgde dat ik me minder wanhopig voelde. En die mij complimenten gaf. Ik was blij met deze gesprekken doordat ik me serieus genomen voelde. Ik was niet gek, alleen ziek.

bron: Pixabay.com

Tegelijkertijd startte ik bij een haptonoom. Letterlijk betekent haptonomie de leer van het menselijk gevoel en het gevoelsleven. Ik ging er naar toe met het idee dat ik zo in mijn hoofd zat dat ik het contact met mijn lijf verloren was en een haptonoom mij zou kunnen helpen om dat te herstellen. Dat is precies wat er is gebeurd en toch kan ik niet goed uitleggen hoe. Voor mij is het iets dat ik niet verstandelijk kan vatten. Wat ik deed is op een bank liggen, gekleed in een onderbroek en bh, terwijl de haptonome haar hand op mijn onderrug legde. En mijn benen, voeten, armen en handen aanraakte. Ik kan niet goed begrijpen hoe zoiets mij kan helpen, want het lijkt zo triviaal, maar dat deed (en doet) het wel. Het eerste dat ik leerde van de haptonomie is hoe ontzettend moe ik was, fysiek moe. Niet gewoon vermoeid, maar een enorme, diepliggende vermoeidheid die alleen maar erger werd naarmate ik meer tot rust kwam. Ik leerde na verloop van tijd ook beter te luisteren naar de signalen van mijn lichaam en ik leerde te ontspannen. Nog steeds ga ik eenmaal per maand tot zes weken naar de haptonoom, om dat te onderhouden. En omdat het voelt als een cadeautje voor dat lijf van mij, dat het zo goed doet.

Toen ik na een paar maanden eindelijk bij de psycholoog terecht kon stopten de gesprekken bij de praktijkondersteuner. Bij de GGZ volgde eerst een ADD-onderzoek, omdat ik wilde weten in hoeverre mijn problemen met een burn-out te maken hadden en in hoeverre eventuele andere zaken meespeelden. Hier kwam uit dat ik inderdaad ADD heb. Hoe deze is ontstaan viel niet meer te achterhalen, maar dat ik het heb staat vast. Ik had gedacht dat deze diagnose mij zou helpen, maar ik merkte dat ik het helemaal niet fijn vond om te weten. Kunnen zeggen dat je 'een chaotisch hoofd' hebt klinkt gewoon wat sympathieker dan moeten zeggen dat er echt iets mis is in de vorm van ADD. Ik wíl helemaal niet iets hebben, zeker niet iets wat ook nog eens (in tegenstelling tot de burn-out) over gaat. Ik heb inmiddels geleerd om het een soort van plekje te geven (met excuses voor de jeuk-term 'het een plekje geven', maar ik weet even niet hoe ik het beter moet omschrijven), maar helemaal geaccepteerd heb ik het nog niet geloof ik. Da's echter weer een ander onderwerp. 

Omdat ik dit stuk niet weer helemaal uit de klauwen wil laten lopen qua lengte (te laat, Lichthart, te laat) kan ik kort opsommen wat ik daarna allemaal heb gedaan. Ik heb medicatie tegen de ADD geprobeerd (de Conserta-achtige variant), met zeer slechte resultaten (drugs, jongen! Het werkte bij mij als keiharde drugs, waar ik alleen maar nog harder van ging in plaats van rustiger en geconcentreerder. Geen fijne ervaring), online cognitieve gedragstherapie (werd ik dwars en recalcitrant van.), gesprekken met psycholoog (prettig), investeerde (letterlijk, want alternatieve gezondheidszorg wordt zo slecht vergoed tegenwoordig dat je bijna of zelfs helemaal alle zorg zelf moet betalen. En da's duur…) in shiatsumassage (één woord: genieten. Echt intens genieten. En ontspannen. Precies wat je nodig hebt als je hersteld van een burn-out) én - belangrijkste van alles- ik begon met een zelfcompassietraining.

Die zelfcompassietraining heeft mij het meeste geleerd. Het gaf theoretische informatie over hoe het zit met stress en belasting en tot rust komen, maar hielp vooral praktisch gezien. Ik heb gemediteerd, mijn verleden onder de loep genomen, ontspanningsoefeningen gedaan en geleerd dat het niet gaat om wat je doet. Zelfs niet eens om wie je bent. Maar dat gewoon zijn genoeg is. Vriendelijk leren zijn voor mezelf, compassie voelen met mezelf, de mensen om me heen en de situatie waarin ik zit, wat die situatie ook is, het omarmen van de complete ramp, dat heeft mij het meest genezen. 

Bron: Pixabay.com































Voor zover ik genezen ben, want ik ben er nog lang niet. Wel een stuk verder dan vorig jaar. Maar de burn-out, die zit er nog steeds. Steeds minder in mijn hoofd, nog behoorlijk in mijn lichaam. Die heeft gewoon meer tijd nodig om te leren hoe het relaxter kan. En dat is helemaal niet erg. Ik neem alle tijd voor dat herstel. Zeker met de hulp van psycholoog, haptonoom, lekker veel zelfcompassie en af en toe een vleugje shiatsu kom ik een heel eind. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten