Op
de reguliere school waar ik heb gewerkt heb ik behoorlijk geworsteld
met voor de klas staan. Het eerste jaar dat ik daar werkte was gewoon
niet leuk. Er werden dingen van mij verwacht waar ik niet goed in was
en ik had heel veel moeite met de omschakeling van een juf in een
onderwijsvernieuwende school naar een traditionele docent.
Orde
Aan
het einde van dat eerste jaar, toen duidelijk werd dat ik nog een
jaar mocht blijven en men mij eigenlijk wel zelfs een vast contract
zou willen aanbieden, wilde ik hier iets aan doen. Ik moest steviger
voor de klas staan, ik moest mezelf opnieuw gaan opleiden op het
gebied van orde. Van een collega kreeg ik het boek 'Orde in de klas'
van Rene Kneyber te leen en in de zomervakantie besteedde ik een
groot deel van mijn vrije tijd aan het bestuderen van dit boek.
Gewapend
met een map vol aantekeningen, nauwkeurige lesvoorbereidingen en
handige standaardstrafwerkformulieren stapte ik in augustus weer de
school binnen. Ik hield me aan mijn eigen regels, was consequent en
het ging dat jaar, eigenlijk vanaf het begin, direct een stuk beter
qua orde houden. Maar wat mij betreft is een deel van de winst van de
tijdsinvestering in die zomer ook dat ik ging nadenken over wat voor
mij belangrijk is bij het lesgeven.
Handen
geven
Een
van de beslissingen die ik toen nam was om voor elke les de
leerlingen een hand te geven. In het begin keken leerlingen en andere
collega's hier raar van op, maar ik wilde dat momentje om voor de les
iedereen even in de ogen te kijken. Voordat de les echt begon, wilde
ik al contact hebben gehad met mijn leerlingen. Van alle dingen die
ik dat jaar deed, werkte dit het beste. Aan het einde van dat jaar,
toen ik al aangenomen was bij de school waar ik nu werk, werd het
handen geven in de centrale vergadering genoemd. Men zag dat het een
fijn begin van de les was, en het contact met leerlingen beter ging
bij mij, en er waren diverse collega's die in het komende jaar ook
wilden beginnen met het begroeten met een handdruk.
Great
minds think alike
Hoe
grappig was het dan ook, toen ik op mijn huidige school een eerste
proefles kwam geven, dat ik aan de begeleidende docent vertelde dat
ik gewend was om de leerlingen een handdruk te geven bij het
binnengaan in de klas. Het bleek namelijk dat dat iets is dat bij het
Vrijeschoolonderwijs hoort. En niet alleen bij binnenkomst, maar ook
bij het verlaten van de les. Dat was nieuw voor mij, maar ben ik in
de ruim drie jaar dat ik op deze school werk nog wel meer gaan
waarderen.
Bij
het begroeten maakt een hand geven dat je direct al even contact
hebt. Je ziet de leerling met het nieuwe kapsel, een leuk nieuw
jasje, wallen onder de ogen, rode oogjes, een stiekeme zak chips nog
in de handen en kunt hier meteen iets mee. Bij het verlaten zorgt het
ervoor dat je de les even echt kunt afsluiten. Je hebt kans voor een
heel snelle mini-evaluatie. Iets langer hand vasthouden en een
compliment geven: 'Ik heb jou de hele les niet gehoord, volgens mij
ben je keihard aan het werk geweest, klopt dat?' of juist 'Volgende
keer wil ik dat jullie even een andere plaats uitkiezen, want ik vond
zo naast elkaar vandaag geen goede combinatie. Jullie wel?'
Het
maakt dat het contact wezenlijker is en dat komt mijn onderwijs ten
goede.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten