maandag 29 mei 2017

Wie dit leest...

is gek. Een klassieker. Ik kom deze tekst nog regelmatig tegen als ik - er is wel eens topdrukte op de docentenw.c.'s tijdens pauzes- van een leerlingentoilet gebruik maak. Ergens moet ik er een beetje om lachen. Het heeft iets onschuldigs.

Vandalisme.
Wat mij wel stoort, en behoorlijk ook, zijn de teksten die ik met zeer grote regelmaat tegenkom op tafels of muren in mijn klaslokaal. Mijn ergernis top drie? Nummer drie: Grove teksten over andere leerlingen. (naam) is (scheldwoord). Dat idee. Beschadigend voor de genoemde leerling, en laf van de "stoere" bink(in) die de stift of pen ter hand nam. Anoniem zulke dingen schrijven? Giftig word ik er van. Bah. Hetzelfde geldt voor nummer twee. Deze luidt: Zin in (woord voor seks of seksuele handeling)? bel (telefoonnummer). Heel stom, en niemand heeft hier ooit z'n eigen nummer ingevoerd. Op nummer 1 de ergste graffiti die je kunt vinden: een hakenkruis of white power teken. Laf en heel naar.

Gelukkig kom ik deze drie niet heel vaak tegen. Tafels en muren worden veel beschreven, maar de opschriften zijn  meestal vriendelijker of minder persoonlijk van toon. Namen van crushes (vertaling voor opa: de mensen van wie je vroeger zou hebben gezegd dat je er op was) of celebs (=beroemde mensen / artiesten) bijvoorbeeld, al dan niet voorzien van een hartje of I hartje.

Communicatie
Sommige teksten worden een soort anonieme communicatie tussen elkaar onbekende leerlingen. Een geeft een aanzet met een stelling. Engels is (scheldwoord naar keuze) of (deze kwam ik onlangs tegen) Poedels zijn cool. Leerling twee geeft zijn of haar commentaar op genoemde stelling en wordt een les later aangevuld door leerling nummer drie en vier en vijf. Want zo werkt het: een schone tafel blijft lang schoon, een tafel waarop is geschreven nodigt uit tot meer schrijven. Voor mij bestaat de ellende uit twee zaken. De eerste is dat ik het dus niet zie. Ja, wel de teksten, aan het einde van de dag, maar niet dat ze geschreven worden. Ik zie het gewoon niet. Een soort vandalisme blinde vlek. Erg frustrerend, want ik kan dus zelden een dader aan het werk zetten met schoonmaken. Want, en dat is gelijk punt twee: die troep wil er slecht af. Water en zeep is niet genoeg, je hebt echt schuurmiddel en elleboogwerk nodig om het eraf te krijgen. Doe je dat niet, zit de tafel binnen no time echt onder.

Bord
Dan is er nog het bord. Leuk is het als je 's ochtends op je bord kijkt en daar stiekem op ziet: goedemorgen! XOXO van (naam klas). Grappig is het ook een klein beetje als je een grote getekende piemel op het bord ziet. De eerste keer tenminste. Als je elke dag enorme getekende genitalieen van je bord moet verwijderen die er in een onbewaakt moment op zijn gezet wordt het iets minder humoristisch. Na de laatste keer sneeuwval deze winter verscheen er op magische wijze een tekening van een twee meter grote penis met bijbehorend klokkenspel op het binnenplein. Dat lokte een glimlach bij mij uit, moet ik eerlijk zeggen. Tot ik op het bord weer eentje zag. Houdt het dan nooit op?!

Een tijdje terug lag er bij het ontbijt een briefje van mijn oudste, zestienjarige, dochter. Zij vertrekt altijd een stuk vroeger dan de rest van het gezin. Vertederd pakte ik 'm, denkend dat het een lief briefje was. 

'Hallo, stelletje piemels.' stond er.

Zeg nou zelf, hier valt toch niet tegenop op te voeden?


donderdag 25 mei 2017

Bijzondere docenten

Zoals beloofd deze keer een blog over de docenten die ik mij nog herinner van vroeger. Het blog heet juf Jolanda en ik heb het hier vooral over hoe en wanneer en wat en wie ik zelf les geef, maar mijn docentschap is natuurlijk beïnvloed door de leraren die ik vroeger zelf had.

Basisschool.
De liefste, leukste en beste juf die ik gehad heb, ooit, was juf Jenny. Over haar kan ik tientallen stukjes schrijven en heb dat voordat ik dit blog had al verschillende malen gedaan voor andere media. Mijn eerste boek droeg ik op aan haar en dat ik nu zowel schrijver als docent bent komt door haar. Ik heb het al een paar keer eerder over haar gehad en zal daarom deze keer niet heel veel meer zeggen dan dat ze in mijn hart zit. 


Er waren echter ook andere meesters en juffen op de basisschool en aan eentje heb ik minder goede herinneringen. Zo was daar de hoofdmeester van de school, die erom bekend stond soms leerlingen te slaan. Ik zal nooit vergeten dat hij in het jaar dat hij ons lesgaf op een van de eerste dagen een jongen voor de klas zette. Deze had vorig jaar aan zijn ouders verteld dat de meester hem een klap had verkocht. De jongen moest voor de klas bukken en de meester gaf hem zo’n schop onder zijn achterste dat de jongen een paar meter naar voren schoot. ‘En waag het niet om dit aan je ouders te vertellen!’ Dat zette zeg maar de toon voor het hele jaar. Ook een bijzondere leraar dus, deze meester, maar wel om heel andere redenen.

Mavo
Als onderpresterende en rekenzwakke leerling begon ik mijn middelbareschoolcarrière op de mavo. Hier hadden we een fantastische leraar Engels, die het leuk vond om over zijn interesses (haaien en duiken) te hebben. Met een beetje mazzel konden we hem zo aan de praat houden dat we een halve les niets hoefden te doen en lekker naar zijn spannende verhalen konden luisteren. Verder stimuleerde hij mij om meer met Engels te doen en was het gewoon een ontzettend aardige man. Verder herinner ik mij de aardige geschiedenisleraar met de slechte adem en enthousiasme voor het vak en de docent Nederlands die soms een jaar onbetaald verlof opnam om er met zijn gezin op uit te trekken om de wereld over te zeilen.

Havo
Op de havo was mijn favoriete leraar die van geschiedenis. Niemand kon boeiender verhalen vertellen dan hij. De hele klas hing dan aan zijn lippen en hoewel ik al behoorlijk liefde voor geschiedenis had , werd dit dankzij hem alleen maar meer. Verder staat me nog bij de lerares Engels, die wij erg aardig vonden, maar stiekem ook een beetje zielig. Want als je als volwassen vrouw nog gebreide truien aan had met beren erop, dan was er vast iets met je aan de hand. Al was het alleen maar een tenenkrommend gevoel voor mode.


Hbo
Op mijn hbo-opleiding ben ik bijna alleen maar waanzinnig inspirerende docenten tegen gekomen. Van de lerares die yogaworkshops gaf en die werkelijk te lief voor woorden was, tot die zo goed over grammatica kon vertellen, of die lieverd die in een moeilijke tijd een hele middag nam om met mij te praten, of die docent die zichzelf ‘juf’ noemde en mij leerde dat dat een titel is om trots op de zijn, in plaats van een denigrerende benaming. En natuurlijk ook nog die warhoofdige docent die zo briljant lesgaf dat ik aan het einde van zijn lessen altijd ineens begreep waarom hij deed wat hij deed, en stiekem helemaal niet zo warrig was. Daar ben ik nog steeds van onder de indruk.

maandag 22 mei 2017

Waardering

Soms merk ik ineens hoe fijn het is om waardering te krijgen voor wat je doet.

Waardering komt in alle soorten en maten. De eerste vorm is heel praktisch: het salaris. Ik zal niet beginnen over de hoogte hiervan, maar het is mijn ervaring dat je als docent soms wordt behandeld als een priester: alsof het een roeping is in plaats van een vak. Er blijkt naar mijn gevoel af en toe weinig waardering voor alles wat je doet, want “het hoort immers bij het vak”. Ik heb het hier overigens niet over mijn huidige werkgever, laat ik dat direct duidelijk maken. 

Wat ik wel bedoel? Ik heb op een andere school meegemaakt dat een collega in dienst was tot 30 juni, maar de lessen nog twee weken langer doorgingen. Toen heeft men aan haar gevraagd om gewoon door te gaan met lesgeven. Zonder contract en – hoe verzin je het!- zonder salaris. Vrijwilligerswerk! Toen mijn collega aangaf dat ze het niet helemaal vond kunnen om onbetaald te moeten werken werd er omgekeerde psychologie ingezet. Zij wilde toch niet dat de leerlingen de dupe zouden worden? En het stomme is dat de lieve collega deed wat vaak gebeurt in het onderwijs: zij wilde inderdaad niet haar leerlingen in de steek laten en dus ging ze. Met veel moeite kreeg ze haar reiskosten nog wel vergoed, maar dat werd eigenlijk al als teveel gezien. Op die manier behandeld worden gaat verder dan salaris alleen. Door iemand niet (of te weinig) te betalen zeg je eigenlijk dat wat je doet ook niets voorstelt. Geen fijn gevoel.


Wat een vondst!
Gelukkig krijg ik vaak het tegenovergestelde. Geen salarisverhoging, maar waardering. Op verschillende manieren. Zo was daar een mentorleerling die het even moeilijk had. Er waren al een paar gesprekken geweest en het leek langzaam de goede kant op te gaan, maar er bleven zorgen. Na een nieuw gesprek was ik thuis en ineens bedacht ik iets waarvan ik dacht dat de leerling er echt baat bij zou kunnen hebben. De volgende dag actie ondernomen en ouders op de hoogte gebracht, maar ik was een beetje onzeker hierover. Het leek mij een goed idee, maar wat als ouders er problemen mee hadden dat ik op eigen houtje iets had uitgeprobeerd? Dezelfde dag kreeg ik een mailtje van de desbetreffende ouder terug. Om te bedanken dat ik zo snel bezig was gegaan en te zeggen dat ze het een vondst vond wat ik had bedacht. De hele dag bleef 'de vondst' in mijn hoofd zitten: wat fijn dat ze er blij mee waren! Wat fijn om iets te doen wat gewaardeerd wordt.



Leidinggevende en leerling
Diezelfde week had ik een gesprek met mijn direct leidinggevende. Tijdens het gesprek vertelde hij tussen neus en lippen door dat hij blij is met wat ik doe op school. Wegens mijn niet altijd optimale gezondheid kan ik soms niet overal optimaal aan mee doen, of heb ik na een avondactiviteit op school even wat rust nodig om bij te komen. Ik vind dan al snel dat ik zeur. In dit gesprek werd duidelijk dat men mij de ruimte wil geven om soms wat gas terug te nemen, om hiermee te voorkomen dat ik door ziekte uitval. Ik voelde bijna fysieke opluchting na dit gesprek; hoe bijzonder is het om op zo'n manier gewaardeerd te worden door je werkgever.



Natuurlijk zijn er dan de leerlingen. Ik heb nog de briefjes die ik jaren geleden kreeg van leerlingen, als bedankje voor de lessen. Ook vertelde ik eens last van mijn keel te hebben en de volgende les was daar een zakje met kruidenthee van een leerling, want dat hielp volgens haar moeder zo goed. Kerstkaartjes, leerlingen die na een vakantie willen weten hoe het met je gaat, allemaal vormen van waardering. Waar ik het meest blije van werd onlangs? De leerling die al heel lang met verdrietige zaken rondliep, maar dat niet met anderen wilde delen. Dat die naar mij toe kwam met de vraag of ze het misschien aan mij mocht vertellen. Dat ervaar ik ook als waardering, om zo te worden vertrouwd door iemand die eigenlijk niemand wil vertrouwen. Het is een soort waardering waar ik heel zorgvuldig mee om ga. 

donderdag 18 mei 2017

Verhalen vertellen

Wat is dat toch met negatieve opmerkingen, dat die vaak langer blijven hangen dan positieve? Jaren geleden vertelde een oudere collega mij eens dat zij drie hele lange dagen werkte, dagen van acht, negen lesuren achter elkaar. En dat als er dan 1 uur slecht ging, een klas die niet mee wilde werken, bokkige leerlingen, discussies en onvrede, noem maar op, dat ze dan vergat dat ze die dag ook nog zeven, acht fijne lessen had gedraaid. Kennen jullie verschijnsel? Ik moest daar aan denken toen ik aan het einde van de laatste lesdag voor de kerstvakantie mijn leslokaal schoonmaakte. Hoe dat zo?

Ik las al vaker voor, en in lagere klassen deed ik aan TPRS, maar vorig jaar ontdekte ik ineens dat ik ook best zomaar een verhaal kan vertellen in de Engelse les. Dat ging zo: Op de vrijeschoolconferentie het schooljaar hiervoor had ik overleg met andere vrijeschooldocenten Engels uit het hele land. Hierbij begreep ik dat het op vrijescholen gebruikelijk is om rond kerst iets te doen met 'A Christmas Carol'. Niet, zoals op bepaalde scholen ook wel gedaan wordt, een filmversie laten zien, met inhoudelijke vragen, maar echt het boek lezen en behandelen. Zodoende kocht ik verschillende versies van het prachtige boek van Charles Dickens met het idee deze te gaan voorlezen.

Vertellen versus voorlezen.
De dag voor ik zou gaan voorlezen besefte ik ineens dat dit niet zou gaan werken. Prachtig verhaal, maar het 19e eeuwse Engels zou dermate lastig zijn voor mijn zevende en achtste klassers (eerste en tweede klassers in regulier onderwijs), dat hen de betekenis helemaal zou ontgaan. Nu hoeven ze niet alles te snappen, maar dit zou een te grote information gap zijn om hen te boeien. Dus besloot ik het verhaal te vertellen. Spannend, maar een verdraaid leuke uitdaging. Ik verdeelde het verhaal in negen ongeveer gelijke delen en gedurende drie weken vertelde ik elke les de eerste twintig minuten het verhaal van de oude Ebenezer Scrooge. De laatste les bedacht ik me dat het mooi zou zijn om af te sluiten met een echte Christmas Carol. Dit was nog stukken spannender dan vertellen, want vertellen kan ik wel, maar zingen? Voor een volle klas? -Slik-

En toch deed ik het. Het scheelt dat het een heel lieve klas was, waar ik me goed bij voelde, maar toch was het heel even ongemakkelijk toen ik de eerste tonen van 'God Rest Ye Merry Gentlemen' inzette. Maar bij het wegsterven van de laatste noten barstte er een applaus los die mij het zelfvertrouwen gaf om mijn prestatie te herhalen, ook bij minder lieve klassen. Je kwetsbaar opstellen voor een klas: ik kan dat blijkbaar. En dat het gewaardeerd wordt, merkte ik ook. Want ik kreeg van een klas (ja die lieve) een kerstkaart om mij te bedanken voor het mooie verhaal. En een zevende klas leerling legde onopvallend een kerstkaartje op mijn tafel waar ze als extra regel nog aan toe had gevoegd 'En je kunt heel mooi zingen.' Wat een schatje! Ongeacht of het nu waar is of niet.


En toch bleef bij het opruimen even een ander briefje in mijn hoofd hangen. Dat briefje dat ik op de grond vond, van een leerling uit een andere klas. En waar op stond 'Hoe zei dat verhaal doet is echt heel stom. De film is veel beter.' Maar ach. Dat laatste briefje belandde -inclusief spelfout- in de oud papierbak, en die kerstkaartjes gingen met mij en mijn gestreelde ego mee naar huis. Volgend jaar weer!

maandag 15 mei 2017

Volg de natuur

Zoals ik vorige keer schreef probeer ik in mijn lessen het ritme van de natuur te volgen. In de herfst reciteer ik met mijn klassen gedichten die de herfst beschrijven. Zelf leerde ik ooit op de basisschool van een lieve juf een Engels liedje over de herfst die zo heerlijk melancholisch klonk dat ik het me altijd ben blijven herinneren. Eenmaal zelf juf op de middelbare school bedacht ik dat dit een mooi gedichtje zou zijn om op te zeggen met een zevende klas.(Vrijescholen tellen anders. Groep een en twee van de basisschool zijn de kleutergroepen, groep drie tot en met acht is klas een tot en met zes, en waar regulier onderwijs begint met de brugklas, of eerste klas, tellen wij door, vandaar zevende klas. Uiteindelijk behalen onze leerlingen in de twaalfde klas hun Havo of Vwo diploma). Blij verrast was ik toen bleek dat mijn lang gekoesterde liedje een bekend vrijeschoollied is, waarvan een uitgebreidere versie is gemaakt. Autumn comes, the summer is past, through the field the farmer goes, seeds of ripened corn he sows, ik heb het inmiddels zo vaak gedaan met klassen dat ik het kan dromen. En het blijft mooi! Blij word ik ervan om dit te doen.

Romantiek
Zo rond begin februari begin ik met gedichten waarin de natuur weer opbloeit, zodat de leerlingen deze uit hun hoofd kennen op het moment dat de lente echt losbarst. Al eerder; midden, eind januari begin ik met mijn achtste klassen het bekende Shakespeare sonnet 'Shall I compare thee to a summer's day?'. Is het Valentijn, dan zijn er handenvol dertien-veertienjarigen die dit liefdesvers uit hun hoofd kennen. Komt vast weleens van pas, toch? Ze mogen dan ook zelf een sonnet schrijven, waarin ze een geliefde (of een platonische vriend of vriendin, of een huisdier, wat ze zelf maar willen) vergelijken met zaken die zij mooi of interessant vinden. In English of course, maar dat lijkt me duidelijk. Een van die Valentijnsgedichten die mij altijd is bij gebleven is die van de jongen die zijn vriendinnetje vergeleek met een pizza. Want er was in zijn wereld weinig zo leuk als een verse pizza. Romantiek moet ook nog ontwikkeld worden in een achtste klas, geloof ik.

