donderdag 24 januari 2019

Rerun: Blij ei


Iedereen die denkt dat ik altijd een blij ei ben: dat klopt. Meestal. Dat blijkt maar weer uit dit stuk uit 2017 dat vandaag in de herhaling gaat.

Een deel van de antroposofische onderwijsvisie houdt in de docent enorm belangrijk is. Hij of zij dient positief en enthousiast te zijn, voor het vak en ten opzichte van de leerlingen. Bovendien wordt er verwacht dat je kunstzinnig en creatief lesgeeft.

Mij kost dit over het algemeen weinig moeite. Ik vind het namelijk echt leuk om les te geven en ben oprecht enthousiast over wat ik doe. Heerlijk, dat reciteren, luisteren naar mooie liedjes, in gesprek gaan met de klas, verhalen vertellen. Ik ben kunstzinnig en creatief, de lessen die ik ontwikkel zijn dat ook zoveel mogelijk en als je het leuk vind wat je doet is het niet moeilijk om enthousiast te zijn.

Bron: Pixabay.com
Fijne combi
Ik vind Engels een prachtige taal en geschiedenis (laten mijn lerarenopleiders het niet horen) zo mogelijk een nog mooier vak. Daarnaast vind ik het erg leuk om verhalen te vertellen. Ik ben op mijn blijst als ik een periode Renaissance kan geven en naast een stuk kunstgeschiedenis ook kan vertellen over de Engelse renaissance; Henry VIII en al zijn vrouwen, Elizabeth I, Shakespeare, sir Francis Drake. Of over de Industriƫle Revolutie; enclosure, opkomst van de industrie, uitvindingen, sociale kwestie met een staartje Victoriaanse tijd en Dickens. En geschiedenis en Engels en mooie verhalen om te vertellen, mijn persoonlijke lesgeefhemel!

Te vrolijk
Voordat dit een al te vrolijk stukje wordt; ik ben natuurlijk slechts een mens. Een mens bovendien met Pms, kinderen die de neiging hebben om zo af en toe ziek te zijn, slechte nachten en andere zaken die mij uit mijn blij-ei-modus halen. Als er dingen aan de hand zijn die groter zijn dan een alledaagse irritatie of slecht humeur, er echt iets aan de hand is, dan speel ik meestal open kaart met mijn klassen. Als er iemand in je omgeving erg ziek is of zelfs komt te overlijden dan kun je er even niet optimaal zijn en leerlingen mogen dit best weten.

Ziek
Ook heb ik regelmatig te maken met ziekte; mijn zwakke plek is voorhoofdholte-ontsteking en dat duurt zo vier weken. Als het te erg wordt, blijf ik uiteraard thuis, maar dat kan niet altijd. In die gevallen dat ik op school ben maar het eigenlijk net wel/ net niet kan, leg ik het ook uit aan mijn klassen. 'Ik ben er wel, maar voel me behoorlijk naar, wazig en duizelig. Het zou heel fijn zijn als jullie vandaag even extra lief voor me zijn.' Het fijne is: negen van de tien klassen zijn dat dan ook. Net mensen, die pubers.

Heppie de peppie

Als het iets minder groots is, maar ik me om de een of andere reden (hormonen hebben hier vaak mee te maken) niet echt heppie de peppie voel dan bluf ik me er meestal doorheen. Ik doe dan net of ik wel vrolijk ben. En het rare is: dat werkt dus echt. Niet bij echt groot verdriet en narigheid, maar bij huis-tuin-en keuken chagrijn wel. Hoe je dat doet? Jezelf vrolijk bluffen? Ik zet een grote glimlach op. Dat kan gekunsteld of krampachtig aanvoelen, maar ik doe het wel. Met die grote glimlach richt ik me bij de deur op de leerlingen die binnenkomen, schud hen de hand en laat hen weten dat ze welkom zijn. Ik doe mijn best hen vrolijk de klas binnen te laten, deel even een extra complimentje uit en maak bewust, met aandacht contact met de kinderen die binnen komen.

Wat er dan -vaak- gebeurt is bijzonder. Althans, dat vind ik. Leerlingen vinden het altijd fijn om positief benaderd te worden en reageren leuk. Er ontstaat een goede energie en met die energie start ik de les. Vaak treedt dan (bij ziekte of hoofdpijn) adrenaline in werking en negen van de tien keer eindig ik met meer energie de les dan ik eigenlijk in het begin voelde. En wat nog fijner is: de vrolijkheid waarmee ik dan weer afscheid van de klas neem is niet geveinsd.


Zo gebeurt het regelmatig dat ik met een grote glimlach de school uitstap, terwijl ik een paar uur daarvoor nog met een chagrijnige kop binnen stapte. Lukt niet altijd, maar die keren dat het wel zo gaat is winst. Voor alle partijen.

En toch he? Toch is niet alles rozengeur en maneschijn. Aanstaande maandag doe ik iets dat ik niet vaak doe. Ik focus dan voor een keertje op de zaken van mijn beroep waar ik niet vrolijk van wordt. Mag ook weleens. Altijd maar die pipo-positivo uithangen, dat houdt niemand uit… ;-) 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten