Eigenlijk
geldt wat ik vorige keer schreef over leerlingen ook een beetje voor
mijzelf als docent.
Ik heb een fijne en goede opleiding gehad.
Mijn eerste jaar was in 1999-2000, mijn tweede jaar – door de komst
van mijn oudste dochter een lange pauze genomen – in 2006-2007 en
uiteindelijk ben ik begin 2011 afgestudeerd. Ik werkte toen al een
tijdje en heb waanzinnig veel geleerd uit de praktijk.
Wat
ik leerde
Ik
leerde goed uit te leggen, hoe ik cijfers moest berekenen, hoe om te
gaan met faalangstige kinderen, met boze ouders en nare collega's
(die er gelukkig bijna niet waren, maar degene die ik tegen kwam...
Vertel ik nog wel eens). Ik leerde hoe ik een betrokken mentor kon
zijn, leerde om te gaan met weinig energie in combinatie met een
gezin en een veeleisende baan en hoe ik in gedachten uit kon 'zonen'
tijdens oeverloos saaie vergaderingen.
Ik
leerde te genieten van kleine dingen, leerde om streng te zijn en de
orde te bewaren en welke kennismakingsspelletjes leuk zijn om te doen
met een verse groep brugklassers. Ik leerde hoe fijn het is om samen
te werken met lieve collega's, hoe de methodes in elkaar zitten, hoe
ik mijn creativiteit kon gebruiken bij het ontwikkelen van nieuw
lesmateriaal en hoe ik vervolgens diezelfde creativiteit aan moest
spreken om te zorgen dat de dingen die ik had bedacht pasten binnen
de retestrakke planning die er was.
Ik
leerde dus veel sinds ik in 2009 begon met lesgeven. Maar pas op mijn
huidige school leerde ik om steeds meer de docent te zijn die ik echt
ben.
Ontwikkelstof
Ik
leerde om mij kwetsbaar op te stellen, om niet gewoon verhalen te
vertellen, maar er een stukje van mijn eigen ziel in te leggen. Pas
nu kan en durf ik mezelf te laten zien, ook in zaken waar ik onzeker
over ben. Ik kwam er en passant achter dat ik grammatica goed kan
uitleggen, maar dat grammaticaonderwijs eigenlijk van nul en generlei
waarde is. Nu pas kan ik mijn creativiteit echt benutten en durf ik
dingen te doen waarvan ik eerder dacht dat dat niet kon op een
middelbare school.
Dit
past bij de antroposofische visie op onderwijs. De lesstof is niet
zozeer leerstof als wel ontwikkelstof. De leerling wordt als wezen
gezien met lichaam, geest en ziel, en de docent dus ook. Er wordt van
de docenten verwacht om met hun hele wezen voor de klas te staan en
dat is wat ik doe. Het wil niet zeggen dat ik nu 'klaar' ben, want
ontwikkeling gaat een heel leven door. Maar ik ben steeds meer bezig
te worden wie ik als mens en als docent ben.
Elke werkdag is een
stukje ontwikkelstof in dat proces.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten