Posts tonen met het label blij. Alle posts tonen
Posts tonen met het label blij. Alle posts tonen

donderdag 24 januari 2019

Rerun: Blij ei


Iedereen die denkt dat ik altijd een blij ei ben: dat klopt. Meestal. Dat blijkt maar weer uit dit stuk uit 2017 dat vandaag in de herhaling gaat.

Een deel van de antroposofische onderwijsvisie houdt in de docent enorm belangrijk is. Hij of zij dient positief en enthousiast te zijn, voor het vak en ten opzichte van de leerlingen. Bovendien wordt er verwacht dat je kunstzinnig en creatief lesgeeft.

Mij kost dit over het algemeen weinig moeite. Ik vind het namelijk echt leuk om les te geven en ben oprecht enthousiast over wat ik doe. Heerlijk, dat reciteren, luisteren naar mooie liedjes, in gesprek gaan met de klas, verhalen vertellen. Ik ben kunstzinnig en creatief, de lessen die ik ontwikkel zijn dat ook zoveel mogelijk en als je het leuk vind wat je doet is het niet moeilijk om enthousiast te zijn.

Bron: Pixabay.com
Fijne combi
Ik vind Engels een prachtige taal en geschiedenis (laten mijn lerarenopleiders het niet horen) zo mogelijk een nog mooier vak. Daarnaast vind ik het erg leuk om verhalen te vertellen. Ik ben op mijn blijst als ik een periode Renaissance kan geven en naast een stuk kunstgeschiedenis ook kan vertellen over de Engelse renaissance; Henry VIII en al zijn vrouwen, Elizabeth I, Shakespeare, sir Francis Drake. Of over de Industriële Revolutie; enclosure, opkomst van de industrie, uitvindingen, sociale kwestie met een staartje Victoriaanse tijd en Dickens. En geschiedenis en Engels en mooie verhalen om te vertellen, mijn persoonlijke lesgeefhemel!

Te vrolijk
Voordat dit een al te vrolijk stukje wordt; ik ben natuurlijk slechts een mens. Een mens bovendien met Pms, kinderen die de neiging hebben om zo af en toe ziek te zijn, slechte nachten en andere zaken die mij uit mijn blij-ei-modus halen. Als er dingen aan de hand zijn die groter zijn dan een alledaagse irritatie of slecht humeur, er echt iets aan de hand is, dan speel ik meestal open kaart met mijn klassen. Als er iemand in je omgeving erg ziek is of zelfs komt te overlijden dan kun je er even niet optimaal zijn en leerlingen mogen dit best weten.

Ziek
Ook heb ik regelmatig te maken met ziekte; mijn zwakke plek is voorhoofdholte-ontsteking en dat duurt zo vier weken. Als het te erg wordt, blijf ik uiteraard thuis, maar dat kan niet altijd. In die gevallen dat ik op school ben maar het eigenlijk net wel/ net niet kan, leg ik het ook uit aan mijn klassen. 'Ik ben er wel, maar voel me behoorlijk naar, wazig en duizelig. Het zou heel fijn zijn als jullie vandaag even extra lief voor me zijn.' Het fijne is: negen van de tien klassen zijn dat dan ook. Net mensen, die pubers.

Heppie de peppie

Als het iets minder groots is, maar ik me om de een of andere reden (hormonen hebben hier vaak mee te maken) niet echt heppie de peppie voel dan bluf ik me er meestal doorheen. Ik doe dan net of ik wel vrolijk ben. En het rare is: dat werkt dus echt. Niet bij echt groot verdriet en narigheid, maar bij huis-tuin-en keuken chagrijn wel. Hoe je dat doet? Jezelf vrolijk bluffen? Ik zet een grote glimlach op. Dat kan gekunsteld of krampachtig aanvoelen, maar ik doe het wel. Met die grote glimlach richt ik me bij de deur op de leerlingen die binnenkomen, schud hen de hand en laat hen weten dat ze welkom zijn. Ik doe mijn best hen vrolijk de klas binnen te laten, deel even een extra complimentje uit en maak bewust, met aandacht contact met de kinderen die binnen komen.

Wat er dan -vaak- gebeurt is bijzonder. Althans, dat vind ik. Leerlingen vinden het altijd fijn om positief benaderd te worden en reageren leuk. Er ontstaat een goede energie en met die energie start ik de les. Vaak treedt dan (bij ziekte of hoofdpijn) adrenaline in werking en negen van de tien keer eindig ik met meer energie de les dan ik eigenlijk in het begin voelde. En wat nog fijner is: de vrolijkheid waarmee ik dan weer afscheid van de klas neem is niet geveinsd.


Zo gebeurt het regelmatig dat ik met een grote glimlach de school uitstap, terwijl ik een paar uur daarvoor nog met een chagrijnige kop binnen stapte. Lukt niet altijd, maar die keren dat het wel zo gaat is winst. Voor alle partijen.

En toch he? Toch is niet alles rozengeur en maneschijn. Aanstaande maandag doe ik iets dat ik niet vaak doe. Ik focus dan voor een keertje op de zaken van mijn beroep waar ik niet vrolijk van wordt. Mag ook weleens. Altijd maar die pipo-positivo uithangen, dat houdt niemand uit… ;-) 





donderdag 28 juni 2018

Rerun: Anders lesgeven


Vandaag in de herhaling een stuk dat ik schreef toen dit blog nog maar net begonnen was. Een niet al te lang bericht, dat precies weergeeft wat ik doe en waarom ik dat doe. En hoeveel plezier ik daar aan beleef! Die wilde ik zelf ook nog wel eens lezen.


Bron: Pixabay.com


Ik zeg het weleens vaker, maar ik vind het ook echt: ik werk op de leukste school van Nederland. Vooruit dan: van het Noorden. Op een voortgezette vrijeschool is namelijk aandacht voor de hele leerling, niet alleen het hoofd (cognitieve aspect) wordt aangesproken, maar ook het hart (sociaal-emotionele vaardigheden) en de handen (maken, beweging). En dan niet als ondergeschikte bijvakjes, maar alle aspecten evenveel. Voor een docent betekent het een andere manier van lesgeven: ademend en bewegend. Klinkt vaag? Valt best mee.

Creatief en autonoom
Voor een docent Engels zoals ik houdt het in dat we niet alleen uit een standaard methode werken. Sterker nog, alleen onder licht protest en met veel, heel veel aanvullend materiaal. Dat vraagt improvisatievermogen en creativiteit, maar dat zijn nu net twee van mijn sterke punten, dus voor mij geen punt. Voor iemand die gewend is om een strakke leidraad in de vorm van een methode te hebben is het behoorlijk wennen, maar ik zou niet meer anders willen. Volgens de antroposofische visie moet je als docent jezelf als mens meenemen voor de klas, en je persoonlijkheid laten zien in hoe en wat je lesgeeft. In het verleden, als beginnende en onzekere docent, vond ik dit nog weleens lastig, maar het lukt me steeds beter. De vrijheid om zelf in grote mate mijn onderwijs te kunnen bepalen, binnen bepaalde richtlijnen en in overleg met collega's, maakt dat ik mij op mijn school als een vis in het water voel.

Ademend
Sommige dingen worden op een vrijeschool net even anders benoemd en ervaren, maar als je je erin verdiept blijkt er veel moois in te zitten. In de antroposofie gaat men er vanuit dat onderwijs ademend moet zijn. Adem gaat in en uit, en zo zouden de activiteiten in een les ook moeten zijn; van binnen naar buiten (zoals spreken en schrijven) en van buiten van binnen (zoals luisteren en lezen.) Bij het leren van een taal is het een valkuil om in dat laatste stuk te blijven zitten: leerlingen lezen veel teksten, luisteren naar de docent die in de doeltaal dingen uitlegt en vertelt en er is voor hen minder kans om van binnen naar buiten te bewegen, uit te ademen zogezegd, door zelf iets te doen. Een van de middelen om dit te doen is bijvoorbeeld door hen gedichten te laten reciteren, of liedjes te zingen. Zo bereik je bovendien niet alleen dat hoofd dat maar alles tot zich moet nemen, maar doe je iets met je lijf (leerlingen staan achter hun stoel tijdens het reciteren of zingen) en met z'n allen. Hoofd, hart, handen: check.


Zo ontwikkelen niet alleen de leerlingen zich, maar ook ik als docent. Ik leer elke dag, en ik ontwikkel elk jaar wel weer een nieuw project of ander materiaal. Zo ben ik dit schooljaar begonnen met het vertellen van verhalen. Ik pas mijn lessen steeds beter aan, aan het seizoen bijvoorbeeld. Zo de natuurlijke ritme van de natuur volgen voelt voor mij heel goed, hoort bij de antroposofie en het raakt de leerlingen op een bijna vanzelfsprekende manier. Voorbeelden? Volgende keer!

maandag 5 maart 2018

Eindconclusie?




Op 9 maart 2017, mijn 39e verjaardag, gaf ik mezelf dit blog als verjaardagscadeautje. Ik schreef 103 blogberichten het afgelopen jaar. Tijdens de vakanties maakte ik me er vaak wat makkelijker van af, met een filmpje, plaatje of gedicht, maar meestal konden jullie hier een gedegen stukje vinden dat ik met aandacht schreef.


Ik zal jullie, zo bij het laatste bericht van dit jaar iets bekennen. Eigenlijk schreef ik bijna al deze stukjes niet op de dag dat ze gepubliceerd werden. 

Ook niet in de week daarvoor, en zelfs niet in de maand daarvoor. 

Alle stukjes die het afgelopen jaar verschenen (met uitzondering van een aantal, daarover straks meer) schreef ik van eind januari tot eind februari 2017 . Als oefening voor mezelf.

Ik wilde mezelf oefenen in het korter en bondiger schrijven. (Ik heb nogal de neiging om uit te wijden en volgens de wetten in blogland haken lezers af bij stukken van meer dan 500 woorden.) En ik wilde mezelf trainen in het ambachtelijke schrijven. Brainstormen, twintig onderwerpen bedenken en baf! Schrijven. Geen ge-eikel over inspiratie, moeilijke jeugd en een drankprobleem, maar gewoon stukjes leveren. 


Het leverde mij 94 blogjes op, veelal geschreven 's ochtends zo tussen 6 en 7. Voor het huis wakker werd nog even wat tikken. Twintig minuten, een half uurtje max per stukje.

Ik ben namelijk een schrijver. Ik schreef in 2012 onder een pseudoniem een detective, gewoon voor de leuk. In 2018 hoop ik mijn eerste boek onder mijn eigen naam te publiceren (hoewel 2019 ook een optie is), maar het verschijnen daarvan heeft nogal wat voeten in de aarde. Vooral vanwege zaken om het schrijven heen. 

Ik heb schrijven echter nodig, het voelt als een noodzaak. Als het mij zou lukken om binnen enkele weken (het werden er vier en een half) een jaar lang aan blogberichten te produceren dan zou dat mijn cadeautje voor mezelf zijn. Een teken dat ik er gewoon stukjes kan uitrammen als het nodig is. 

Natuurlijk helpt het feit dat ik kon schrijven over zaken die mij aan het hart gaan (lesgeven, leerlingen en onderwijs) hierbij ook mee. Als ik dat zou kunnen, dan was ik toe aan meer. Er lag een nieuw project, wat zeg ik, projecten in het verschiet en daar wilde ik iets mee. 

Toen de stukjes alle 94 af waren vond ik dat ik dat mocht en kon gaan doen. Schrijven! Wat een genot. Vind ik echt.

Ik heb het over 94 berichten, terwijl er hier 103 gepubliceerd zijn. De enige stukjes die ik wel semi 'live' schreef dit jaar waren de 'een dag / week uit het leven van' berichten. Daarbij vond ik dat ik niet kon smokkelen, die wilde ik niet vooruit verzinnen, maar gewoon noteren zoals ze gebeurden. Actueel blijven. Dat heb ik drie keer gedaan, de andere keren redde ik niet wegens diverse omstandigheden, waarover later meer. Die keren meldde ik me ziek of absent. Moet ook kunnen.

Op het moment dat ik aan dit stuk begon, was het dus eind februari 2017. Gefopt! En had ik geen idee of ik dit blog nog zou willen voortzetten. 

Dit hangt er ook een beetje vanaf of ik inmiddels lezers heb gekregen. En of ik nog nieuwe onderwerpen kan bedenken. Dat weet ik pas tegen de tijd dat dit bericht is gepubliceerd. Laat ik dat dan even afwachten. Horen jullie volgende week maandag weer iets van me, ok?


Of niet. Dat kan ook.


Zouden jullie willen dat ik nog even doorga?

Edit: Natuurlijk willen jullie dat ik doorga! Ik heb het afgelopen jaar zoveel leuke, lieve en inspirerende reacties gekregen, van mensen die ik helemaal niet kende maar die de moeite namen om mij te mailen of een reactie hier achter te laten. Soms zou ik willen dat meer mensen dat hier deden, maar als ik me bedenk dat een door mij geliefde blogster (kliefje.me) ruim 14000 individuele bezoekers per dag heeft, en per bericht 40 reacties krijgt, dan wordt duidelijk dat geen of weinig reacties op je blog zelf nog niet betekent dat je geen lezers hebt. Bovendien heeft dit blog ook een Facebookpagina waar ik wel heel regelmatig opmerkingen en complimenten op krijg. 

Bron: Pixabay.com


Iedereen die dat het afgelopen jaar deed, heel heel (licht)hartelijk bedankt. Aanstaande vrijdag vier ik mijn veertigste verjaardag en op maandag ben ik hier gewoon weer terug. In elk geval voor 1 jaartje. Zie ik jullie dan. 

maandag 15 januari 2018

Bijzondere leerlingen V

Vandaag opnieuw een terugblik naar een paar leerlingen die ik in het verleden les gaf en die me altijd zijn bijgebleven.
Bijvoorbeeld de jongen die altijd vrolijk was. Echt altijd. Het is (met mijn persoonlijkheid, he, jullie zitten vast veel nobeler in elkaar dan ik) makkelijk om kriegel te worden van mensen die al te vrolijk happy happy joy joy lopen te doen, maar bij deze jongen was dat anders. Hij speelde het namelijk niet, hij was het echt. In situaties waarbij er iets ernstigs speelde was hij lief en vol medeleven, maar hij bleef positief, onder alle omstandigheden.

Zonnestraal
Ik heb nog nooit iemand meegemaakt die werkelijk niet boos of geïrriteerd te krijgen was, en die zelf evenmin boosheid of irritatie wist op te wekken. Voor de les tekende hij vaak een grote smiley op het bord, stond altijd klaar met een knuffel of een vriendelijk woord en te allen tijden werd je enthousiast en blij begroet. Ik heb het weleens met hem gehad over zijn vrolijkheid en hij vertelde dat hij gewoon meestal vrolijk was en het fijn vond om dat door te geven. Soms kom ik hem nog weleens tegen en krijg dan altijd een stralende glimlach cadeau. Een zonnestraal, die kerel.

Veulen 

Ik heb ook eens een leerling in de klas gehad die er een hekel aan had op te vallen. Lastig, want het was veruit de grootste leerling in de klas. Lang, met lange en onhandige ledematen, net een wankelend veulen in de wei. Daarnaast was het een waanzinnig intelligent kind, mijlenver vooruit op de rest van de klas. Talen, exacte vakken, beeldende vorming, alles leek haar makkelijk af te gaan. Ze maakte hier weinig ophef over, en probeerde onopvallend achter in de klas te blijven, onzeker over zichzelf en haar rol in de klas. Maar ze vond leren zo leuk dat ze nooit in de verleiding kwam om het minder te doen dan ze kon, om zo de aandacht over al die supergoede cijfers te ontvluchten. Trouw aan zichzelf en haar ambities, sterk ondanks haar onzekerheid en met een rechtschapen hart.


Ik mocht een tijdje haar mentor zijn en tijdens een van onze mentorgesprekken vertelde ze eens dat ze het niet leuk vond dat er gepest werd in de klas. Ik wilde graag weten wie haar dan pestte, maar dat bleek niet het geval. Zij werd helemaal niet gepest, maar een ander meisje. Niemand had dat in de gaten behalve de pester en het gepeste meisje, maar zij zag het en voelde zich er naar over. Maar ze vond het te eng om er zelf iets van te zeggen. Of ik dat namens haar zou willen doen? Dat deed ik. 



Ik vraag me regelmatig af hoe het nu met haar gaat, maar maak me er tegelijkertijd weinig zorgen om. Dat veulen van toen is vast goed op haar poten terecht gekomen. Pardon: benen.

maandag 18 december 2017

Jaarfeesten

Een van de dingen die een Vrijeschool anders maakt dan andere scholen zijn de jaarfeesten. Bij het volgen van de natuur en de seizoenen hoort ook het vieren van de feesten die met elk jaargetijde verbonden zijn.

Michaëlsfeest
Elk feest heeft z'n eigen symboliek en achtergrond. Zo wordt aan het begin van het schooljaar, rond 29 september het Michaëlsfeest gevierd. Dit herfstfeest is verbonden met het verhaal van Joris (een andere verschijningsvorm van Michaël) en de Draak. Michaël was een van de aartsengelen en door de draak te verslaan overwon hij de krachten van de duisternis. Het verhaal kun je gebruiken om te beseffen dat wij als mensen met ons bewustzijn wakker moeten zijn om het kwaad in de wereld (en ons zelf!) te doorzien. En dat er moed nodig is om dit te overwinnen. Het is ook het eerste feest om ons voor te bereiden op de komst van kerstmis.

Bij onze school wordt het als een sportieve activiteit gevierd waarbij leerlingen soms ook iets moeten overwinnen, hun moed moeten tonen. We komen met zijn allen samen op een mooi terrein met water, waar de leerlingen in teams met mensen uit alle klassen door elkaar heen, in een circuit allerlei lichamelijke inspanningen tonen. Er zijn activiteiten verbonden aan de elementen water, lucht, aarde en vuur en bij allemaal werken de leerlingen samen om elkaar te helpen alles tot een goed einde te brengen.

Kerstviering
De vier weken voor kerst is de tijd van advent. Aan het einde van die advent vieren we met de hele school kerst, het winterfeest. Hierover zal ik volgende keer uitgebreid vertellen.

Voorjaarsconcert
Waar de beweging in de natuur vanaf de herfst steeds meer naar binnen gericht werd, en in de winter tot een stilstaand, doods hoogtepunt kwam, begint alles in de lente weer opnieuw te ontwaken. In de natuur en in onszelf. De lente is de tijd om weer naar buiten te treden, zoals de uitbottende knoppen aan de takken en de vogels die hun lied weer laten klinken. 

Op onze school doen wij dat ook, letterlijk. Vanaf het begin van het schooljaar wordt er al gerepeteerd en voorbereid, maar in de weken rond maart, april, zo voor Pasen wordt dit steeds intensiever, om te eindigen in een serie concerten. De hele school; leerlingen, docenten, ondersteunend personeel en ouders werkt eraan mee en het resultaat -dat ik nu een aantal keren heb mogen meemaken- is een professionele voorstelling, met popliedjes, percussie, zelf geschreven en gecomponeerde kleinkunstliederen en een klassiek koor die de prachtigste werken tot gehore brengen. Wat een manier om het voorjaar mee te beginnen! Ik vind het ontroerend en indrukwekkend, en ik ben daarin niet de enige.


SintJansfeest
Het laatste van de vier feesten die gevierd worden is het zomerse Sint Jansfeest dat rond 24 juni gevierd wordt. De beweging naar buiten toe waarbij het voorjaarsconcert een eerste aanzet was is nu tot volle wasdom gekomen, en het is het meest uitbundige feest van alle jaarfeesten. De naamgever van deze dag is Sint Jan, Johannes de Doper, en het feest is bedoeld om de natuur in al zijn uitbundige kracht van dit moment waar te nemen en te ervaren hoe deze ook in onszelf leeft. Het is ook een feest van verbondenheid met elkaar. 

Op onze school wordt dit feest gevierd met een wervelend aanbod van allerlei creatieve en culturele workshops en activiteiten waar de leerlingen uit kunnen kiezen. Er is muziek, zang, dans en er branden vuren in vuurkorven. Traditie is om aan het einde van het feest over een van de vuren te springen, als loutering. Alhoewel ik via een collega ook gemerkt heb dat het ook een moment is om goed door je rug te gaan. Oppassen dus.

donderdag 21 september 2017

Blij ei

Een deel van de antroposofische onderwijsvisie houdt in de docent enorm belangrijk is. Hij of zij dient positief en enthousiast te zijn, voor het vak en ten opzichte van de leerlingen. Bovendien wordt er verwacht dat je kunstzinnig en creatief lesgeeft.
Mij kost dit over het algemeen weinig moeite. Ik vind het namelijk echt leuk om les te geven en ben oprecht enthousiast over wat ik doe. Heerlijk, dat reciteren, luisteren naar mooie liedjes, in gesprek gaan met de klas, verhalen vertellen. Ik ben kunstzinnig en creatief, de lessen die ik ontwikkel zijn dat ook zoveel mogelijk en als je het leuk vind wat je doet is het niet moeilijk om enthousiast te zijn.

Fijne combi
Ik vind Engels een prachtige taal en geschiedenis (laten mijn lerarenopleiders het niet horen) zo mogelijk een nog mooier vak. Daarnaast vind ik het erg leuk om verhalen te vertellen. Ik ben op mijn blijst als ik een periode Renaissance kan geven en naast een stuk kunstgeschiedenis ook kan vertellen over de Engelse renaissance; Henry VIII en al zijn vrouwen, Elizabeth I, Shakespeare, sir Francis Drake. Of over de Industriële Revolutie; enclosure, opkomst van de industrie, uitvindingen, sociale kwestie met een staartje Victoriaanse tijd en Dickens. En geschiedenis en Engels en mooie verhalen om te vertellen, mijn persoonlijke lesgeefhemel!

Te vrolijk
Voordat dit een al te vrolijk stukje wordt; ik ben natuurlijk slechts een mens. Een mens bovendien met Pms, kinderen die de neiging hebben om zo af en toe ziek te zijn, slechte nachten en andere zaken die mij uit mijn blij-ei-modus halen. Als er dingen aan de hand zijn die groter zijn dan een alledaagse irritatie of slecht humeur, er echt iets aan de hand is, dan speel ik meestal open kaart met mijn klassen. Als er iemand in je omgeving erg ziek is of zelfs komt te overlijden dan kun je er even niet optimaal zijn en leerlingen mogen dit best weten.

Ziek
Ook heb ik regelmatig te maken met ziekte; mijn zwakke plek is voorhoofdholte-ontsteking en dat duurt zo vier weken. Als het te erg wordt, blijf ik uiteraard thuis, maar dat kan niet altijd. In die gevallen dat ik op school ben maar het eigenlijk net wel/ net niet kan, leg ik het ook uit aan mijn klassen. 'Ik ben er wel, maar voel me behoorlijk naar, wazig en duizelig. Het zou heel fijn zijn als jullie vandaag even extra lief voor me zijn.' Het fijne is: negen van de tien klassen zijn dat dan ook. Net mensen, die pubers.

Heppie de peppie

Als het iets minder groots is, maar ik me om de een of andere reden (hormonen hebben hier vaak mee te maken) niet echt heppie de peppie voel dan bluf ik me er meestal doorheen. Ik doe dan net of ik wel vrolijk ben. En het rare is: dat werkt dus echt. Niet bij echt groot verdriet en narigheid, maar bij huis-tuin-en keuken chagrijn wel. Hoe je dat doet? Jezelf vrolijk bluffen? Ik zet een grote glimlach op. Dat kan gekunsteld of krampachtig aanvoelen, maar ik doe het wel. Met die grote glimlach richt ik me bij de deur op de leerlingen die binnenkomen, schud hen de hand en laat hen weten dat ze welkom zijn. Ik doe mijn best hen vrolijk de klas binnen te laten, deel even een extra complimentje uit en maak bewust, met aandacht contact met de kinderen die binnen komen.

Wat er dan -vaak- gebeurt is bijzonder. Althans, dat vind ik. Leerlingen vinden het altijd fijn om positief benaderd te worden en reageren leuk. Er ontstaat een goede energie en met die energie start ik de les. Vaak treedt dan (bij ziekte of hoofdpijn) adrenaline in werking en negen van de tien keer eindig ik met meer energie de les dan ik eigenlijk in het begin voelde. En wat nog fijner is: de vrolijkheid waarmee ik dan weer afscheid van de klas neem is niet geveinsd.



Zo gebeurt het regelmatig dat ik met een grote glimlach de school uitstap, terwijl ik een paar uur daarvoor nog met een chagrijnige kop binnen stapte. Lukt niet altijd, maar die keren dat het wel zo gaat is winst. Voor alle partijen.

maandag 17 juli 2017

Bijzondere producten

Op geen enkele andere school ben ik zoveel supertof uitgevoerde opdrachten tegen gekomen als op deze school. Ik sta af en toe versteld van de creativiteit van mijn leerlingen.

In mijn Engelse lessen mogen de leerlingen in de 8e klas (tweede klas in regulier onderwijs) gedurende zes lessen, twee weken lang, werken aan een zelfgekozen project. Ze kunnen hierbij kiezen voor het dr.Who project, waarbij ze eerst kennismaken met deze iconische tv held, leren hoe je een script voor een televisieserie schrijft en vervolgens schrijven ze zelf een script voor een scene van ongeveer vijf minuten. In het Engels natuurlijk, duh!

Ze kunnen ook kiezen voor het maken van een Engelstalig tijdschrift, of een zogenaamd 'Individual project'. Dit houdt in dat ze zelf een onderwerp kiezen waar ze in geïnteresseerd zijn en zich hierin gaan verdiepen. Ze moeten er dan Engelstalig onderzoek naar doen en dit verwerken in een Engelstalig product. Zo heb ik filmpjes gekregen waarin videogames nauwkeurig werden geanalyseerd en gerecenseerd, een presentatie gezien waarin werd verteld over de Amerikaanse eetcultuur en de prachtigste tijdschriften. Kijk, zoiets nakijken is dus nooit vervelend!

Ik heb ook eens samen met een collega een periode geschiedenis gegeven. De industriële revolutie. Mijn collega gaf drie dagen per week (drie weken lang) het feitelijke deel van de periode, met een periodeschrift en periodetoets. Ik gaf twee dagen per week, dus zes dagen in totaal een andere verwerking. Ik vertelde de verhalen van mensen die van belang waren geweest voor die Industriële revolutie en liet de leerlingen werken aan een zelfgekozen opdracht. Werkstukken, posters, maquettes, filmpje, ze mochten iets kiezen wat zij het fijnste vonden. Hierin moesten ze laten zien wat zij hadden geleerd over deze periode en er moest een van de bekende figuren uit die tijd in voor komen. Er was een leerling die een film gemaakt heeft die ik thuis met mijn hele gezin heb bekeken. Wat geweldig!

Iets anders waar ik van onder de indruk ben is het eigen initiatief van leerlingen. Bij mij wordt veel film gekeken. Vanwege de onderdompeling, een beetje voor de leuk, maar ook om er iets mee te doen. Een kijk-en luisterverslag: waar ging de film over, waar en wanneer speelt het zich af, wie zijn de hoofdpersonen, wat vind jij van hun gedrag, wat is de kwestie waar de film over gaat, hoe zou jij je gedragen als jij zoiets zou meemaken, etc.


Vorig jaar had ik met een van mijn klassen de film Coraline gekeken en wie schetst mijn verbazing toen een van de leerlingen bij haar filmverslag met een extra bijlage aankwam? Een eetbare!




Zeg nou zelf, op een school mogen werken met zulke leerlingen, dat wil toch iedereen?!

maandag 24 april 2017

Paasvakantie III

Gisteravond laat kwamen we weer terug van een welverdiende vakantie in merry England. 

Moe van de vlucht laat ik het voor vandaag even bij een plaatje. 

Hebben jullie allemaal ook zo heerlijk vakantie?

Bron: http://lusine13.blogspot.nl