donderdag 30 november 2017

Collega's

Vorige keer schreef ik dat ik geleerd heb hoe fijn het is om samen te werken met lieve collega's. Fijne collega's betekenen vaak de helft van je werkplezier. Op bijna elke school heb ik goed kunnen samenwerken en heb ik veel hartelijke, aardige en leuke collega's meegemaakt.

Leuk
De collega Duits bijvoorbeeld, die een beetje doof was, maar zich met een gehoorapparaat prima kon redden. De jonge collega die net een jaar eerder dan ik was afgestudeerd, maar jonger was dan ik. Grappig en ad rem en een stuk stoerder dan ik in die tijd. Of de lieve collega met wie ik mocht meerijden en van wie ik kleren kreeg voor mijn kinderen. Of de iets oudere assistent-hoofd van de school die vond dat jonge collega's met baby's (zoals ik die in die tijd had) vrijgesteld zouden moeten worden van vergaderingen. Thuis zijn bij je kleintje en lesgeven was het belangrijkste immers. Wat een schat was dat.

Alleen
Ik heb me ook weleens alleen gevoeld op een school. Letterlijk, toen ik als enige Engels gaf en geen enkele directe collega had om mee te overleggen, maar vooral ook figuurlijk. Ze zeggen weleens dat je in nood je vrienden leert kennen, maar dat geldt ook voor collega's. Ik ben een aantal jaren geleden ernstig ziek geweest. Zo ziek dat ik een week in het ziekenhuis kwam te liggen en ik er bijna niet meer was geweest. Ik moest erg lang revalideren en het was een enorme aanslag op mijn conditie en vertrouwen in mijn eigen lichaam. 

Toen ik in het ziekenhuis lag kwam de directeur, die in dezelfde stad woonde als ik, langs met een bos bloemen. Aardig. Volgens hem zou ik binnenkort een kaart krijgen van collega's en leerlingen, want iedereen was erg met mij begaan. Die kaart moet ik nog steeds krijgen, want ik hoorde niets, geen kaartje, geen mail, geen teken van medeleven, niets. Van niemand. Niet van de collega's waarmee ik lachte tijdens vergaderingen, waarmee ik mee zou naar een excursie naar Engeland, van niemand. En dat voelde koud en liefdeloos.

Foutje
Op dezelfde manier kreeg ik op deze school te horen dat mijn contract niet verlengd zou worden. Of beter: kreeg dit niet te horen. Dat zit zo. Het hele jaar was iedereen enorm tevreden over wat ik deed en hoe ik dit deed. Na mijn tijd in het ziekenhuis ging ik veel te vroeg weer aan het werk, uit verantwoordelijkheidsgevoel voor mijn leerlingen, maar ook een beetje omdat er telkens werd benadrukt dat men mij een contract wilde aanbieden voor het jaar erop. 

De arbo-arts (die overigens niet werd ingeschakeld, maar die ik pas na maanden revalidatie zelf eens sprak) vond dat het nadelig was voor mijn gezondheid wat ik allemaal al deed. Zo ging ik zelfs mee op een weekend waarin de docenten met z'n allen de toekomst van de school gingen bespreken en plannen moesten uitzetten voor later. Ik vroeg of ik gezien mijn lichamelijke conditie thuis kon blijven, maar dat kon niet, mijn aanwezigheid was enorm belangrijk. Dus ging ik mee, dodelijk vermoeid en totaal nog niet gezond genoeg.


Ik wachtte aan het einde van het jaar op een bericht over mijn nieuwe contract toen ik in mijn mailbox het bericht voor de ouders kreeg. In dit maandelijkse bulletin met nieuwtjes over de school, las ik nogal onverwacht nieuws Tot hun spijt moesten ze de ouders mededelen dat Jolanda Lichthart helaas niet terug zou komen, maar dat ze een goede andere docent Engels hadden gevonden. Beetje jammer dat de school hierover Jolanda Lichthart zelf niets had verteld. Er werden nog excuses aangeboden, maar daar had ik niets aan. Naar om zo te worden behandeld nadat je in een tijd van moeilijkheid en ziekte juist zo je best hebt gedaan. 

Op geen enkele school gaan de dingen helemaal vlekkeloos, maar zo erg als op die school heb ik het gelukkig nooit meer gehad.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten