Posts tonen met het label adhd. Alle posts tonen
Posts tonen met het label adhd. Alle posts tonen

maandag 18 juni 2018

Lesgeven met ADD


Vorige week in mijn blog over het verloop van mijn burn-out vertelde ik dat ik erachter ben gekomen dat ik ADD heb. Voor de mensen die niet precies weten wat het is: zeg maar ADHD zonder het hyperactieve.  Zelf vind ik de term 'een chaotisch hoofd' wat vriendelijker klinken. Dat ik dit had wist ik natuurlijk al veel langer, ik schreef hier al eerder eens een stuk over dat afgelopen donderdag in de rerun kwam.

Toch is er voor mij wel iets veranderd sinds ik mijn diagnose heb. In positieve zin, maar ook wel in negatieve. Zolang ik het zag en benoemde als chaotisch zijn voelde het als iets wat lastig was maar ook als iets niet direct heel storend. Een beetje zoals Pietje Bell's vader hem vergoelijkend een bijzonder kind noemde terwijl hij - laten we heel eerlijk zijn- tegenwoordig op zijn minst specialistische gezinshulp had gekregen zo niet uit huis plaatsing. 

etiketje erop!
(bron:pixabay.com)

Nu er een officieel etiket zit op wat ik heb voelt het zwaarder. Er is immers officieel iets mis met mij. Iets waar ik weinig aan kan doen (medicijnen geprobeerd, maar die hadden een tegengesteld effect). Iets wat nooit meer over gaat. Iets wat ik heel veel liever niet had gehad. Waar ik een hekel aan heb, omdat ik zo graag "gewoon" had willen functioneren. En dat is iets dat soms best moeilijk is.

In mijn dagelijks leven betekent het dat als mijn kinderen mij iets vragen ik mij enorm moet concentreren. Koekje? Eh, eens kijken, hoe laat is het eigenlijk? Hebben ze al iets gehad vandaag? Hoe laat gaan we eten? Hebben ze gespeeld bij andere kinderen en daar al iets gehad? Hoeveel koekjes hebben we eigenlijk in huis? Hadden ze hun ontbijt/lunch wel opgegeten? Dat zijn dingen die ik razendsnel moet gaan bedenken en, nu ik aan het reïntegreren ben en weer meer aan het werk ben, lang niet altijd snel paraat heb. Vraag maar aan je vader is acht van de tien keer het antwoord dat ik hen geef. Laatst verzuchtte mijn middelste dochter: 'Ja, maar mama, dat is toch een heel simpele ja of nee vraag?'. Nou, nee, niet als ik met mijn hoofd bij mijn werk zit, of net een berichtje tik, of domweg in gedachten ben verzonken. Sorry. 

Lesgeven met ADD is net zo ingewikkeld. Met name de organisatorische kant kost mij enorm veel energie. Maar écht enorm veel. Ik moet mezelf dwingen om dingen volgens een heel strak schema voor te bereiden en zaken klaar te leggen. Ik moet daar te allen tijde mijn concentratie bijhouden. Even laten gaan betekent dat ik werk kwijt raak. Letterlijk. Het is wel voor gekomen dat ik in de lerarenwerkruimte opdrachten printte, deze meenam naar de docentenkamer, daar een kop thee inschonk, de opdrachten wilde pakken en ze weg waren. Gewoon weg: poef! Niet in de ene kamer, niet in de andere, niet in de gang, niet in mijn tas. Ik heb ze nooit meer gevonden. 

Zo heb ik in de loop der jaren uren, waarschijnlijk dagen of zelfs weken aan werk kwijt geraakt. Allemaal werk dat ik -gehaast- moest inhalen of moest improviseren. Nu ben ik gelukkig goed in improviseren en zeker van mezelf qua lesgeven, maar toch baal ik er enorm van. En als ik niet oppas (kom ik weer met die zelfcompassie) zorgt het voor veel stress.

De enige manier is om mezelf er constant bij te houden. Lesplanningen te maken van elke les, mappen waarin ik op een vast moment in de week al het materiaal voor elke les klaarleg, een vast begin en einde van elke  les. Met name dat organisatorische aspect kost veel tijd en veel energie, maar da's niks vergeleken bij wat het me kost als ik dit niet zo zou doen.

Daarnaast zijn alle prikkels, al het geluid en alle energie die je omringt als je urenlang voor klassen met pubers staat, een behoorlijke aanslag op me. Dat is de reden waarom ik er vaak voor kies om in de pauze niet naar de docentenkamer te gaan maar even in de rust van een leeg lokaal te blijven.

Het onderwijs is voor iedereen een belastende baan, maar voor iemand met ADD is dat nog net een tandje erger. Dat is een van de redenen waarom ik het duizend keer liever niet had gehad. Maar het hebben van een officiële diagnose heeft ook een positieve kant. Ik kan nu aan mensen uitleggen dat als ik soms een deel van een gesprek kwijt ben, dit niet komt omdat ik hen niet interessant genoeg vond, maar omdat mijn hoofd soms wat anders werkt. Ik kon aan mijn leidinggevende uitleggen dat mijn arbeidsomstandigheden aangepast moesten worden aan mijn aandoening. In dit geval betekent dit: één vast lokaal (want lokaalwisselingen gedurende de dag, met bijbehorende organisatie van welke spullen heb ik wanneer in welk lokaal nodig zorgen, zeker nu ik nog moet genezen van de burn-out, maar eigenlijk altijd wel vanwege de ADD, voor kortsluiting in mijn hoofd.). Hier heb ik een kast waar ik alle spullen op een vaste manier opberg en dus ook weer kan vinden. Het lost niet alles op, maar helpt wel.

Iets anders wat ik positief vind is dat ik de leerlingen 'met een vlekje', diegene met eenzelfde soort etiketjes begrijp. Ik snap waarom die ene leerling zoveel moeite heeft met inleveren van een verslag, ik snap hoe je totale paniek kunt voelen als je zomaar spullen kwijt bent. Gewoon omdat je hoofd even met iets anders bezig was en ineens -poef!- was het weg. De frustratie die dat met zich mee brengt snap ik compleet, omdat het iets is waar ik zelf nog dagelijks mee worstel. Maar ook die leerling die niet kan stoppen met bewegen, of die niets hoort omdat 'ie naar buiten zat te staren, of die in zichzelf zit opgesloten, ook die begrijp ik beter. 

Nog steeds had ik het liever niet gehad. Dat had mijn leven een stuk eenvoudiger gemaakt. Maar tegelijkertijd zijn er een stuk ergere dingen en is dit iets waar prima mee te leven valt. Dan gaat er soms maar eens iets mis, so what? Leven is fouten maken. En die fouten net zo omarmen als datgene dat wel goed gaat. Misschien dat als die vlekjes-leerlingen zien dat een leraar met ADD daar relaxt mee omgaat, ze uiteindelijk zelf ook iets minder in paniek raken als bij hen iets misgaat. Dat zou ik fijn vinden.

Maar één ding: zullen we gewoon zeggen dat ik een juf ben met een chaotisch hoofd, zonder het Awoord te vaak te noemen? Dat klinkt, vind ik, gewoon net even iets gezelliger. 

maandag 26 juni 2017

Chaos

Tijdens mijn studie moest ik regelmatig Pop's maken: persoonlijke ontwikkelplannen. Ik vertelde dan altijd dat ik een chaotisch persoon ben. Juist daarom was ik altijd erg streng voor mezelf en bracht ik veel structuur aan in mijn planningen en mijn lessen. Mijn docenten en stagebegeleiders zagen alleen die planningen en die lessen en aan het einde van mijn studie was er een docent die zei dat ik volgens haar helemaal niet chaotisch ben. Een goed voorbeeld van dat wat er van binnen leeft je lang niet altijd aan de buitenkant ziet.

Bij leerlingen werkt het soms hetzelfde. Er verschijnen veel leerlingen in mijn lessen waar “iets” mee is. Add, adhd, dyslexie, dyscalculi, ass, asperger, beelddenkers, pdd nos, hoogsensitief, noem maar op. Sommige dingen kun je merken, andere ook helemaal niet. Bovendien is de ene leerling met asperger de andere niet. Er zijn ook leerlingen zonder officieel etiketje, waarbij ik soms vermoed dat ze zaken anders ervaren of aanpakken dan gebruikelijk is. Soms kan een diagnose fijn zijn, omdat het recht geeft op extra hulpmiddelen of inzicht kan geven waarom dingen fout lopen. Het kan ook handvaten geven om beter met bepaald gedrag om te gaan en leerlingen te helpen lekkerder in hun vel te zitten of het beter te doen op school. Dat zijn de voordelen.

Nadelen
Wat je soms ook tegenkomt is dat een leerling zijn of haar etiketje gebruikt als excuus voor vervelend gedrag of slechte cijfers. Ik kan niet aardig zijn voor anderen want ik heb autistische trekken, bijvoorbeeld. Terwijl ik leerlingen altijd voorhoudt dat als je ergens moeite mee hebt dit niet betekent dat het dan niet hoeft. Het betekent wel dat je er meer moeite voor moet doen. Sommige dingen zullen altijd moeilijk blijven, en er zullen zaken zijn die nooit helemaal gaan zoals je graag zou willen, maar dat is geen reden om het er bij te laten zitten. Dit laatste weet ik uit eigen ervaring.

Hak, tak en chaos
In mijn hoofd is het namelijk echt chaos, nog steeds. Ik vind het moeilijk om meerdere dingen tegelijk te doen, en dat hoort bij de taakomschrijving als je lesgeeft. Je moet immers in de gaten hebben wat je met welke klas gaat doen, welke materialen er nodig zijn, welke leerling extra aandacht nodig heeft, wie nog iets moet inhalen, op welke bladzijde van welk boek we zijn, wie in de klas stiekem briefjes doorgeeft en wie er de hele tijd door de grammatica-uitleg heen praat. Ik kan het, maar het kost sloten energie. Mijn hoofd werkt in veel opzichten anders dan dat van anderen. Ik begrijp hierdoor mijn leerlingen met een concentratieprobleem behoorlijk goed. Mijn gedachten vliegen ook alle kanten op en als ik met een ding bezig ben dan kan ik al het andere om mij heen vergeten. Tegelijkertijd ben ik dat ook weer vergeten als iets mij afleidt. Als ik kook gebeurt het bijvoorbeeld regelmatig dat iets aanbrandt omdat ik in de keuken een krant tegen kom en dan begin te lezen en vergeet waar ik ook weer mee bezig was. Autorijden is iets anders wat mij absurd veel moeite kostte om te leren, ik kreeg het nauwelijks voor elkaar. Overal kijken en direct doen in plaats van er over na te denken, en alles altijd tegelijk... Heel erg moeilijk.

Structuur.
In de klas overkomt mij dat gelukkig niet, en het magische woord hierbij is structuur. Vrijwel elke les begint op dezelfde manier en eindigt op dezelfde manier. Ik kijk altijd even terug op de vorige les en kijk aan het einde even vooruit naar de volgende. Het programma van de dag, inclusief huiswerk voor de volgende keer staat op het bord. Als ik leerlingen soms vraag wat ze prettig vinden aan mijn lessen en wat ik eventueel nog kan verbeteren, dan blijkt dat ze het fijn vinden dat ze altijd weten waar ze aan toe zijn bij mij. Ik ook. Het geeft tegenwicht aan de chaos.