Naar binnen of naar buiten gericht
Terug naar het ritme van de natuur. Ik begin pas met spreekbeurten en projecten waarbij leerlingen uit hun eigen kennis en interesses mogen putten op het moment dat de zon weer meer aanwezig is. We zijn dan verderop in het schooljaar en dus hebben ze meer Engels gehad, maar het past ook bij de beweging van de natuur, die ook steeds meer naar buiten gericht is. Rond herfst, richting kerst is er een tegengestelde beweging. De blaadjes zijn bijna allemaal gevallen, de natuur wordt steeds stiller en roerlozer en tijdens de adventperiode (de vier weken voor kerst) worden mijn lessen ook steeds ingetogener. 

Langzaam verminder ik de nieuwe leerstof en wordt er veel meer herhaald. Ik doe meer met gedichten en kijk-en luisterfragmenten waarbij de leerling gaat nadenken. Zo keren we in de lessen Engels dus steeds meer naar binnen. Het luisteren naar een verhaal; met gordijnen dicht, lichten uit en adventkaarsen aan past hier prima bij. Hoe dat afgelopen advent verliep, lees je volgende keer.

donderdag 11 mei 2017

Anders lesgeven

Ik zeg het weleens vaker, maar ik vind het ook echt: ik werk op de leukste school van Nederland. Vooruit dan: van het Noorden. Op een voortgezette vrijeschool is namelijk aandacht voor de hele leerling, niet alleen het hoofd (cognitieve aspect) wordt aangesproken, maar ook het hart (sociaal-emotionele vaardigheden) en de handen (maken, beweging). En dan niet als ondergeschikte bijvakjes, maar alle aspecten evenveel. Voor een docent betekent het een andere manier van lesgeven: ademend en bewegend. Klinkt vaag? Valt best mee.

Creatief en autonoom
Voor een docent Engels zoals ik houdt het in dat we niet alleen uit een standaard methode werken. Sterker nog, alleen onder licht protest en met veel, heel veel aanvullend materiaal. Dat vraagt improvisatievermogen en creativiteit, maar dat zijn nu net twee van mijn sterke punten, dus voor mij geen punt. Voor iemand die gewend is om een strakke leidraad in de vorm van een methode te hebben is het behoorlijk wennen, maar ik zou niet meer anders willen. Volgens de antroposofische visie moet je als docent jezelf als mens meenemen voor de klas, en je persoonlijkheid laten zien in hoe en wat je lesgeeft. In het verleden, als beginnende en onzekere docent, vond ik dit nog weleens lastig, maar het lukt me steeds beter. De vrijheid om zelf in grote mate mijn onderwijs te kunnen bepalen, binnen bepaalde richtlijnen en in overleg met collega's, maakt dat ik mij op mijn school als een vis in het water voel.

Ademend
Sommige dingen worden op een vrijeschool net even anders benoemd en ervaren, maar als je je erin verdiept blijkt er veel moois in te zitten. In de antroposofie gaat men er vanuit dat onderwijs ademend moet zijn. Adem gaat in en uit, en zo zouden de activiteiten in een les ook moeten zijn; van binnen naar buiten (zoals spreken en schrijven) en van buiten van binnen (zoals luisteren en lezen.) Bij het leren van een taal is het een valkuil om in dat laatste stuk te blijven zitten: leerlingen lezen veel teksten, luisteren naar de docent die in de doeltaal dingen uitlegt en vertelt en er is voor hen minder kans om van binnen naar buiten te bewegen, uit te ademen zogezegd, door zelf iets te doen. Een van de middelen om dit te doen is bijvoorbeeld door hen gedichten te laten reciteren, of liedjes te zingen. Zo bereik je bovendien niet alleen dat hoofd dat maar alles tot zich moet nemen, maar doe je iets met je lijf (leerlingen staan achter hun stoel tijdens het reciteren of zingen) en met z'n allen. Hoofd, hart, handen: check.



Zo ontwikkelen niet alleen de leerlingen zich, maar ook ik als docent. Ik leer elke dag, en ik ontwikkel elk jaar wel weer een nieuw project of ander materiaal. Zo ben ik dit schooljaar begonnen met het vertellen van verhalen. Ik pas mijn lessen steeds beter aan, aan het seizoen bijvoorbeeld. Zo de natuurlijke ritme van de natuur volgen voelt voor mij heel goed, hoort bij de antroposofie en het raakt de leerlingen op een bijna vanzelfsprekende manier. Voorbeelden? Volgende keer!

maandag 8 mei 2017

Bijzondere leerlingen

Ik heb het weleens eerder gezegd en ik meen het echt: ik vind al mijn leerlingen bijzonder. In elke leerling kan ik iets moois en unieks ontdekken. Dat is een van de zaken die voor mij werken in het onderwijs zo leuk en uitdagend maakt. Maar iedereen die weleens Orwell en zijn dierenboerderij heeft bestudeerd weet dat er ook tussen bijzondere leerlingen af en toe een paar zijn die... ik zal niet zeggen bijzonderder zijn, maar wel die je je na een lange tijd nog herinnert. Vandaag wilde ik maar eens een bescheiden ode schrijven aan die leerlingen.

Levenslust
Op mijn eerste school, in het eerste jaar dat ik les gaf, was daar de leerling die het thuis niet makkelijk had. Hij was als enig kind mantelzorger voor zijn hulpbehoevende ouders en deed dit alles alsof het vanzelfsprekend was. Het was echter niet die thuissituatie, of het feit dat hij gewend was om zonder te morren voor anderen te zorgen wat mij in hem raakte. Het was zijn levensplezier en de openheid waarmee hij in het leven stond. Doordat zijn beide ouders ziek waren was hij nog nooit op vakantie geweest naar het buitenland. Met school ging hij als derdeklasser mee op excursie naar Frankrijk en het was alsof hij daar alles inhaalde wat hij tekort was gekomen in de tijd daarvoor. Hoe hij met volle teugen genoot en alles opzoog als mooie, nieuwe ervaring, tussen de blasé leerlingen die zuchten alwéér naar Frankrijk te moeten was hartverwarmend. Jaren later kwam ik hem nog eens tegen en we praten alsof ik hem de dag ervoor nog had gezien.

Verdrietig
Op dezelfde school maakte ik ook een paar hartverscheurende dingen mee. Een meisje die problemen had met alles en iedereen, grote mond had, huiswerk nooit in orde en grote issues met autoriteit, bleek een verdrietig kind die alleen bij mij haar verhaal kwijt durfde. Ik heb meegemaakt hoe een ouder die van een andere ouder haar kind niet meer mocht zien, op school kwam om een glimp op te vangen. Huilend vielen ouder en kind elkaar in de armen, om elkaar daarna opnieuw jaren niet meer te zien, omdat de andere ouder nu eenmaal de touwtjes in handen had en de ouder met lege handen niet weer opnieuw rechtszaken aan wilde gaan.
Ook in de categorie verdrietig zal ik nooit vergeten dat midden in een leuke examenstunt een jongen voor de ogen van de school brak, omdat het nieuws binnen kwam dat zijn vader zelfmoord had gepleegd diezelfde ochtend. Dat zijn zaken waar ik nog steeds stil van kan worden, en waarvan ik hoop ze maar een keer in mijn carrière mee te maken.

Incompleet overzicht
Ik probeer mijn stukjes altijd min of meer rond de 500 woorden te houden, anders wordt het te lang en haken mensen af. (En voor de oplettende lezer: nee, dat lukt dus niet altijd.. ;-))Het is nogal ambitieus om een stukje te willen wijden aan al die leerlingen die ik me door de jaren heen ben blijven herinneren, want er zijn er zoveel! Weet je wat? Over een paar weken schrijf ik nog zo’n stuk. En voor de mensen die het misschien leuk vinden om te reageren: welke docent herinner jij je nog van vroeger? Wacht. Laat ik het daar nou volgende keer direct over hebben.

donderdag 4 mei 2017

Een dag uit het leven, de tweede helft

(afgelopen maandag beschreef ik een willekeurige werkdag. Iets te uitgebreid, zodat het niet in een stukje paste. Hier de tweede helft van een dag uit het leven van deze juf)

12.30
Een zevende klas volgt. Eerst reciteren we samen een Engels gedicht en daarna maken ze een leestoets. Ik had bedacht om hen daarna te laten werken aan hun huiswerk, maar sommige leerlingen zijn zo langzaam met lezen dat niet iedereen daar aan toe komt. Geeft niks, morgen weer een les, ieder mag in zijn eigen tempo.

13.15
Derde les, mijn negende klas mavo. Er staat een luistertoets op het programma overmorgen - die telt voor hun PTA = Programma van Toetsing en Afsluiting, ofwel hun diploma straks-  en die moet geoefend worden. Man!! Wat een weerstand. Ze hebben er geen zin in en zijn niet bang dat te vertellen. Toch beginnen we, en het is een lastige en doodsaaie toets. Arme kinderen... Als we de antwoorden samen bespreken blijken ze zelf in de gaten te hebben dat het toch wel handig is om te oefenen. Komt goed uit, morgen is de officiële proeftoets.

14.05
Mijn tweede pauze, maar dit is zoals altijd een pauze van niets. Ik kan snel naar de wc, gooi er een glas water in en poef! Weg pauze.

14.15
Vierde les, een zelfde les als om half een, maar toch weer heel anders. Weer een zevende klas, zelfde niveau, zelfde gedicht, even lang geoefend en toch gaat het minder goed. Ze hebben er minder zin in. Of wacht, het is hun laatste uur. Tja, dan zal het je ook een zorg zijn wat een klein blauw vogeltje (daar gaat het gedicht over. En over de liefde. Altijd die liefde weer.) allemaal uithaalt. Ik snap het helemaal.

15.05
Laatste lesuur: klassenuur. Gezellig kletsen we over hun cijfers, het schoolfeest, een klassenuitje en andere zaken. Na een tweetal korte mentorgesprekjes breng ik de spullen van het ene lokaal weer in de kast in het andere, trappen af, trappen op en weer trappen af, nu met een koffer die bijna te zwaar is om te tillen. Wat zit hier allemaal in?! Oh, ja die luistertoetsen, die moeten nog naar het andere gebouw. Komt straks wel, ik heb nu een gesprek. In het derde gebouw van de school. Een beetje frisse lucht is best lekker even.

16.00
Hoewel ik eigenlijk om 15.50, direct na het laatste uur, had afgesproken, gun ik mezelf een kop thee en sanitaire stop voor ik met de afdelingscoördinator de rapportvergadering van mijn mentorklasje voor bespreek. We kijken naar de cijfers van de vakken die ze in hun pakket gekozen hebben, en naar die van die niet gekozen vakken en formuleren vragen die we tijdens de vergadering willen stellen aan de docenten. Bij een aantal staan we even wat langer stil, maar toch gaat het bespreken vlotjes en loopt het niet gigantisch uit zoals ik dat ook weleens heb meegemaakt. Fijn!

16.55
Ik lees in een sms dat het eten thuis verbrand en vies was en droom even van een stiekem patatje op het station. Maar dan kom ik twee lieve collega's tegen die bij mij in het dorp wonen en kan ik met hen meerijden naar huis. Scheelt weer. Onderweg bespreken we een nieuwe uitvinding die taalverwerving veel makkelijker en sneller laat verlopen. Iets met linker-en rechterhersenhelft? Fascinerend. Waar de een denkt dat dit taalonderwijs overbodig kan maken zie ik visioenen waarin ik juist dieper op de stof in kan gaan en veel meer zou kunnen doen aan verwerken, creatieve opdrachten en – zou het ooit mogelijk zijn?- uitgebreid literatuuronderwijs, al vanaf de onderbouw. Al kletsend lost de file snel op en daar is thuis. Alleen wel vergeten die luistertoetsen terug te leggen. Moet dat morgenvroeg maar.

17.30
Ik slurp een bakje lauwe, flauwe soep naar binnen, terwijl ik luister naar de verhalen van mijn twee jongste dochters, de oudste is vandaag bij haar vader. Dochter van acht heeft gewerkt aan het maken van een eigen boek, er was iemand op school die hen hielp met druktechnieken. Dochter van vier had haar eigen muziekstuk geschreven en mocht deze voor de klas zingen. Heerlijke kinderen!

18.00
Mijn lief leest de jongste voor, middelste ruimt haar kamer op en ik kijk wat na. Jemig, wat een achterstallig nakijkwerk. Alweer! Ik had het monster bijna onder controle, lette even niet op en daar is het weer. Had ik maar geen leestoetsen moeten laten maken. Eigen schuld. Ik vind tijd om een opzetje te maken voor dit blog en zet dan snel de computer uit. Genoeg voor vandaag!

19.15
Samen met middelste en man drinken we een kop thee en lezen we op de bank, gezellig tegen elkaar aan. Even bijkomen.

19.45
Middelste ligt op bed, en mijn echtgenoot en ik vertrekken ook naar boven. Hij voor een portie Netflix, ik voor nog een staartje boek, maar al snel doe ik mijn bril af en boek weg en val tegen mijn liefje aan in slaap. Midden in de nacht word ik wakker en ben in gedachten direct bij een mail van ouders die ik vandaag ontving en die mij dwars zit. Ouders! Dat is een mooi onderwerp voor een volgend blog. Gelukkig kan ik het ook weer laten gaan en val in een rustige ontspannende slaap. Nog twee dagen te gaan voor het weekend!

maandag 1 mei 2017

Een dag uit het leven

Een tijdje terug deelde ik hier al eens hoe een week er voor mij uit kan zien, vandaag leek het mij leuk om wat uitgebreider een werkdag te beschrijven. Laten we eens een willekeurige dinsdag nemen.

Het is dus dinsdag en dat is mijn meest frisse dag. Het is de kortste lesdag die ik heb en ik heb net vier dagen vrij (althans niet op school) gehad. Toch zegt dat frisse niets, want alsnog vergeet ik op zo'n dag regelmatig iets.

05.15
Zo vroeg gaat vandaag mijn wekker. Ik hou van vroeg opstaan. Ik drink in mijn eentje in de donkere lege woonkamer een kop goed sterke Earl Grey, doe een mindfulness oefening en schrijf wat voor het boekenblog waar ik aan mee werk. Rond half zeven komen de kleintjes beneden en begint het circus van ontbijt maken, lunchtrommeltjes vullen en kinderen naar school brengen.

08.30
Vandaag is er een nieuwe rooster en kan ik iets later dan normaal naar school. Heel fijn, want zo kan ik tussen de kinderen naar school brengen en naar de bus rennen toch nog even een stukje typen, een kop thee drinken en enigszins gehaast iets op mijn knutselzoldertje doen. Niet heel mindful, maar ik krijg wel het gevoel ook nog met iets anders dan school bezig te kunnen. Best belangrijk als je weet dat ik na drie dagen werk vaak zo opgeslokt ben, dat ik tot ver in het weekend nog constant aan schoolse dingen denk.

10.15
Zo hol ik dan naar de bus om daar wat aantekeningen te maken over een nieuw mini-project dat ik met mijn achtste klas ga doen. Zo heb ik helder wat ik deze les en morgen met hen ga doen. De planningen voor de zevende klassen en mijn eigen negende klas liggen nog op school, maar dat geeft niet want ik heb in mijn hoofd wat ik met hen ga doen. Althans... Ik heb een iets vroegere bus genomen omdat het nieuwe rooster inhoudt dat ik lesgeef in een ander lokaal dan dat waar al mijn materialen liggen. Ik moet dus eerst alle spullen voor vandaag uit de kast in het ene lokaal halen en brengen naar het andere. Kan ik mooi redden zo. Tot ik ineens realiseer dat ik met de negende een luistertoets moet oefenen en de spullen daarvoor niet alleen in weer een ander lokaal liggen, maar zelfs in een van de andere gebouwen... Heel snel dus daar nog langs. Mijn hoofd draait alweer op volle toeren en ik dwing mezelf om ook nog een stukje van de busrit stil te zitten en te ervaren inplaats van te denken. Kalm aan, Lichthart!

10.45
Ik race langs het ene gebouw, verniel daar onbedoeld een laatje op zoek naar de juiste sleutel voor de juiste kast (sorry collega...) en loop snel door naar het andere gebouw. Hier sjouw ik mijn zware koffer omhoog, loop naar beneden, pak mijn spullen, loop snel naar boven, om er met armen vol boeken en klotsende zweetoksels achter te komen dat geen van mijn sleutels passen op de deur van dit lokaal. Een collega biedt uitkomst. De bel is inmiddels gegaan en ik schrijf snel het programma van de dag op het bord voor ik de leerlingen handen geef en binnen laat.

11.15
De eerste les is een experiment. De leerlingen moeten in teams ieder 1 ronde van een quiz voorbereiden. Ze hebben iets meer opstarttijd nodig dan ik dacht en ik besluit ter plekke het schema om te gooien. Improv skills: ik heb ze.

12.00
Eerste pauze. Voor het lokaal opgeruimd is, is het tien over, en met volle blaas ren ik naar de wc. In de docentenkamer is er heerlijke soep en ik heb maar liefst tien hele minuten om het op te eten. Na de soep nog een paar snelle glazen water en met gevulde maag ben ik klaar voor de tweede ronde.


(en aangezien ik het idee 'uitgebreider beschrijven' wel heel letterlijk neem, volgt aanstaande donderdag ook de tweede ronde van dit bericht, ofwel de tweede helft van deze werkdag)