Ze zeggen
weleens dat als je aardig wilt worden gevonden, je niet het onderwijs
in moet gaan. Nu zit hier best een kern van waarheid in, hoor, maar
voor mij klopt het niet helemaal. Kijk, als er kwesties zijn waar ik
over ga, dan beslis ik. Ik heb de leiding in de klas, ik bepaal hoe
dingen gaan. Ik hou van overleg maar uiteindelijk ben ik de baas. Ik
ben niet bang om soms te besluiten tot zaken waar niet iedereen van
mijn leerlingen het mee eens is. Soms zelfs geeneen. Maar ik vind een
goede sfeer in de klas heel erg belangrijk. Soms misschien wel
belangrijker dan orde houden. Hoorde je dit nu goed? Ja.
Goede sfeer
Natuurlijk
is orde in de klas een belangrijke voorwaarde om tot leren te komen.
Ik creëer dit soort momenten zorgvuldig, in bijna elke les is er wel
een moment waarin elke leerling in doodse stilte aan het werk is.
Heerlijk, de rust die dan in de klas neerdaalt! Maar dit is niet
altijd zo. Sterker nog, vaak is het bij mij in de klas een beetje
rommelig, een gezellige bende zou je het kunnen noemen. Ik bepaal
wanneer deze momenten zijn en ik bepaal ook wanneer het stopt, maar
voor de rest laat ik het zo, omdat ik merk dat als leerlingen zich
goed voelen, ze ook eerder iets leren. Ik ben wat dat betreft geen
strenge juf.
Aardig
Dit zorgt
ervoor dat veel van mijn leerlingen mij aardig vinden. Plezierig
vanwege bovenstaande reden, maar geen hoofddoel. Omgekeerd vind ik
eigenlijk (bijna) al mijn leerlingen aardig. Iedereen? Ja, hoe raar
het ook klinkt. Ik werk niet voor niets in het onderwijs. Ik ben
sowieso geïnteresseerd in mensen, wat hun leeftijd ook is, maar
jonge mensen tussen de twaalf en achttien hebben iets bijzonders.
Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten, talenten, gaven, en aan elke
leerling kan ik wel iets moois, iets eigens ontdekken. Lukt het me
niet om dat te vinden, is het vooral een motivatie om door te blijven
zoeken. Is het nu een en al hosanna en hippie onderwijs bij mij in de
klas? Neen. Ik ben zelf immers slechts een mensch, eentje met pms
bovendien en heel soms komt het voor dat het niet klikt met een
leerling. Meestal zet ik dan door en besteed dan extra aandacht aan
diegene. Ik ben gelukkig wel dusdanig professioneel dat de
desbetreffende puber er zelf niets van merkt. Negen van de tien keer
zorgt de extra aandacht er trouwens voor dat er vanzelf een soort
verbinding ontstaat. Die tiende keer blijft de leerling een mysterie
voor mij en blijft het niet klikken. Maar waar ik inmiddels honderden
leerlingen, wellicht misschien wel tegen de duizend, heb les gegeven
is het aantal leerlingen met wie ik echt niets had op 1 hand te
tellen. Best een goed gemiddelde vind ik. Uiteindelijk komt het erop
neer dat ik probeer om liefdevol les te geven. Grote woorden en ook
behoorlijk hippie de pippie, maar het zou wat. Ik hou van (bijna) al
mijn leerlingen. En voor die ene schreef ik onlangs een klein versje.
Voor die
ene dromende leerling.
Op een
dag, zo dacht zij,
terwijl
ze dapper doorzette zoals ze dat al zo dikwijls had gedaan,
op een
dag dan zal ik zingend stralend naast de sterren staan.
Ze zette
dus door
ze
ploeterde en probeerde
ze zag
haar kansen schoon
ze wikte
en ze woog
ze
droomde en ze droomde
en op
een dag
deed
ze het gewoon.