maandag 12 februari 2018

Stakingen in het onderwijs: broodnodig!

Is het nog nodig dat ik hier uit leg hoe belangrijk leraren zijn? Nee, toch? 

En toch lijkt het of sommige mensen het beroep van leerkracht voor lief nemen. Die het zien als een soort roeping. Iets wat je meer uit liefdadigheid doet dan dat het een echte carrière is. En die vaak bovendien denken dat het zo moeilijk niet kan zijn, lesgeven. Luizenbaantje. 

Werkdruk

Dat laatste, daar ga ik nu even niet op in. Ik ga ervan uit dat de meeste mensen wel weten wat voor duizendpoot je moet zijn om een groep kinderen iets te leren, zelfs al weten ze niet wat er allemaal precies bij komt kijken. Zeker in het basisonderwijs, waarin je allemaal verschillende vakken in de vingers moet hebben. (En laat werken in het basisonderwijs nu net het minste betalen, van alle banen in het onderwijs…) Desondanks nog even een dingetje. Dat lesgeven is maar een deel van wat een docent of leerkracht allemaal doet. Neem nu de gemiddelde meester of juf in het basisonderwijs. Naast het geven van lessen (en deze voorbereiden en nakijken) hebben ze nog een sjipsload andere taken. Contact met ouders, bijvoorbeeld. Vergaderingen. Werkgroepen. Leerlingvolgsystemen bijhouden. Buitenschoolse activeiten. Bijzondere binnenschoolse activiteiten. Professionaliteitsbevordering. Studiedagen. Projectweken. Contact met maatschappelijk werk, jeugdzorg en anderszins. Begeleiden van stagiairs. Nou ja, je snapt het wel. 

A bloody shame!

En het zijn juist dat soort taken rondom het echte lesgeven die energie slurpen. En tijd natuurlijk. Ik had al eens genoemd dat leerkrachten in het basisonderwijs betaald worden om (in een full time betrekking) 40 uur te werken, maar dat ze in de praktijk gemiddeld 46,9 uur per week werken. (bron: http://www.aob.nl/default.aspx?id=12&article=52823

Dat is dus 6,9 uur per week onbetaald werken. Iedere week. Half uurtje hier, twee uurtjes daar, het telt allemaal wel op en ze krijgen er geen cent extra voor. Geen wonder dat met name de werkdruk maakt dat onderwijzend personeel uit valt. (bron: https://www.volkskrant.nl/wetenschap/1-op-5-basisschoolleraren-ervaart-burn-outklachten-klopt-dit-wel~a4496585/) Wie houdt zoiets langdurig vol? Ik niet, en ik hou toch met heel mijn hart van lesgeven. Leraren staan al jaren op nummer een als het aankomt op burn-outs. Ik vind dat een schande.

Als maatschappij hebben we er blijkbaar voor gekozen om zo om te gaan met de mensen die de zorg hebben voor onze kinderen. Nederland pretendeert de kenniseconomie hoog te willen houden, maar van die kennis en economie overheerst al jaren nummer twee. Het mag allemaal niets kosten. Salarissen niet, maatregelen om werkdruk te verlagen niet, niks. We zijn inmiddels in een situatie beland waarin het gewoon niet meer gaat. De kwaliteit van ons onderwijs is ernstig in het gedrang. Er zijn al scholen die leerlingen naar huis moeten sturen bij ziekte van leraren, omdat er geen vervangers meer zijn.

Logisch gevolg

Er zijn immers steeds minder mensen die het onderwijs in willen en dus loopt het tekort op. Raar is dat ook niet. Dat van die werkdruk raakt steeds meer bekend. En daarnaast is het salaris niet te vergelijken met functies op gelijk niveau in het bedrijfsleven. Mensen moeten net zolang studeren, op hetzelfde (HBO) niveau, lopen dezelfde studieschulden op als mensen met een vergelijkbare commerciële opleiding, maar de beloning als ze werk vinden, blijft ver achter. Logisch gevolg is dat het in zo'n maatschappij steeds moeilijker wordt om jonge mensen te interesseren voor een baan in het onderwijs.

Ik ben faliekant tegen het propageren van het beroep van docent als een soort roeping. Het werk moet bij je passen, dat is duidelijk, maar dat is in elk beroep zo. Ik vind de kwaliteit van onderwijs in een land een van de belangrijkste dingen die er bestaan. En iets dat belangrijk is verdient waardering. Niet alleen in de vorm van chocola en douchegel als verjaardagscadeau, of een mok met het opschrift 'beste juf', bij het afscheid aan het einde van het schooljaar, maar waardering in de vorm van een fatsoenlijk salaris en van geld dat vrijkomt om onderwijsassistenten in dienst te nemen. Iets van die taken die zoveel tijd en energie slurpen te kunnen delegeren.

Ooit, in de tijd dat mijn schoonouders jong waren, de jaren zestig van de vorige eeuw, was het beroep van onderwijzer een beroep van aanzien. Een manier zelfs om op te klimmen in de maatschappij. Iemand uit een arbeidersgezin of uit een familie die niet erg vermogend was, maar die wel kon leren, kon via de kweekschool omhoog komen. Als je onderwijzer was dan verdiende je niet alleen meer geld, maar je kreeg ook  respect. De mensen in het dorp waar tegenop werd gekeken, dat waren niet alleen politie en burgemeester, maar ook de meesters en juffen. Dat alles is in enkele decennia langzamerhand vakkundig afgebroken. En met het salaris dat in de loop der jaren niet evenredig verhoogd werd zakte het aanzien van, het respect voor. En niet te vergeten de animo om te gaan werken in het onderwijs.

Daar plukken we met z'n allen nu de wrange vruchten van.


Bron: Pixabay.com
Dat is dus waarom de leerkrachten in het basisonderwijs opnieuw staken. Omdat deze regering opnieuw weigert in te zien dat het nodig is om te investeren in goed onderwijs. Geen doekje voor het bloeden, niet afschepen met iets dat wederom niet echt iets oplevert, maar werkelijk investeren. Om te zorgen dat elk kind een goede meester of juf voor de klas houdt.

Want potverdorie! Dat zijn die basisschoolleerkrachten waard! (en die kinderen ook, trouwens.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten