Posts tonen met het label chaos. Alle posts tonen
Posts tonen met het label chaos. Alle posts tonen

donderdag 14 juni 2018

Rerun: Chaos

Afgelopen maandag schreef ik iets over de diagnose die ik tijdens mijn burn out kreeg. Onderstaand stuk, dat hier vandaag in de herhaling gaat, schreef ik voordat ik wist dat ik ADD heb.


Tijdens mijn studie moest ik regelmatig Pop's maken: persoonlijke ontwikkelplannen. Ik vertelde dan altijd dat ik een chaotisch persoon ben. Juist daarom was ik altijd erg streng voor mezelf en bracht ik veel structuur aan in mijn planningen en mijn lessen. Mijn docenten en stagebegeleiders zagen alleen die planningen en die lessen en aan het einde van mijn studie was er een docent die zei dat ik volgens haar helemaal niet chaotisch ben. Een goed voorbeeld van dat wat er van binnen leeft je lang niet altijd aan de buitenkant ziet.

Bron: Pixabay.com


Bij leerlingen werkt het soms hetzelfde. Er verschijnen veel leerlingen in mijn lessen waar “iets” mee is. Add, adhd, dyslexie, dyscalculi, ass, asperger, beelddenkers, pdd nos, hoogsensitief, noem maar op. Sommige dingen kun je merken, andere ook helemaal niet. Bovendien is de ene leerling met asperger de andere niet. Er zijn ook leerlingen zonder officieel etiketje, waarbij ik soms vermoed dat ze zaken anders ervaren of aanpakken dan gebruikelijk is. Soms kan een diagnose fijn zijn, omdat het recht geeft op extra hulpmiddelen of inzicht kan geven waarom dingen fout lopen. Het kan ook handvaten geven om beter met bepaald gedrag om te gaan en leerlingen te helpen lekkerder in hun vel te zitten of het beter te doen op school. Dat zijn de voordelen.

Nadelen
Wat je soms ook tegenkomt is dat een leerling zijn of haar etiketje gebruikt als excuus voor vervelend gedrag of slechte cijfers. Ik kan niet aardig zijn voor anderen want ik heb autistische trekken, bijvoorbeeld. Terwijl ik leerlingen altijd voorhoudt dat als je ergens moeite mee hebt dit niet betekent dat het dan niet hoeft. Het betekent wel dat je er meer moeite voor moet doen. Sommige dingen zullen altijd moeilijk blijven, en er zullen zaken zijn die nooit helemaal gaan zoals je graag zou willen, maar dat is geen reden om het er bij te laten zitten. Dit laatste weet ik uit eigen ervaring.

Hak, tak en chaos
In mijn hoofd is het namelijk echt chaos, nog steeds. Ik vind het moeilijk om meerdere dingen tegelijk te doen, en dat hoort bij de taakomschrijving als je lesgeeft. Je moet immers in de gaten hebben wat je met welke klas gaat doen, welke materialen er nodig zijn, welke leerling extra aandacht nodig heeft, wie nog iets moet inhalen, op welke bladzijde van welk boek we zijn, wie in de klas stiekem briefjes doorgeeft en wie er de hele tijd door de grammatica-uitleg heen praat. Ik kan het, maar het kost sloten energie. Mijn hoofd werkt in veel opzichten anders dan dat van anderen. Ik begrijp hierdoor mijn leerlingen met een concentratieprobleem behoorlijk goed. Mijn gedachten vliegen ook alle kanten op en als ik met een ding bezig ben dan kan ik al het andere om mij heen vergeten. Tegelijkertijd ben ik dat ook weer vergeten als iets mij afleidt. Als ik kook gebeurt het bijvoorbeeld regelmatig dat iets aanbrandt omdat ik in de keuken een krant tegen kom en dan begin te lezen en vergeet waar ik ook weer mee bezig was. Autorijden is iets anders wat mij absurd veel moeite kostte om te leren, ik kreeg het nauwelijks voor elkaar. Overal kijken en direct doen in plaats van er over na te denken, en alles altijd tegelijk... Heel erg moeilijk.

Structuur.
In de klas overkomt mij dat gelukkig niet, en het magische woord hierbij is structuur. Vrijwel elke les begint op dezelfde manier en eindigt op dezelfde manier. Ik kijk altijd even terug op de vorige les en kijk aan het einde even vooruit naar de volgende. Het programma van de dag, inclusief huiswerk voor de volgende keer staat op het bord. Als ik leerlingen soms vraag wat ze prettig vinden aan mijn lessen en wat ik eventueel nog kan verbeteren, dan blijkt dat ze het fijn vinden dat ze altijd weten waar ze aan toe zijn bij mij. Ik ook. Het geeft tegenwicht aan de chaos. 

donderdag 1 maart 2018

Voorjaarsvakantiebericht II

Afgelopen zomervakantie, toen ik het niet alleen op het gebied van werken, maar ook qua bloggen even wat rustiger aan deed, deelde ik hier af en toe wat filmpjes over onderwijs.

Een daarvan was een inspirerende lezing van sir Ken Robinson. Deze auteur, onderwijsdeskundige en creativiteitsexpert stelt ons huidige onderwijssysteem aan de kaak. Hij probeert hierin duidelijk te maken dat de focus op denken te eenzijdig is.

Een aantal weken terug liet ik hier de opvolger van zijn eerste Tedtalk zien, waarin hij opriep tot een revolutie van het leren. Ik kwam er onlangs achter dat hij na deze tweede lezing uit 2010 in 2013 nog eens een talk hield. Hierin noemt hij het onderwijs van tegenwoordig zelfs een dodenvallei. Tegelijkertijd biedt hij ook mogelijkheden om hieraan te ontsnappen. Fjoe…

Ook deze lezing is het bekijken, beluisteren en het nabespreken waard. Wat ik hiervan mee kan nemen in mijn dagelijkse praktijk? En wat er anders zou moeten in het onderwijs in Nederland van vandaag? Daar wijd ik nog wel eens een langer blogbericht aan.




maandag 26 juni 2017

Chaos

Tijdens mijn studie moest ik regelmatig Pop's maken: persoonlijke ontwikkelplannen. Ik vertelde dan altijd dat ik een chaotisch persoon ben. Juist daarom was ik altijd erg streng voor mezelf en bracht ik veel structuur aan in mijn planningen en mijn lessen. Mijn docenten en stagebegeleiders zagen alleen die planningen en die lessen en aan het einde van mijn studie was er een docent die zei dat ik volgens haar helemaal niet chaotisch ben. Een goed voorbeeld van dat wat er van binnen leeft je lang niet altijd aan de buitenkant ziet.

Bij leerlingen werkt het soms hetzelfde. Er verschijnen veel leerlingen in mijn lessen waar “iets” mee is. Add, adhd, dyslexie, dyscalculi, ass, asperger, beelddenkers, pdd nos, hoogsensitief, noem maar op. Sommige dingen kun je merken, andere ook helemaal niet. Bovendien is de ene leerling met asperger de andere niet. Er zijn ook leerlingen zonder officieel etiketje, waarbij ik soms vermoed dat ze zaken anders ervaren of aanpakken dan gebruikelijk is. Soms kan een diagnose fijn zijn, omdat het recht geeft op extra hulpmiddelen of inzicht kan geven waarom dingen fout lopen. Het kan ook handvaten geven om beter met bepaald gedrag om te gaan en leerlingen te helpen lekkerder in hun vel te zitten of het beter te doen op school. Dat zijn de voordelen.

Nadelen
Wat je soms ook tegenkomt is dat een leerling zijn of haar etiketje gebruikt als excuus voor vervelend gedrag of slechte cijfers. Ik kan niet aardig zijn voor anderen want ik heb autistische trekken, bijvoorbeeld. Terwijl ik leerlingen altijd voorhoudt dat als je ergens moeite mee hebt dit niet betekent dat het dan niet hoeft. Het betekent wel dat je er meer moeite voor moet doen. Sommige dingen zullen altijd moeilijk blijven, en er zullen zaken zijn die nooit helemaal gaan zoals je graag zou willen, maar dat is geen reden om het er bij te laten zitten. Dit laatste weet ik uit eigen ervaring.

Hak, tak en chaos
In mijn hoofd is het namelijk echt chaos, nog steeds. Ik vind het moeilijk om meerdere dingen tegelijk te doen, en dat hoort bij de taakomschrijving als je lesgeeft. Je moet immers in de gaten hebben wat je met welke klas gaat doen, welke materialen er nodig zijn, welke leerling extra aandacht nodig heeft, wie nog iets moet inhalen, op welke bladzijde van welk boek we zijn, wie in de klas stiekem briefjes doorgeeft en wie er de hele tijd door de grammatica-uitleg heen praat. Ik kan het, maar het kost sloten energie. Mijn hoofd werkt in veel opzichten anders dan dat van anderen. Ik begrijp hierdoor mijn leerlingen met een concentratieprobleem behoorlijk goed. Mijn gedachten vliegen ook alle kanten op en als ik met een ding bezig ben dan kan ik al het andere om mij heen vergeten. Tegelijkertijd ben ik dat ook weer vergeten als iets mij afleidt. Als ik kook gebeurt het bijvoorbeeld regelmatig dat iets aanbrandt omdat ik in de keuken een krant tegen kom en dan begin te lezen en vergeet waar ik ook weer mee bezig was. Autorijden is iets anders wat mij absurd veel moeite kostte om te leren, ik kreeg het nauwelijks voor elkaar. Overal kijken en direct doen in plaats van er over na te denken, en alles altijd tegelijk... Heel erg moeilijk.

Structuur.
In de klas overkomt mij dat gelukkig niet, en het magische woord hierbij is structuur. Vrijwel elke les begint op dezelfde manier en eindigt op dezelfde manier. Ik kijk altijd even terug op de vorige les en kijk aan het einde even vooruit naar de volgende. Het programma van de dag, inclusief huiswerk voor de volgende keer staat op het bord. Als ik leerlingen soms vraag wat ze prettig vinden aan mijn lessen en wat ik eventueel nog kan verbeteren, dan blijkt dat ze het fijn vinden dat ze altijd weten waar ze aan toe zijn bij mij. Ik ook. Het geeft tegenwicht aan de chaos. 

maandag 19 juni 2017

Turbotaal

Weet je waar je je behoorlijk oud door kunt voelen? Taal. Laat me deze boude uitspraak uitleggen. Ik herinner mij het verhaal van mijn lieve opa die op zijn 84e aan mij vertelde dat hij zich niet oud voelde, ondanks zijn respectabele leeftijd. Tot een paar jaar daarvoor had hij nog eieren gezocht (ik had Friese grootvaders, in een tijd dat kievitseieren zoeken nog mocht) en als hij dan een hekje zag, was zijn eerste reactie om erover heen te springen. In zijn hoofd was hij namelijk nog dezelfde als toen hij veertien was. Pas in tweede instantie realiseerde hij zich dan dat hij daar al veel te oud voor was. Datzelfde principe geldt voor mij. Ik ga regelmatig naar de kapper, heb mijn haren in een naar ik heb begrepen hip kleurtje, en voel me gewoon zoals ik mij altijd voelde, alleen in een licht vermoeide bijna veertiger verpakking. Pas als ik op school mijn leerlingen tegen elkaar hoor praten voel ik ineens dat ik oud wordt. Of ben, laat ik eerlijk zijn.

Engels
Iedere generatie heeft zijn eigen turbotaal, taal die alleen onder jongeren wordt gesproken. Zo kan ik mij – opoe vertelt- herinneren dat iets echt gaafs wreed was. Ik geloof niet dat ik het woord ooit zelf gebruikte (daar was ik toen al niet hip genoeg voor), maar ik bevond mij in kringen waar dit wel gangbaar was. De leerlingen in mijn klas hebben zo een eigen lingua franca die vooral heel veel leent uit het Engels. Laatst luisterde ik een gesprek af (ja, dat doen wij leraren. Kijk maar niet zo geshockeerd) tussen twee leerlingen die eerst iemand anders bespraken: een real badass mofo was die gast. Daarna wilde ze even meeten. Meeten! Niet afspreken, niet hangen, neen: meeten. Als dit alles ertoe zou leiden dat hun Engels beter wordt naarmate hun Nederlands slechter (anders) wordt dan is dat nog iets, maar dat is niet zo. Hoe vaak ik al C U heb moeten verbeteren in see you, of uit moeten leggen dat 'gonna' en 'ain't' geen correct Engels is? Ook niet als iedereen het zegt, of het in alle liedjes zo is? Te vaak. Ik was het spoor bijster toen het gesprek op lacherige toon op fappen kwam. Dat begreep ik later pas, toen mijn zestien jarige dochter het me uitlegde.

Grappig
Is dit dan erg? Taal te horen waardoor je je oud gaat voelen? Nee, want het brengt vernieuwing en is soms creatief en grappig. Zo betekenen zowel pittig als kappot 'veel' of 'erg'. Pittig laat op bed gaan bijvoorbeeld of kapot moe zijn. In theorie kan iemand dus zowel pittig pittig als kapot kapot zijn. Vind ik leuk. Veel van wat mijn leerlingen zeggen begrijp ik inmiddels. 'He juf, beste patta's' is een compliment. Over oude afgetrapte laarzen die ik alleen aan had omdat het sneeuwde, maar dat wist zij niet, zij vond het blijkbaar mooie schoenen. Zelf bezig ik weinig hippe jeugdwoorden, al gebruikte ik laatst de uitdrukking 'vet lame' in een stelling voor tijdens de mentorles. En het grappige was dat die stelling het meeste uitnodigde tot discussie. Niemand die mij uitlachte, of me te oud vond voor zo'n uitdrukking, ze snapten wat ik bedoelde en gingen hierop in. Zo oud ben ik blijkbaar dus nog niet.


Oh en wat fappen nou is? Hmm.. Helpt het als ik zeg dat het een onomatopee is?

maandag 10 april 2017

Leren deel 1

Weet je waar ik als docent veel van heb geleerd? Rijles. Ik heb een goede opleiding gehad en na mijn studie diverse nascholingen, bijscholingen, cursussen, studie(mid)dagen, ontwikkelgroepen en workshops. En waar ik het meeste van heb geleerd, is het volgen van rijles. Raar? Misschien. Maar het is echt zo.

Ik moet er misschien een paar dingen bij vertellen. Als eerste zijn die rijlessen vrij recent. Op mijn 37e ben ik begonnen met mijn eerste rijlessen en nu rond mijn 39e, heb ik nog steeds mijn rijbewijs niet behaald. Dat is gelijk het tweede: ik was er niet heel goed in. Bijzonder verrotte beroerd, om precies te zijn. Nu is het zo dat ik in mijn eigen schoolcarrière in weinig dingen echt slecht was. In techniek in de brugklas en vooral gym was ik een kneusje, dat klopt, maar dat waren uitzonderingen. Ik ben altijd een goede leerling geweest. Ik haalde niet altijd de beste cijfers, maar dat was meer een kwestie van met andere zaken bezig zijn. Het leren zelf ging mij verbazend goed af. Behalve wiskunde, die was ik nog vergeten. Wiskunde daar kreeg ik -letterlijk- elke les knallende koppijn van. Alsof er verbindingen in mijn hersenen niet werkten en er kortsluiting ontstond als ik probeerde het te begrijpen. Maar voor de rest heb ik nooit veel moeite gehad om iets te leren, te begrijpen of te kennen en te kunnen. Leren breien en haken was misschien even wat gepruts, maar ook dat had ik al op jonge leeftijd in de vingers.

Hoe anders was dat toen ik met rijles begon... Ik kon er geen bal van! Mijn instructeur zei zo'n twee keer per les dat autorijden voor doeners is en niet voor denkers, maar ik ben een denker, en geen doener. Nou daar ga je dus.

Voor de allereerste keer
Wat ik er dan als juf van geleerd heb? Ik heb voor het eerst in mijn leven gemerkt hoe ontzettend naar het is als je iets niet kunt. Dat je wel wilt, maar het zo moeilijk vind en keer op keer op keer probeert en het toch niet lukt. Ook al doe je heel erg je best. Hoe gefrustreerd en verdrietig en boos je hiervan kunt worden. Hoe je je aangetast kan voelen in je eigenwaarde als het alsmaar niet lukt. Dat wist ik niet. Niet echt. Nu heb ik het aan den lijve ervaren en ik begrijp mijn zwakke leerlingen op een andere manier dan hiervoor. Ik weet niet of ik er een betere docent door wordt, maar ik snap ze wel beter.


(wegens iets te lang stuk heb ik besloten om dit blog op te knippen in twee stukken, volgende keer het vervolg!)