De
afgelopen tijd zat ik op school in een ontwikkelgroep die bezig was
met het geven van feedback. Wat is goede feedback en hoe geef je dat?
Hiervoor las ik het een en ander aan literatuur en weer werd
duidelijk: cijfers zijn geen goede feedback. Toch is ons hele
onderwijssysteem gebouwd op het geven van cijfers. Hoeveel zeggen
cijfers nu echt? Elk cijfer is immers slechts een momentopname. Je
merkt het misschien al: ik heb niet veel met cijfers. Ik heb iets met
leerlingen, met plezier in leren en in de lessen, met ontwikkeling.
Maar met koude cijfers? Neen.
Wedstrijdjes
Leerlingen
vaak wel. Net zoals ze ook van spelletjes houden. En wedstrijdjes.
Leerlingen willen graag weten hoe ze het doen en een cijfer voelt een
beetje als een beloning voor hun werk. Voor mij is het altijd een
balanceerwedstrijd tussen wat leerlingen prettig vinden en wat ik
nuttig vind. Ik doe het altijd zo: ik vertel nooit klassikaal wie
welke onvoldoende heeft. Dat doe ik niet bij de leerlingen die moeite
met het vak hebben, maar ook niet bij de leerling die beter kan, maar
gewoon een keer lui was. Ik maak daar geen onderscheid in. Ik roep de
mensen met een onvoldoende onopvallend bij mijn bureau, terwijl de
klas aan het werk is, of loop bij hen langs en geef dan hun proefwerk
of schriftelijke overhoring terug. Ik bespreek individueel kort de
toets en samen kijken we wat er fout ging. Vaak geef ik ze dan wat
tips mee, of we maken een afspraak om het er op een ander tijdstip
wat uitgebreider over te hebben.
De rest van
de toetsen geef ik klassikaal terug en ik doe dat van laag naar hoog.
Leerlingen vinden dat fijn, en ik kom daaraan tegemoet. Maar ik
benadruk zeer regelmatig dat voor de een een 7, of een ruim voldoende
een beter resultaat is dan een 8, of een goed voor een ander, het
gaat mij namelijk om de ontwikkeling. Voor iemand die altijd met
moeite net wel of net niet een voldoende haalt kan een 7 een enorme
prestatie zijn, terwijl iemand die normaal alleen maar 9,5 haalt met
een 8 laat zien er even met de pet naar te hebben gegooid. Ik
bespreek proefwerken vervolgens na, zodat leerlingen kunnen zien wat
ze waarom fout hebben gedaan. Hierin zit volgens mij iets meer
waarde. Als ze van zichzelf zien dat ze bij de zinnen minder goed
gescoord hebben kan ik tips geven om deze beter te leren, zodat ze
het een volgende keer beter doen. Bij een proefwerk. Of ze in het
echte leven, als ze in een vrije situatie een stukje Engels moeten
spreken of schrijven, het ook beter doen dat is nog maar de vraag.
Maar dat is weer een ander verhaal waar ik vast ook nog weleens iets
over ga zeggen.
Beoordelingen
vs getallen
Ik
geef op mijn huidige school op dit moment vooral les aan zevende en
achtste klassen, eerste en tweede in het regulier onderwijs. In deze
klassen doen we nog niet aan echte cijfers, we geven beoordelingen.
Deze beoordelingen zijn zeer goed, goed, ruim voldoende, voldoende en
nog niet voldoende. We doen dit om te zorgen dat leerlingen en ouders
vooral oog hebben voor de ontwikkeling van hun kind. De beoordelingen
geven een globaal beeld van hoe het staat qua resultaten, maar laat
niet teveel fixeren op cijfers. Vooral de laatste spreekt mij erg
aan: een nog niet voldoende, een nnv'tje in de volksmond. Een
onvoldoende is rigide, geeft aan dat je iets niet kunt. Sluit
hierdoor succes in de toekomst voor je gevoel bij voorbaat al een
beetje uit. Een nog niet voldoende geeft aan dat het weliswaar nu nog
niet voldoende is, maar er vertrouwen is voor een volgende keer.
Uiteindelijk gaat het daar immers om, en niet om de cijfertjes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten