(dit
artikel verscheen eerder op Ogma.nu, het eigenzinnige online
boekenmagazine, over oude boeken, stoere boeken en boeken waar je om
moet zoeken, maar die het zoeken waard zijn)
Zoals
jullie misschien al weten ben ik zowel schrijver als docent, en hou
ik bovendien erg van lezen en boeken. Geen toeval dat ik op dit blog
terecht ben gekomen! Ik doe op school ook veel aan lezen. Als
leerlingen hun huiswerk af hebben, of eerder klaar zijn met een
overhoring of proefwerk dan staat er een bak klaar met allemaal
boekjes. Vanaf een heel laag niveau tot gevorderden; ik heb Engelse
boekjes voor iedereen, en elk kind kan dus iets vinden wat hem of
haar aanspreekt. Voor de leerlingen die bang zijn dat het toch te
moeilijk is of die weerstand hebben tegen een 'echt' boek heb ik ook
Engelse tijdschriften en strips. Ik heb zelfs uit eigen portemonnee
geïnvesteerd in een paar Engelstalige Donald Ducks. Ideaal om zelfs
de grootste lees-tegenzin te overwinnen.
Uitspraak
en schrijfwijze
Wat
een probleem is bij Engels is dat veel woorden totaal anders
geschreven worden dan ze worden uitgesproken. Neem bough en cough. De
ene is een scheepsboeg en spreek je uit als 'bou', de ander betekent
hoesten en spreek je uit als 'kof'. Daar zit weinig logica in en is
voor een kind die nog weinig Engels heeft gehad best lastig. Tel daar
de leerlingen bij op met dyslexie en klaar ben je. Lezen moet dus
afgewisseld worden met luisteren, heel veel luisteren.
Vertellen
en voorlezen
Wat
ik veel doe om leesproblemen te omzeilen is voorlezen. Sinds
luisterboeken ook voor volwassenen populair zijn is het stigma dat
voorlezen alleen voor kleine kinderen zou zijn gelukkig minder
geworden, hoewel op een Vrijeschool (ik werk op een middelbare
Vrijeschool) dat bezwaar minder speelt. Verhalen vertellen en
voorlezen hoort erbij en beide doe ik veel.
Ik heb met name
voor de basisschool (waar ik nu niet meer, maar in het verleden wel)
zelf verhalen ontwikkeld waarbij de basis vast staat, maar waarbij de
details door de leerlingen mogen worden ingevuld. Dit is een vorm van
verhalen vertellen waarbij er veel interactie is tussen de leerlingen
en mij. Heel leuk en intensief en een manier van leren en luisteren
die natuurlijk aanvoelt.
Ik begin hier tegenwoordig in de eerste klas
van de middelbare school mee. (in het vrijeschoolonderwijs zijn er op
de basisschool geen groepen, maar klassen: een tot en met zes. Op de
middelbare, waar ik werk, tellen we vervolgens door: zevende tot en
met de twaalfde. Vandaar dat ik het hier heb over zevende en achtste
klas, dit zijn de klassen waarin ik het meeste lesgeef)
Voorlezen
is bij mij ook deels uitbeelden. De boeken van Roald Dahl zijn
hierbij een godsgeschenk. Wat een heerlijke verhalen, mooie figuren,
lekker opstandige en excentrieke karakters. Een voordeel is ook dat
de meeste leerlingen de verhalen van Dahl al kennen in het
Nederlands. Als ze het dan in het Engels horen dan kunnen ze
makkelijker de gaten invullen als ze bepaalde woorden niet begrijpen.
Griezels
en vos
Met
de zevende klassen begin ik altijd met de Twits, de Engelstalige
Griezels. Mr en Mrs Twitt die elkaar eerst op alle mogelijke manieren
dwars zitten – to play nasty tricks – en daarna de avonturen van
de apen en de roly-poly bird. Spannend en grappig, altijd een
onweerstaanbare combinatie.
Aan het einde van de zevende, begin
van de achtste klas lees ik the Fantastic Mr Fox voor. De Engelse
taal van Dahl vind ik prachtig, en het rijmpje over de gemene boeren
(Boggis
and Bunce and Bean, one fat, one short, one lean. Those terrible
crooks, so different in looks are nonetheless equally mean)
zit
in mijn hoofd gebakken. En dan kun je best al veertien zijn en dromen
over Shawn Mendes of andere onbereikbare idolen, leerlingen zitten
nog steeds op het puntje van hun stoel bij dit soort verhalen. Gewoon
even lekker luisteren naar een verhaaltje in plaats van een stomme
invuloefening uit het boek. Relaxt.
Weten
zij veel dat ze van die voorleessessies misschien nog wel meer Engels
leren dan van die invuloefeningen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten