maandag 26 maart 2018

Paaslessen


Het leek me leuk om eens wat meer te vertellen over wat ik in de klas zoal uitspook. Qua lessen, bedoel ik in dit geval. Ik heb hier al eens verteld over de adventlessen die ik de laatste drie weken voor de kerstvakantie geef, en omdat deze week Pasen al in de lucht hangt is het vandaag tijd voor mijn paaslessen.

Bron: Pixabay.com

Eerst het voorjaar, dan de eitjes
Op een Vrijeschool worden de seizoenen gevolgd, ook in wat we bij vaklessen doen, dus is het volstrekt logisch dat bij de Engelse les aandacht wordt gegeven aan de lente. Ik doe dat door middel van het reciteren van een schattig lentegedichtje. Daarna is het al vrij snel tijd voor Pasen. Ik heb dit door de jaren heen op verschillende manieren gedaan; leerlingen vragen laten beantwoorden waarbij de combinatie van de juiste antwoorden een code opleverde. Vervolgens mochten ze in de klas op zoek gaan naar door mij verstopte eieren en het ei opzoeken met hun code. In dat plastic ei zaten dan voor ieder een klein paaseitje. Heel leuk, maar wel een flink karwei. Elk duo moest andere papieren (met verschillende codes) want anders is de hele klas op zoek naar hetzelfde ei. En elk uur moesten leerlingen even buiten wachten terwijl ik met zweet op mijn voorhoofd de eieren snel verstopte. De laatste jaren maak ik me er daarom iets makkelijker van af, met een paasquiz. 

Quiztijd!
De basis van de lessen is altijd een tekstje die ik ooit tegen kwam in een reclamefolder van een Noord-Ierse supermarkt, toen ik daar voor mijn studie een tijdje doorbracht. Het was toen ook rond Pasen en in het foldertje stond tussen de reclame voor 'egg-stra special' paaschocola allerlei informatie over de oorsprong van Pasen en de voorlopers van dit feest. Dit tekstje gebruik ik om de leerlingen te laten lezen, spreken, luisteren, samenwerken en iets te leren over Easter. Hoe? Het is een best moeilijke tekst, met veel moeilijke woorden. Een leerling krijgt alleen de tekst, een tweede leerling krijgt de vertaling van de moeilijke woorden. Ze moeten dan samenwerken om er zo achter te komen wat er nu precies staat.

Ook spreken en luisteren
Er zijn nog twee leerlingen in het groepje die de tekst niet mogen zien, maar zij moeten straks wel de vragen van de quiz beantwoorden. Dit betekent dat er opnieuw moet worden samen gewerkt: zij moeten vragen stellen aan leerling een en twee en aantekeningen maken (alles in het Engels natuurlijk) over de informatie in de leestekst. Al met al zorgt dit ervoor dat ze alleen verder kunnen komen als ze goed samenwerken en allemaal mee doen. Natuurlijk zitten er ook leerlingen tussen die minder goed zijn in Engels, maar met z'n vieren komen ze zo een heel eind.

In de laatste tien, vijftien minuten spelen we dan de quiz. De leerlingen verlaten de les niet alleen met een paaseitje (deze juf  houdt nu eenmaal van uitdelen) maar ook met kennis die de meesten nog niet hadden.

Nu jullie...
Ben ik benieuwd of jullie de vragen in de quiz goed zouden beantwoorden. Ik zal ze niet allemaal doen, maar een paar. Gewoon voor de gein. Doen jullie mee? Doe ik voor deze ene keer de vragen in het Nederlands.

1. Wat is de belangrijkste datum op de christelijke kalender?
A. Kerstmis
B. Vastentijd
C. Pasen

2. Wat werd er vereerd tijdens heidense lentefestivals?
A. Konijnen en eieren
B. Mythologische godinnen
C. Een heilige boom

3. Wat was de naam van een heidens lentefestival?
A. Astora
B. Ostoro
C. Ostara

4. De traditie van het eieren zoeken ontstond in de tijd van welke overheersers?
A. De Barbaarse
B. De Romeinse
C. De Griekse

Ik laat het hier even bij. De antwoorden krijg je aanstaande maandag van me, samen met een korte Paasherhaling. Een gewoon nieuw bericht krijg je voor deze ene keer (ivm Pasen) volgende week donderdag. 

Laat je nu een reactie achter, hier of op FB, met jouw antwoorden, krijg je van mij een paaseitje!



Bron: Pixabay.com

donderdag 22 maart 2018

Rerun: Zin en onzin over leraren en vakantie


Het onderstaande bericht verscheen vlak voor de zomervakantie 2017. Vandaag mag dit blogbericht als eerste op herhaling, als aanvulling op het stuk van vorige maand, over de stakingen in het basisonderwijs. Wat achtergrondinformatie, zeg maar. 



Bron: Pixabay.com

Bijna, bijna is het zover en begint dan eindelijk de zomervakantie. Het was een heel lange rit dit jaar, met een meivakantie die in april viel en maar liefst twaalf weken tussen die paasvakantie en deze zomervakantie. Mijn leerlingen zijn er dan ook behoorlijk aan toe. En als ik hier thuis zo eens rond kijk, mijn kinderen ook.
Toen ik begon met werken in het onderwijs, hadden we elke zomer zeven weken vakantie. Tegenwoordig is dat terug gebracht naar zes. Nog royaal vergeleken bij andere beroepen en banen, maar om heel eerlijk te zijn ook een noodzakelijkheid. Net als de andere vakanties die we in het onderwijs hebben.


Bron: Pixabay.com


Ergernis
Over leraren en vakanties wordt veel gezegd, en vaak is het grote onzin. Ik zal niet snel vergeten dat ik bij de Chinese afhaal betrokken werd bij een gesprek. Een aantal bekenden hadden het over werk en luiheid, zoiets. De ene partij maakte een opmerking als 'Ja, als ik het makkelijk had willen hebben dan was ik het onderwijs wel in gegaan. Dan heb je tenminste bijna altijd vakantie, toch?' Met een olijke blik keek hij eerst naar zijn kennissen, die hem lachend bijvielen. Toen keek hij mij aan, en aan de geschrokken blik in zijn ogen kon ik merken dat mijn eigen gezichtsuitdrukking minder geamuseerd was. Not amused indeed. Link kan ik er van worden.

Bron: Pixabay.com



Ken je dit soort uitspraken?


There are two good reasons to become a teacher: July and August.

Heel grappig, hoor. Behalve als je beseft dat het niet alleen niet waar is (juni, juli en augustus bevatten in totaal ruim 13 weken, waarvan we 6 weken officieel vakantie hebben en de andere 7 gewoon werken), maar best frustrerend dat mensen vaak niet door hebben dat zo'n uitspraak een grapje is.

Bron: Pixabay.com


Even wat feitjes:
bij een volledige baan (in onderwijstermen 1,0 fte) in het onderwijs werk je in het voortgezet onderwijs 42,29 uur per week. Ter vergelijking: bij veel andere banen bestaat een volledige baan uit 38 tot 40 uur per week. De 2 ½ tot 4 ½ uur die je bij een volledige baan meer werkt t.o.v. de meeste andere banen is om de lesvrije dagen (in de volksmond: vakantie) te compenseren. Wij werken namelijk in 40 weken tijd (=52 weken minus 12 lesvrije weken) evenveel als andere mensen in 45. (bron: http://www.drs-online.nl/artikel.php?ID=695) Wordt het al iets minder luilekkerland?

Werken in het onderwijs komt met risico's. Van alle branches is het risico op een burn out in het onderwijs het grootst, en dat is al jaren zo. (bron:http://www.coachbureau.nl/blog/2015/06/02/werken-in-het-onderwijs-nergens-is-de-werkdruk-zo-hoog-nergens-zoveel-burn-out/) De weken vakantie die er zijn, zijn eenvoudigweg nodig om bij te tanken. Werken in het onderwijs betekent werkdagen van gemiddeld 8,5 uur. Maar dat is gemiddeld. Er zijn soms, met name vlak voor vakanties pieken waarin (flink) meer gewerkt wordt. Zouden er minder vakanties zijn, dan zou het nog moeilijker zijn om bij te komen. Klinkt toch alweer iets minder rooskleurig.

Er is een verschil tussen waar je officieel voor betaald krijgt en wat je in werkelijkheid doet. Uit recent onderzoek van de Aob (Algemene Onderwijsbond) blijkt dat hoewel de officiële werkweek in het basisonderwijs 40 uur per week is, en in het voortgezet onderwijs zoals hierboven beschreven 42,5 is, docenten structureel overwerken. Onbetaald uiteraard. Een leraar op de basisschool werkt gemiddeld 46, 9 uur per week (kun je je voorstellen: bijna een hele werkdag extra werken? Elke week?) en een leraar op de middelbare heeft een gemiddelde werkweek van 45,2 uur. Behoorlijk gevulde werkweken dus. De uren die leraren maken in schoolvakanties moeten hier overigens nog bij op worden geteld, want die zijn in dit onderzoek niet meegenomen. (bron:http://www.aob.nl/default.aspx?id=12&article=52823)

  • Bovendien zijn lang niet alle vakanties ook echt honderd procent lang-leve-de-lol-ik-voer-geen-ene-mallemoer-uit-vakanties. Sterker nog, ik noemde het net al lesvrije weken, en dat is ook zo. Neem de zomervakantie. Ik heb minimaal een week nodig om alles af te ronden van het afgelopen jaar en begin in de laatste week weer met plannen en voorbereiden van het nieuwe jaar. Blijven er van de vijf weken vakantie nog drie over. Waarin ik vaak ook alweer ideeen op doe en contacten onderhou. Een 'kleine' vakantie als de herfst-of voorjaarsvakantie wordt zo gevuld met achterstallig nakijkwerk en voorbereiden, mailtjes en contact met ouders. Scheelt reistijd, en je bent er geen hele week mee bezig, maar alleen maar cocktails drinken onder een palmboom? Neen.

Valt tegen? Nee hoor, ik ben erg tevreden. Ik heb een fijne baan en ik geef met veel plezier met hart en ziel les.
Maar het is bij tijden ook heel zwaar. Je bent vaker wel dan niet aan het werk, ook 's avonds en in het weekend. Ik voel me zelden echt vrij, ben altijd op de een of andere manier met mijn werk en mijn leerlingen bezig. En op sommige momenten kan ik er dan heel slecht tegen als mensen grapjes maken over hoe makkelijk het wel niet is om te werken in het onderwijs, met elk jaar drie maanden vrij. Onwetendheid, ik weet het, maar wel onwetendheid die steekt.

Gelukkig is het bijna weer zover: zomervakantie. De komende vijf weken blijf ik bloggen, hoor. Maar wellicht wel iets kortere berichten, die ik van tevoren inplan. Het is immers zomer en ik geniet van een zeer welverdiende vakantie.
Dus als jullie mij zoeken: ik lig op het strand. Onder een palmboom. Met een cocktail.

(In elk geval in gedachten.)

Die vakantie, dat duurt op dit moment nog wel even, maar de rest daar sta ik nog steeds achter. Volgende keer weer wat meer positiefs over het werken in het onderwijs. Paaslessen!

maandag 19 maart 2018

Goede leerling versus slechte leerling


Jullie weten het misschien nog niet zo van mij, maar ik probeer mijn leven, en dus ook mijn jufzijn, in te richten naar boeddhistische principes. Een aspect daarvan is dat ik streef zo min mogelijk te oordelen. Het benoemen van een goede leerling danwel slechte leerling stuit mij daarom tegen de borst, maar voor dit stukje zal ik die bezwaren proberen te laten gaan. Om mezelf wat tegemoet te komen ga ik het vooral over goede leerlingen hebben. Dat is nog steeds een oordeel, maar in elk geval een wat meer positieve insteek.

Cijfergericht
Kinderen denken vaak dat het goed doen betekent dat ze hoge cijfers halen. Ik geloof niet dat dat zo is, en ik realiseerde mij dit voor het eerst toen ik het een hele tijd geleden met een collega had over een mentorleerling van mij, die mijn collega bij haar vak in de les had. Ze vertelde me dat mijn mentorleerling haar beste leerling was. Zijn cijfers kwamen niet uit boven een vier, vier en een half, soms een vijfje, maar desondanks was hij haar beste leerling.

Ik snapte wat zij bedoelde. Ik heb hier nog eens over nagedacht en ik ben het met mijn collega eens. Wat maakte dat hij haar beste leerling was? Hij deed zijn best. Niet om te slijmen, niet uit streberigheid, niet uit angst voor slechte cijfers of omdat hij moest van zijn ouders, maar omdat hij graag wilde. Hij vond het moeilijk, maakte vaak fouten, maar ondanks dat wilde hij weten hoe het zat. Hij lette op tijdens de les, maakte zijn huiswerk en dacht mee tijdens klassikale opdrachten. Hij bleef aardig en liet zich niet het veld uit slaan, ondanks de tegenvallende resultaten. Gelukkig gingen deze heel langzaam wel omhoog, al werd hij, noch in haar vak, noch in het mijne, een hoogvlieger.

Bron: Pixabay.com


Ontwikkeling 
Niet ieder kind kan dit, en dat hoeft ook niet altijd. Door mijn rijleservaringen weet ik hoe waanzinnig demotiverend het kan werken om telkens iets te moeten doen wat je niet kunt. Althans heel, heel moeilijk vind. Hoe gefrustreerd je kunt worden van alweer een slecht resultaat. Maar om dan, al is het met de moed der wanhoop, toch weer overnieuw te beginnen, dat vergt kracht.

Soms ben ik blijer met een 5 bij een leerling die het hele jaar alleen nog maar drieën haalde, dan met de zoveelste goed of zeer goed van een leerling die het altijd goed doet. Als er ontwikkeling te merken is bij iemand die zich inzet en van goede wil is, daar kan ik zo vrolijk van worden. Die inzet is waar ik bij alle leerlingen op hoop, en gelukkig bij heel veel terugzie. Zeker bij die leerling met lagere cijfers.

maandag 12 maart 2018

Juf Jolanda gaat natuurlijk door!

Bron: Pixabay.com


Maar wel wat anders dan het afgelopen jaar. Zoals ik vorige keer vertelde was het beginnen van dit blog een cadeautje voor mezelf. Een uitdaging ook. Door er binnen vier weken een paar ochtenden in de week vroeger op te staan, lukte het om er 94 stukkies uit te rammen. Ik was trots op mezelf en vastbesloten om vanaf maart 2017 meer met schrijven te doen.

Soms loopt het anders...
Beetje jammer alleen dat ik zo vreselijk moe was. Eigenlijk al een paar maanden. Een paar jaar misschien wel. En dat ik zo ontzettend slecht sliep. En dat mijn schouder- en nekklachten alleen maar erger werden en uiteindelijk resulteerden in zowel een peesontsteking als een slijmbeursontsteking, en op de koop toe een frozen shoulder. Ik wilde zoveel, zowel met het publiceren van dat boek, als meer schrijven (zoveel ideeën, zo weinig tijd!) en natuurlijk met lesgeven. En dan was daar nog mijn man, en mijn kinderen en mijn familie die ik allemaal genoeg aandacht moest geven. En mijn zelfgemaakte kerstcadeautjes en andere creatieve projecten. En het huishouden - echte haaaaaat wat betreft De Was die nooit af is in een gezin met vijf man-  en de huisdieren. En elke dag lange einden fietsen vanwege genoeg lichaamsbeweging. En alleen maar zonder pakjes en zakjes en suiker en dierlijke vetten koken en bakken wegens gezond willen eten. En minstens een boek per week lezen. En een sociaal leven proberen bij te houden. En ontspannen? Nou ja, dat dan ook, maar alleen als de to do lijst af was. Die echter nooit af was en alleen maar groeide.

Bron: Pixabay.com


Nieuwe start
Nou ja, jullie zien het waarschijnlijk allang aan komen als je dit leest, maar zelf snapte ik er niets van toen ik eind april alleen nog maar kon huilen en eind mei nog nasnikte. Wat was er toch met mij aan de hand? Begin mei 2017 meldde ik me ziek, en stapte een hele nieuwe periode in.

Juf Jolanda had een burn-out. Toch niet die vrolijke juf, die met zoveel plezier lesgaf?! Jawel. 

Anders
Ik heb vanaf het moment dat ik besefte dat ik een burn-out had tot aan nu, ruim negen maanden later, veel geleerd. Ik ben van heel ver gekomen, heb een paar diepe dalen gekend en ben inmiddels begonnen aan mijn terugkeer. Niet een terugkeer naar hoe ik was, en hoe ik mijn leven altijd heb ingedeeld, want dat kan niet meer. Dat is hoe ik in deze burn-out ben beland. Wel een terugkeer naar schrijven en lesgeven, maar dan anders. Gezonder. Met een andere instelling. Liever voor mezelf ook.

Juf Jolanda en de burnout
Over dat proces zal ik op dit blog elke maand een stukje schrijven. Niet teveel, want het is en blijft mijn juffenblog, maar wel een aantal keer, want een burn-out is een onderwijskwaaltje. Hoe dat komt? Heb ik het vast nog wel eens over.

Het oog wil ook wat
Wat hier verder veranderd is dat ik beter ga letten op de opmaak dan het afgelopen jaar en ik wil voortaan bij elk bericht een fotootje. Ik ben dan wel van de (lange lappen) tekst, maar zelfs ik zie dat een blog opfleurt van af en toe een plaatje erbij. Nou, dan regel ik dat toch?

Less is more
Ik heb besloten om dit nieuwe jaar nog maar een keer per week een stukje te schrijven. Elke maandag kun je voortaan een vers juffenblog verwachten. Een keer per veertien dagen verschijnt er op donderdag nog wel een rerun; een herhaling dus. Ik herhaal dan een bericht dat al eerder verscheen; omdat ik vind dat het nog eens aandacht verdiend of omdat ik er een vervolg bij ga schrijven. 

Herstel
Op deze manier is het schrijven van dit blog goed vol te houden volgens mij, en kan ik er nog steeds plezier aan beleven terwijl ik me vooral op mijn herstel blijf richten. Want ik ben er nog niet. 

Bron: Pixabay.com

Maar dat hoeft ook niet. Alles op z'n tijd. 

maandag 5 maart 2018

Eindconclusie?




Op 9 maart 2017, mijn 39e verjaardag, gaf ik mezelf dit blog als verjaardagscadeautje. Ik schreef 103 blogberichten het afgelopen jaar. Tijdens de vakanties maakte ik me er vaak wat makkelijker van af, met een filmpje, plaatje of gedicht, maar meestal konden jullie hier een gedegen stukje vinden dat ik met aandacht schreef.


Ik zal jullie, zo bij het laatste bericht van dit jaar iets bekennen. Eigenlijk schreef ik bijna al deze stukjes niet op de dag dat ze gepubliceerd werden. 

Ook niet in de week daarvoor, en zelfs niet in de maand daarvoor. 

Alle stukjes die het afgelopen jaar verschenen (met uitzondering van een aantal, daarover straks meer) schreef ik van eind januari tot eind februari 2017 . Als oefening voor mezelf.

Ik wilde mezelf oefenen in het korter en bondiger schrijven. (Ik heb nogal de neiging om uit te wijden en volgens de wetten in blogland haken lezers af bij stukken van meer dan 500 woorden.) En ik wilde mezelf trainen in het ambachtelijke schrijven. Brainstormen, twintig onderwerpen bedenken en baf! Schrijven. Geen ge-eikel over inspiratie, moeilijke jeugd en een drankprobleem, maar gewoon stukjes leveren. 


Het leverde mij 94 blogjes op, veelal geschreven 's ochtends zo tussen 6 en 7. Voor het huis wakker werd nog even wat tikken. Twintig minuten, een half uurtje max per stukje.

Ik ben namelijk een schrijver. Ik schreef in 2012 onder een pseudoniem een detective, gewoon voor de leuk. In 2018 hoop ik mijn eerste boek onder mijn eigen naam te publiceren (hoewel 2019 ook een optie is), maar het verschijnen daarvan heeft nogal wat voeten in de aarde. Vooral vanwege zaken om het schrijven heen. 

Ik heb schrijven echter nodig, het voelt als een noodzaak. Als het mij zou lukken om binnen enkele weken (het werden er vier en een half) een jaar lang aan blogberichten te produceren dan zou dat mijn cadeautje voor mezelf zijn. Een teken dat ik er gewoon stukjes kan uitrammen als het nodig is. 

Natuurlijk helpt het feit dat ik kon schrijven over zaken die mij aan het hart gaan (lesgeven, leerlingen en onderwijs) hierbij ook mee. Als ik dat zou kunnen, dan was ik toe aan meer. Er lag een nieuw project, wat zeg ik, projecten in het verschiet en daar wilde ik iets mee. 

Toen de stukjes alle 94 af waren vond ik dat ik dat mocht en kon gaan doen. Schrijven! Wat een genot. Vind ik echt.

Ik heb het over 94 berichten, terwijl er hier 103 gepubliceerd zijn. De enige stukjes die ik wel semi 'live' schreef dit jaar waren de 'een dag / week uit het leven van' berichten. Daarbij vond ik dat ik niet kon smokkelen, die wilde ik niet vooruit verzinnen, maar gewoon noteren zoals ze gebeurden. Actueel blijven. Dat heb ik drie keer gedaan, de andere keren redde ik niet wegens diverse omstandigheden, waarover later meer. Die keren meldde ik me ziek of absent. Moet ook kunnen.

Op het moment dat ik aan dit stuk begon, was het dus eind februari 2017. Gefopt! En had ik geen idee of ik dit blog nog zou willen voortzetten. 

Dit hangt er ook een beetje vanaf of ik inmiddels lezers heb gekregen. En of ik nog nieuwe onderwerpen kan bedenken. Dat weet ik pas tegen de tijd dat dit bericht is gepubliceerd. Laat ik dat dan even afwachten. Horen jullie volgende week maandag weer iets van me, ok?


Of niet. Dat kan ook.


Zouden jullie willen dat ik nog even doorga?

Edit: Natuurlijk willen jullie dat ik doorga! Ik heb het afgelopen jaar zoveel leuke, lieve en inspirerende reacties gekregen, van mensen die ik helemaal niet kende maar die de moeite namen om mij te mailen of een reactie hier achter te laten. Soms zou ik willen dat meer mensen dat hier deden, maar als ik me bedenk dat een door mij geliefde blogster (kliefje.me) ruim 14000 individuele bezoekers per dag heeft, en per bericht 40 reacties krijgt, dan wordt duidelijk dat geen of weinig reacties op je blog zelf nog niet betekent dat je geen lezers hebt. Bovendien heeft dit blog ook een Facebookpagina waar ik wel heel regelmatig opmerkingen en complimenten op krijg. 

Bron: Pixabay.com


Iedereen die dat het afgelopen jaar deed, heel heel (licht)hartelijk bedankt. Aanstaande vrijdag vier ik mijn veertigste verjaardag en op maandag ben ik hier gewoon weer terug. In elk geval voor 1 jaartje. Zie ik jullie dan. 

donderdag 1 maart 2018

Voorjaarsvakantiebericht II

Afgelopen zomervakantie, toen ik het niet alleen op het gebied van werken, maar ook qua bloggen even wat rustiger aan deed, deelde ik hier af en toe wat filmpjes over onderwijs.

Een daarvan was een inspirerende lezing van sir Ken Robinson. Deze auteur, onderwijsdeskundige en creativiteitsexpert stelt ons huidige onderwijssysteem aan de kaak. Hij probeert hierin duidelijk te maken dat de focus op denken te eenzijdig is.

Een aantal weken terug liet ik hier de opvolger van zijn eerste Tedtalk zien, waarin hij opriep tot een revolutie van het leren. Ik kwam er onlangs achter dat hij na deze tweede lezing uit 2010 in 2013 nog eens een talk hield. Hierin noemt hij het onderwijs van tegenwoordig zelfs een dodenvallei. Tegelijkertijd biedt hij ook mogelijkheden om hieraan te ontsnappen. Fjoe…

Ook deze lezing is het bekijken, beluisteren en het nabespreken waard. Wat ik hiervan mee kan nemen in mijn dagelijkse praktijk? En wat er anders zou moeten in het onderwijs in Nederland van vandaag? Daar wijd ik nog wel eens een langer blogbericht aan.