Binnenkort
heb ik een reünie van mijn oude basisschool en ik merk dat het meer
met mij doet dan ik had gedacht. Mijn basisschooltijd was niet de
meest prettige tijd van mijn leven. Ik heb me behoorlijk alleen
gevoeld, van groep drie, toen het jongetje dat mijn beste vriendje
was vertelde dat hij voortaan niet meer met mij kon spelen, tot groep
acht. De brugklas was ook nog niet heel prettig, maar vanaf de tweede
klas middelbare school keerde het tij en werd het steeds beter.
Stempel
Die
vervelende tijd, binnen en buiten school, heeft lange tijd een
behoorlijke stempel op me gedrukt en soms kunnen bepaalde
herinneringen mij nog weleens verdrietig maken. Toen ik zo onder
gespuugd werd dat mijn jas er kletsnat van was, bijvoorbeeld. Of die
keer dat ik snikkend bij het bureau van de juf vertelde dat mijn
ouders gingen scheiden en ik uitgelachen werd omdat ik moest huilen.
Iets wat me ook nog steeds een beetje van mijn stuk kan brengen is
die keer dat ik supervrolijk wakker werd omdat we een spel mee
mochten nemen naar school. Blij en vol verwachting ging ik naar
school, om er hier achter te komen dat er niemand was die met mij
wilde spelen. Ik zocht een plekje op bij de kapstok, verstopte me
achter jassen en heb de hele tijd dat we mochten spelen in mijn
eentje zitten huilen. Uit eenzaamheid en teleurstelling. Het bittere
verdriet van hoe iets vrolijks werd kapotgemaakt door het gevoel dat
niemand mij leuk genoeg vond, kan mij – optimistische en
zelfverzekerde volwassene die ik inmiddels ben- nog steeds een beetje
raken. Misschien dat ik wel naar die reünie wil, om een stukje van
toen nog beter te verwerken.
Voorbeeld
Toch is het
niet alleen kommer en kwel. Hoewel ik met mededogen kan kijken naar
het kleine meisje dat ik toen was en haar graag iets anders had
gegund, heb ik er ook van geleerd. Hoe het niet moet als docent
bijvoorbeeld. Er werd over het algemeen weinig tot niets gedaan aan
pesten, als het al gezien werd. In het jaar dat het pesten op het
hoogtepunt was, kreeg ik van mijn meester de rapportopmerking
'Jolanda moet zich niet in een hoekje laten drukken'. Ik weet nog dat
dit voelde als stomp in mijn maag. Ik werd dat jaar iedere dag
uitgescholden, achternagezeten, in bosjes geduwd en gekleineerd, maar
ik was blijkbaar de schuldige, want ik liet me in een hoekje drukken
volgens meester.
Gelukkig
heb ik ook geleerd hoe het wel moet en hoe zeer een goede leraar het
verschil kan maken. In groep zeven kreeg ik de liefste juf die ik
ooit gehad heb. Juf Jenny nam de tijd voor mij, gaf mij de liefde en
aandacht die ik thuis tekort kwam, zette pesters op hun nummer en gaf
mij het gevoel dat ik wel iets kon en wel iets waard was. Onbewust
heeft deze prachtjuf mij geïnspireerd om zelf docent te worden. Want
ik wil in mijn lessen datgene wat zij mij gaf. Ik wil dat iedereen in
mijn klas zich gezien voelt, weet dat ze bij mij welkom zijn en dat
ze – ieder op hun eigen manier- iets kunnen. Dat lukt me vast niet
altijd, maar het is waar ik naar streef, elke dag opnieuw.