Posts tonen met het label vrijeschoolonderwijs. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vrijeschoolonderwijs. Alle posts tonen

maandag 24 september 2018

Het ritme van de natuur


Ik heb op dit blog wel eens eerder geschreven over het volgen  van de natuur in mijn lessen. Dit is een essentieel onderdeel van antroposofisch onderwijs. En het gaat ook verder dan alleen het verwerken van (jaar)feesten in de onderwerpen die aan bod komen. Ik probeer letterlijk het ritme van de natuur te volgen. Niet altijd en niet helemaal, maar wel in essentie en grote lijnen. Klinkt dit wat te vaag en hocus-pocus? Valt echt wel mee.

Het ritme van de natuur, daarmee bedoel ik in dit geval het natuurlijke ritme van de seizoenen. En al lijken deze tegenwoordig zo vaak in de war (hebben we ineens lente in de winter, of herfst in de lente, herfst in de zomer of herfst in de winter), ik hou maar gewoon het 'traditionele' model van drie maanden winter, drie maanden lente, drie zomer en dito herfst aan. 

Het schooljaar begint aan het staartje van de zomer, met daarop aansluitend direct de herfst. De zomer is een seizoen met een naar buiten gaande beweging. Te antroposofische term? Naar buiten gaand wil gewoon zeggen dat alles bloeit; dat wat in de zaden zat is vrucht of bloem geworden. Die beweging kun je doortrekken naar de activiteiten die je in de klas doet. In het begin van het schooljaar laat je de kinderen ook een beetje naar buiten bewegen, door te vertellen over zichzelf (of hun vakantie). Iedereen moet elkaar (eventueel opnieuw) leren kennen en dus zijn er introductiespelletjes en opdrachten waarbij ze dat wat van binnen leeft (hun voorkeur, hobby's, ervaringen) naar buiten brengen. Dit duurt (net als dat staartje van de zomer) maar vrij kort omdat er al snel een nieuwe status quo ontstaat.

Bron: Pixabay


In de herfst begint de beweging om te draaien. Dat wat buiten bloeide valt af en de natuur maakt zich langzaam klaar om te overwinteren. Dit is een tijd om de oogst binnen te brengen, te kijken wat er het afgelopen jaar is ontstaan en voor te bereiden op de winterse stilheid en naar binnen gekeerdheid. Ook in de klas. De oogst binnen brengen betekent in dit geval dat je begint met inventariseren wat leerlingen geleerd hebben. Als het zevende (is eerste) klassers zijn dan is dat, dat wat ze op de basisschool geleerd hebben. Bij achtste of oudere jaars grijp je terug op wat ze het jaar daarvoor hebben gedaan en herhaal je dit nog eens kort. De opdrachten zijn in de zevende en achtste klas vooral gericht op luisteren en lezen. Iets dat van buiten komt en naar binnen gaat. Dit vormt een basis voor later, wanneer de leerlingen (meer) dingen vanuit zichzelf gaan doen.

Bron: Pixabay


Dit naar binnen gericht zijn wordt aan het einde van de herfst, begin van de winter nog sterker; we kijken hierbij filmpjes, luisteren naar verhalen en lezen dingen die de leerlingen doen nadenken. Het tempo wordt langzaamaan ook wat trager, om in de drie weken voor kerst (adventtijd duurt eigenlijk vier weken, maar de laatste week hiervan valt in de kerstvakantie en doen we dus als school niets) heel rustig en bedaard te worden. Net als de natuur om ons heen; het wordt kouder, de zaden verschuilen zich diep in de grond, we gaan een stil en ogenschijnlijk doods seizoen in. Maar net zoals de bomen en planten al het nieuwe leven voor het volgende seizoen bevatten is dat met de leerlingen ook zo. Alle luister-en leesoefeningen zijn zaadjes die er straks voor gaan zorgen dat ze zelf iets kunnen gaan doen met de taal. Datgene waar ik ze over na laat denken bij de opdrachten zijn kiemen waar ze straks weer verder op gaan bouwen.

Bron: Pixabay


Na de kerstvakantie is het nog steeds winter en gaan we een paar weken op dezelfde voet gewoon door, maar het tempo wordt wel iets opgevoerd. Zo rond februari, als het duidelijk wordt dat we een tijd met meer licht in gaan, begin ik ook met opdrachten waarbij leerlingen meer zelf gaan doen; kleine gedichtjes schrijven over de liefde bijvoorbeeld. Gedichten over de lente reciteren. De natuur ontwaakt langzaam en verandert qua beweging van naar binnen gerichte slaapstand naar meer naar buiten gerichtheid, en zo doen wij dat ook. Eerst voorzichtig, met die gedichtjes, maar zodra het voorjaarsconcert is geweest (onze school geeft in het voorjaar altijd een prachtig, professioneel concert, waar alle leerlingen en medewerkers aan mee doen) gaan we ook bij Engels goed los.

Bron: Pixabay


De onderwerpen van de verhalen die ik vertel zijn meer naar buiten gericht en de leerlingen gaan steeds meer zelf schrijven en spreken. In de muzieklessenserie van de achtste klas laat elke leerling bijvoorbeeld een stukje favoriete muziek horen en vertelt hierover. In de zevende klas doen we 'show and tell'; iets meenemen van huis dat belangrijk voor je is en hier iets over vertellen (kort en eenvoudig, niet te ingewikkeld maken).

Tegen de tijd dat de lente al steeds meer in de zomer verandert is de beweging helemaal van binnen naar buiten geworden; alles groeit en bloeit buiten en dat mogen mijn leerlingen ook. Dit zet ik om in projectlessen waarbij de leerlingen (nog geleid in de zevende klas en binnen een paar kaders geheel vrij in de achtste klas) zelf iets mogen bedenken en dit uitvoeren, zolang het in de Engelse taal is. Een filmpje, een strip, een kleine dichtbundel, een scenario, een verhaal, een toneelstuk, een TV programma, een vlog, noem maar op. Ze mogen dat wat bij hen van binnen leeft aan ideeën en fantasie naar buiten brengen in de vorm van een product zoals ik hier boven noem. Een heerlijke tijd waar ik altijd enorm van geniet. De vrijheid om te kunnen maken wat ze willen, met als basis dat wat ze vanaf de herfst hebben geleerd aan woorden en grammaticale structuren, maakt dat veel leerlingen de prachtigste dingen maken. De lessen waarbij ik langs loop, af en toe tips geef of de juiste kant op stuur, terwijl zij met plezier bezig zijn, zijn misschien wel de leukste lessen om te geven.

Bron: Pixabay


Zo is het dan volop zomer geworden en is de beweging naar buiten toe zo sterk dat het letterlijk is geworden: uit die school! Vakantie! Zes heerlijke weken genieten van  zomer en buiten zijn. 

Totdat, aan het staartje van die zomer, het hele ritme weer opnieuw begint met een heerlijk fris nieuw schooljaar. 

Dus saai? Zo elk jaar hetzelfde ritme? Absoluut niet, want je beweegt het hele jaar, en elk moment heeft zijn eigen schoonheid, en zijn eigen kracht. Net als mijn lessen. 

maandag 23 juli 2018

Lekker lui zomervakantiebericht I

Deze zomervakantie zal ik gewoon elke maandag een nieuw stukje publiceren. Maar wel iets anders dan normaal. Korter vooral. Het is tenslotte zomervakantie en ik geniet van een beetje extra rust zo midden in het jaar. Ik zal het dan ook laten bij een gedicht, een spreuk, een plaatje of, zoals vandaag, een filmpje.

Ik weet dat mensen een filmpje vaak te lang vinden duren, maar kom! Het is immers vakantie en twaalf minuten de tijd nemen voor een korte lezing, dat moet vast lukken.

In dit filmpje geeft Aziza Mayo, lector Waarde(n) van het vrijeschoolonderwijs aan de Hogeschool Leiden helder en goed antwoord op drie vragen: Wat is de essentie van het vrijeschoolonderwijs? Wat doet de vrijeschool om dat mogelijk te maken? Voor welke uitdagingen staat het vrijeschoolonderwijs?


Boeiende stof, en goed om eens naar te luisteren op deze prachtige eerste maandag van de schoolvakantie!  


donderdag 5 april 2018

Leraren de hort op: De Vrijeschoolconferentie

(omdat er afgelopen maandag ivm Pasen een paas re-run verscheen is er voor een keer op donderdag een nieuw bericht. Vanaf volgende week gewoon weer op maandag)

Elk jaar aan het heel prille begin van de lente krijgen onze leerlingen een extra dag vrij en gaan wij als leraren een dag de hort op. Niet alleen voor de leuk, maar om bij te leren. Studiedag? Neen, de lerarenconferentie. Of, zoals ik een collega vorig jaar hoorde zeggen: ons schoolreisje.

De lerarenconferentie vind altijd plaats in het hart van Vrijeschoolland: Zutphen. Bijna alle leraren van alle (voortgezette) Vrijescholen in Nederland verzamelen zich hier deze ene dag. Voor ons als noorderlingen betekent het vroeg verzamelen (als in: heel erg vroeg) en met z'n allen een uurtje of twee (en een half) in de bus zitten. Vandaar dus ook het schoolreisjesgevoel.

Eenmaal aangekomen in Zutphen, in een prachtige wijk, vol groen waar we altijd een beetje jaloers van worden (want wat een geweldige omgeving om Vrijeshoolonderwijs te mogen geven!) begroeten de collega's de mensen die ze kennen van de andere scholen. Ik als relatieve nieuwkomer kijk eerst eens wat om me heen. Veel mensen om me heen maakt me altijd wat ingetogener. Veel tijd is er niet trouwens om daar bij stil te staan, want er is een strak, goed doordacht en redelijk volgepakt programma voor de dag, die je als deelnemer zelf van te voren hebt kunnen samenstellen door te kiezen uit verschillende opties.

Als eerste is er een opening met een spreker en daarna de eerste ronde met een werkgroep. Er zijn werkgroepen van het vak dat je lesgeeft, maar ook andere. De afgelopen twee jaar volgde ik de werkgroep Biografie van jou als onderwijsmens. Dat ik hiervoor gekozen heb is een van de beste beslissingen uit mijn leven geweest. Word ik nu overmatig dramatisch op mijn oude dag? Valt wel mee, hoor, maar ik herontdekte bij deze workshop mijn plezier in schrijven. Schrijven over mezelf, maar ook het doen van schrijfoefeningen, luisteren naar de biografische opdrachten van anderen. Terwijl ik dat deed leerde ik over mezelf, mijn leven, mijn kracht, mijn motivatie, niet alleen als onderwijsmens, maar ook als mens in het algemeen. En voelde ik , burn-out of niet, het levensplezier in mij stromen. Een heerlijke, inspirerende ervaring die nawerkte in de tijd erna. Ik kreeg namelijk een inzicht die mijn leven een heel klein beetje veranderde. No kidding. In welk opzicht, daar vertel ik later in een ongewoon persoonlijk stuk (cliffhanger!) verder over.

Bron: Pixabay.com


Tijdens de lerarenconferentie is het na de eerste ronde van de werkgroep tijd voor de lunch. Een goed verzorgde en erg smakelijke lunch trouwens ook nog, beter dan op het gemiddelde schoolreisje. Na de lunch is er een intermezzo, iets om uit te ademen zeg maar. Ook hiervoor maak je van tevoren een keuze. Je kunt even wandelen, leren jongleren, sporten of yoga of t'ai chi doen. Zelf ontbrak het me de afgelopen twee jaren aan energie om iets anders te doen dan even in de zon te zitten, of de rust van een leeg lokaal op te zoeken.

Hierna volgt de tweede ronde en uiteindelijk de afsluiting met informele borrel. Omdat wij nog een behoorlijke reis voor de boeg hebben blijven we hier nooit zo lang, maar vertrekken weer in een stoet naar de dubbeldekker. Er zijn collega's die na aankomst in het hoge noorden nog samen uit eten gaan, maar zelf ben ik na zo'n dag gesloopt. Ik vind het leuk, echt leuk, zo'n inspirerende dag met fijne ontmoetingen met mede Vrijeschooldocenten, maar mijn prikkelverwerking is dusdanig dat ik na nog een busreis van een paar uur op ben. Een beetje zoals een overprikkelde kleuter na het schoolreisje met rode wangen een uur voor het avondeten al in slaap valt. Dagen na de conferentie blijft er dan van alles in mijn bewustzijn en onderbewustzijn zweven en heb ik nog een jaar de tijd om alles weer te verwerken en uit te kijken naar de volgende conferentie.

Een jaar of drie geleden had de organisatie van de lerarenconferentie een dichteres en columniste uitgenodigd om een dag mee te lopen en een column te schrijven over haar ervaringen. Hiermee werd toen de conferentie afgesloten. Zij beschreef als buitenstaander op geestige en open manier die conferentiedag.  Die column deel ik hier graag: http://estherporcelijn.nl/vrije-school/ 

En ik? Ik kijk alweer uit naar de lerarenconferentie van volgend jaar. (En da's nog een speciale ook: het is dan precies honderd jaar geleden dat de eerste Vrijeschool werd opgericht. Tijd voor een feestje!)

maandag 18 december 2017

Jaarfeesten

Een van de dingen die een Vrijeschool anders maakt dan andere scholen zijn de jaarfeesten. Bij het volgen van de natuur en de seizoenen hoort ook het vieren van de feesten die met elk jaargetijde verbonden zijn.

Michaëlsfeest
Elk feest heeft z'n eigen symboliek en achtergrond. Zo wordt aan het begin van het schooljaar, rond 29 september het Michaëlsfeest gevierd. Dit herfstfeest is verbonden met het verhaal van Joris (een andere verschijningsvorm van Michaël) en de Draak. Michaël was een van de aartsengelen en door de draak te verslaan overwon hij de krachten van de duisternis. Het verhaal kun je gebruiken om te beseffen dat wij als mensen met ons bewustzijn wakker moeten zijn om het kwaad in de wereld (en ons zelf!) te doorzien. En dat er moed nodig is om dit te overwinnen. Het is ook het eerste feest om ons voor te bereiden op de komst van kerstmis.

Bij onze school wordt het als een sportieve activiteit gevierd waarbij leerlingen soms ook iets moeten overwinnen, hun moed moeten tonen. We komen met zijn allen samen op een mooi terrein met water, waar de leerlingen in teams met mensen uit alle klassen door elkaar heen, in een circuit allerlei lichamelijke inspanningen tonen. Er zijn activiteiten verbonden aan de elementen water, lucht, aarde en vuur en bij allemaal werken de leerlingen samen om elkaar te helpen alles tot een goed einde te brengen.

Kerstviering
De vier weken voor kerst is de tijd van advent. Aan het einde van die advent vieren we met de hele school kerst, het winterfeest. Hierover zal ik volgende keer uitgebreid vertellen.

Voorjaarsconcert
Waar de beweging in de natuur vanaf de herfst steeds meer naar binnen gericht werd, en in de winter tot een stilstaand, doods hoogtepunt kwam, begint alles in de lente weer opnieuw te ontwaken. In de natuur en in onszelf. De lente is de tijd om weer naar buiten te treden, zoals de uitbottende knoppen aan de takken en de vogels die hun lied weer laten klinken. 

Op onze school doen wij dat ook, letterlijk. Vanaf het begin van het schooljaar wordt er al gerepeteerd en voorbereid, maar in de weken rond maart, april, zo voor Pasen wordt dit steeds intensiever, om te eindigen in een serie concerten. De hele school; leerlingen, docenten, ondersteunend personeel en ouders werkt eraan mee en het resultaat -dat ik nu een aantal keren heb mogen meemaken- is een professionele voorstelling, met popliedjes, percussie, zelf geschreven en gecomponeerde kleinkunstliederen en een klassiek koor die de prachtigste werken tot gehore brengen. Wat een manier om het voorjaar mee te beginnen! Ik vind het ontroerend en indrukwekkend, en ik ben daarin niet de enige.


SintJansfeest
Het laatste van de vier feesten die gevierd worden is het zomerse Sint Jansfeest dat rond 24 juni gevierd wordt. De beweging naar buiten toe waarbij het voorjaarsconcert een eerste aanzet was is nu tot volle wasdom gekomen, en het is het meest uitbundige feest van alle jaarfeesten. De naamgever van deze dag is Sint Jan, Johannes de Doper, en het feest is bedoeld om de natuur in al zijn uitbundige kracht van dit moment waar te nemen en te ervaren hoe deze ook in onszelf leeft. Het is ook een feest van verbondenheid met elkaar. 

Op onze school wordt dit feest gevierd met een wervelend aanbod van allerlei creatieve en culturele workshops en activiteiten waar de leerlingen uit kunnen kiezen. Er is muziek, zang, dans en er branden vuren in vuurkorven. Traditie is om aan het einde van het feest over een van de vuren te springen, als loutering. Alhoewel ik via een collega ook gemerkt heb dat het ook een moment is om goed door je rug te gaan. Oppassen dus.

donderdag 7 december 2017

Wichtelen

Het is 1 december geweest en sinterklaas is gevierd en achter de rug. Dat betekent dat de adventtijd is begonnen. Buiten het vieren van advent en het aanpassen van mijn lessen aan de tijd van het jaar, betekent het ook dat wij als docenten onderling weer wichtelen.

Wichtelen is een van oorsprong Duitse (Vrijeschool?) traditie. Het betekent dat je in de weken voor kerst een van je collega's (onderwijzend en oop = onderwijsondersteunend personeel) als het ware 'adopteert'. Je wordt iemands' wichtelouder, de ander tijdelijk jouw wichtelkind. In de praktijk betekent het dat je even wat extra aandacht aan de desbetreffende collega geeft. Deze persoon een beetje onder je hoede neemt.

Je kunt bijvoorbeeld zijn of haar lokaal (of kantoor) op een onopvallend moment goed schoonmaken, iets vriendelijks op het bord schrijven, een kaars op zijn of haar bureau verstoppen voor wat extra licht in donkere tijden of een kop thee klaarzetten op een onverwacht moment.

Geheim
Dat onopvallende en onverwachte is een sleutelelement in deze. Het is namelijk de bedoeling dat de ander niet in de gaten heeft wie zijn of haar wichtelouder is. Je mag genieten van de extra aandacht of attenties die je krijgt, zonder dat je weet aan wie je het te danken hebt. Onbaatzuchtige acties dus. Past perfect bij de tijd van het jaar qua gedachte, maar ook qua gebaar. Want de weken voor de kerstvakantie zijn notoir zwaar voor mensen in het onderwijs. De herfstvakantie is lang geleden, je maakt vaak extra lange dagen, er moet veel gebeuren en de meeste collega's zitten er rond deze tijd een beetje doorheen. Hoe heerlijk is het dan om gewichteld te worden... En net zo fijn om zelf te wichtelen! Te weten dat je heimelijk een glimlach op iemands gezicht gaat toveren geeft de wichtelouder zelf ook een prettig, ja bijna vredig gevoel.

Ik ben fan
Het mag duidelijk zijn dat ik dol ben op wichtelen. Het enige puntje is dat het wel goed uitgevoerd moet worden. In een school die steeds groter wordt kennen collega's elkaar steeds minder goed en wordt het dus moeilijker om te bedenken wat een ander leuk zou kunnen vinden. Bovendien geven we in drie gebouwen les, en als jij meestal in gebouw B werkt, en jouw wichtelkind in C, dan is het soms een opgave in drukke tijden om de tijd te vinden om bij dat andere gebouw langs te gaan. Het wordt dan ook een traditie om elkaar een klein cadeautje te geven rond de laatste dagen voor kerst. Deze wordt dan in de docentenkamer neergezet. Dat gebeurde bij mijn eerste jaar op deze school. Ik had drie weken lang cadeautjes en briefjes verstopt bij mijn wichtelkind, en zelf kreeg ik op de laatste dag voor de vakantie ineens een pakketje met allemaal cadeautjes.

Genieten en vergeten
Het jaar daarop was het volop genieten. Ineens lag er een prachtig, met zorg ingepakt cadeautje voor me klaar, elke maandag. Ik pakte de cadeautjes, of soms een kaartje, niet uit, maar liet het de hele dag liggen om even van te genieten. Wat zag het er mooi uit, en wat vond ik het lief! Het jaar daarna, vorig jaar was er een lotingsysteem waarbij soms weleens iets misliep, en ik kreeg helemaal niets. Ik miste de aandacht van een wichtelouder, maar had zelf gewoon plezier in het vertroetelen van mijn wichtelkind.



Wat dit jaar mij gaat brengen? Ik ben benieuwd. Maar eigenlijk vind ik dat meer instellingen wichtelen zouden mogen invoeren. Voor iedereen die het ook leuk vind om stiekem wat extra aandacht aan elkaar te geven. Wie doet er mee?

maandag 27 november 2017

Worden wie ik ben

Eigenlijk geldt wat ik vorige keer schreef over leerlingen ook een beetje voor mijzelf als docent.


Ik heb een fijne en goede opleiding gehad. Mijn eerste jaar was in 1999-2000, mijn tweede jaar – door de komst van mijn oudste dochter een lange pauze genomen – in 2006-2007 en uiteindelijk ben ik begin 2011 afgestudeerd. Ik werkte toen al een tijdje en heb waanzinnig veel geleerd uit de praktijk.

Wat ik leerde
Ik leerde goed uit te leggen, hoe ik cijfers moest berekenen, hoe om te gaan met faalangstige kinderen, met boze ouders en nare collega's (die er gelukkig bijna niet waren, maar degene die ik tegen kwam... Vertel ik nog wel eens). Ik leerde hoe ik een betrokken mentor kon zijn, leerde om te gaan met weinig energie in combinatie met een gezin en een veeleisende baan en hoe ik in gedachten uit kon 'zonen' tijdens oeverloos saaie vergaderingen.
Ik leerde te genieten van kleine dingen, leerde om streng te zijn en de orde te bewaren en welke kennismakingsspelletjes leuk zijn om te doen met een verse groep brugklassers. Ik leerde hoe fijn het is om samen te werken met lieve collega's, hoe de methodes in elkaar zitten, hoe ik mijn creativiteit kon gebruiken bij het ontwikkelen van nieuw lesmateriaal en hoe ik vervolgens diezelfde creativiteit aan moest spreken om te zorgen dat de dingen die ik had bedacht pasten binnen de retestrakke planning die er was.

Ik leerde dus veel sinds ik in 2009 begon met lesgeven. Maar pas op mijn huidige school leerde ik om steeds meer de docent te zijn die ik echt ben. 


Ontwikkelstof
Ik leerde om mij kwetsbaar op te stellen, om niet gewoon verhalen te vertellen, maar er een stukje van mijn eigen ziel in te leggen. Pas nu kan en durf ik mezelf te laten zien, ook in zaken waar ik onzeker over ben. Ik kwam er en passant achter dat ik grammatica goed kan uitleggen, maar dat grammaticaonderwijs eigenlijk van nul en generlei waarde is. Nu pas kan ik mijn creativiteit echt benutten en durf ik dingen te doen waarvan ik eerder dacht dat dat niet kon op een middelbare school.


Dit past bij de antroposofische visie op onderwijs. De lesstof is niet zozeer leerstof als wel ontwikkelstof. De leerling wordt als wezen gezien met lichaam, geest en ziel, en de docent dus ook. Er wordt van de docenten verwacht om met hun hele wezen voor de klas te staan en dat is wat ik doe. Het wil niet zeggen dat ik nu 'klaar' ben, want ontwikkeling gaat een heel leven door. Maar ik ben steeds meer bezig te worden wie ik als mens en als docent ben. 

Elke werkdag is een stukje ontwikkelstof in dat proces.

donderdag 23 november 2017

worden wie je bent



Op de school waar ik werk is het onze missie om leerlingen zich te laten ontwikkelen. Hen te laten ontdekken wie ze zijn, en daarmee verder te gaan. Ons onderwijs is niet een doel op zich, maar een middel om de jonge mensen die we les geven te laten worden wie ze zijn. 

Rekensommetjes
Voor mij is dit een enorm belangrijk uitgangspunt. Ik heb op vorige scholen (eerlijkheidshalve met name de reguliere school waar ik lesgaf) te vaak gezien dat er vooral werd gekeken naar regels en profielen. Vervolgens werd er gezocht naar manieren om leerlingen te laten passen bij (of zich te voegen naar) deze regels en profielen. 
Bij een rapportvergadering was er bijvoorbeeld een tabel met hierop rekensommetjes. Bij cijfers zus en vakken zo werden de kolommen en rijen bij langs gegaan en stond de uitkomst vast: doubleren, overgang of bespreken. Er was dus kans dat een leerling besproken werd, maar alleen als dit bleek uit de tabel. Voor de rest geen discussie, gewoon een koele rekensom. Klaar uit. Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik vind dat dus niet prettig. Ik heb liever dat mensen beslissen over mijn kind, of mijn leerling, in plaats van kant-en-klare tabelletjes. Maar misschien ben ik ouderwets in dat soort zaken, dat kan. 
Menselijke maat
Ook uit andere dingen bleek dat er meer naar regels werd gekeken dan naar de leerling zelf. Ik heb meegemaakt dat een leerling ten tijde van de citotoets in groep 8 ziek was. Met hoge koorts toch de toets gemaakt. Door deze griep, en het feit dat een van de ouders net toen in het ziekenhuis lag met een ernstige aandoening, heeft de leerling de cito slecht gemaakt. Vmbo-t advies rolde er uit. De meester van groep 8, die het kind van haver tot gort kende en wist dat het om een waanzinnig intelligent mens ging heeft met de aannamecommissie moeten onderhandelen tot hij blauw zag en bij gratie Gods mocht het desbetreffende kind naar een havo-vwo brugklas. Onder strenge voorwaarden, uiteraard. 
Hier bleek al na weken dat het om een echte vwo'er ging: inzicht, leergierigheid, eigen initiatief, willen leren, serieus, hoge cijfers. Maar je wilt niet weten hoe ik als mentor heb moeten strijden om deze leerling na een jaar over te laten gaan naar een vwo klas. Elke keer kwam het cito-advies omhoog, en werd er gezegd dat met zo'n score vwo gewoon te hoog gegrepen zou zijn. Gekmakend! Maar het is me gelukt. Ha.


Gezien worden

Ik vind het belangrijk dat er op de middelbare school gekeken wordt naar de leerling. Dat de mens achter de citoscore gezien wordt, en dat het belangrijker is wat een leerling kan en wat voor deze specifieke leerling goed is en wat niet. Cijfers zeggen daar iets over, maar niet alles. Lang niet alles in sommige gevallen. Waar het voor de ene leerling goed is om een jaar over te doen kan het voor een andere leerling (met exact dezelfde cijfers) juist enorm nadelig werken om te doubleren. Daar moet oog voor zijn. 

Bij mij hoeven leerlingen niet te passen in een bepaald leerlingprofiel. Ik kijk naar de leerling en laat hem of haar zijn eigen profiel maken. Liefst getekend, met mooie zachte aquarelpotloden. ;-) 


Leerlingen hoeven immers niet te leren om te worden wat iemand anders van hen verwacht. Ze moeten eenvoudigweg worden wie ze zijn. En ik doe mijn best om daar aan mee te werken.

maandag 11 september 2017

Vrijeschool student

Ik vertel hier regelmatig over vrijeschoolonderwijs. Dit is verre van een compleet overzicht, maar dat is ook niet de bedoeling. Ik schrijf vooral over mijn ervaringen en wat ik allemaal vind en tegen kom. Ik werk met veel tevredenheid op een school voor voortgezet vrijeschoolonderwijs en dus gaat het ook daarover.

Aansluiten bij ontwikkeling
Daarnaast is het natuurlijk niet toevallig dat ik op een Vrijeschool werk. Ik voel me hier het meeste thuis en ben ervan overtuigd dat deze onderwijsvorm het beste aansluit bij wat kinderen nodig hebben, omdat wij leerlingen op veel verschillende manieren aanspreken. En omdat we leerlingen als mensen zien die in ontwikkeling zijn. Nou ja, en nog wel om meer redenen, maar laat ik het even simpel houden voor vandaag. (Afgelopen drie keer hield ik hier een betoog waarin ik vertelde hoe dat – met name in het basisonderwijs- niet goed zit. Daarin vertelde ik ook een beetje hoe dat anders is op een vrijeschool. Voor de liefhebber, die nog eens terug wil lezen.)

Vrijeschoolcultuur
Nu ben ik op latere leeftijd het vrijeschoolse ingerold. Ik heb als kind en tiener op reguliere scholen gezeten en op een klein uitstapje na – mijn oudste dochter zat als kleuter een paar weken op een Vrijeschool- stapte ik pas op mijn 35e een antroposofische school binnen. Nu past deze school wonderwel bij mij, mijn mensvisie en de manier waarop ik onderwijs benader (hier schreef ik eerder al over), maar sommige dingen waren wel even wennen.

Hoe is het dan als je als kind al wordt ondergedompeld in Vrijeschoolcultuur? Ooit heb ik meegemaakt hoe twee kennissen van mij erachter kwamen dat ze beiden op een Vrijeschool hadden gezeten als (basisschool-)kind. De een in Arnhem, de ander in de buurt van Mexico Stad, en toch herkenden ze elkaar, door het soort onderwijs dat ze hadden gehad; dezelfde manier van leren, dezelfde verhalen, liedjes, spreuken, spelletjes. De een in het Nederlands, de ander in het Mexicaans, maar toch hetzelfde. Heel bijzonder vond ik dat toen. Bijzonder ook dat ze uiteindelijk beiden op dezelfde vervolgopleiding terecht kwamen, en tegenwoordig ieder op hun eigen manier met hetzelfde werk bezig zijn, maar dit terzijde.

Ik kwam via een collega onderstaand filmpje tegen. Hierin blikken twee studenten terug op hun Vrijeschooltijd. Op humoristische wijze beschrijven ze hoe dat voor hen was, en wat ze als kind (en tiener?) tegenkwamen. Erg herkenbaar voor wie al iets van de Vrijeschool af weet, maar volgens mij ook leuk voor diegene die dat nog niet weet.



maandag 21 augustus 2017

Zomervakantieberichten IX



Een van de dingen die ik fijn vind aan de school waar ik nu werk is dat er zoveel wordt gedaan aan poëzie. 

Toen ik voor het eerst op school was, voor mijn sollicitatiegesprek vielen mij twee zaken op. Ten eerste de sfeer op school. Ten tweede het gedicht dat hing op het raam van het hokje van de conciërge. 

Dat gedicht wilde ik vandaag graag delen. Lees en geniet. 




Kijk eens naar mij, ik doe mee

met de zon en de wind


laat me drijven in haar schoot


tot ik haar dwarrelend


ontglip naar een veilige plaats


zoek een tak die


wiegend wacht op mij speciaal


donderdag 17 augustus 2017

Zomervakantieberichten VIII

Op dit blog blijft het nog even rustig, al ben ik op de achtergrond allang weer een beetje bezig met school. Relaxt, niet teveel en met veel ijsjes in de buurt, maar er gebeurt alweer van alles.

Hier laat ik het voor vandaag bij een kleine herhaling. Eerder dit jaar vertelde ik al eens over een film die gemaakt is over waarom mensen kiezen voor vrijeschoolonderwijs. Die gooi ik vandaag nog eens op het net. Omdat 'ie het waard is om te bekijken, en omdat de film ook uitlegt wat ik fijn vind aan deze vorm van onderwijs.

Bij deze dus.



maandag 24 juli 2017

Zomervakantieberichten I

Vandaag is dan echt de zomervakantie begonnen, voor ons hele gezin. Dit betekent voor dit blog dat ik het me de komende paar weken iets makkelijker ga maken. 

Vakantie vs werken
Ik ga de zomervakantie vullen met zoveel mogelijk leuke dingen, en zoals dat gaat zal ik ook het een en ander aan werk doen: voorbereiden, plannen, kopiëren, nieuwe projecten bedenken, al mijn bijlessen voor het komende jaar startklaar hebben. Ook dat hoort erbij als je in het onderwijs werkt; vrij is zeer zelden echt vrij. Maar ik bewaak mijn grenzen heel sterk, en de balans moet vooral doorslaan naar ontspannen en de zinnen verzetten.

Limiteren
Ik limiteer mijn werk dan ook tot een paar dagen van die hele zalige zeven  oh nee, das war einmal zes vrije vakantieweken. Vijf hooguit, 1 werkweek. Krijg ik alles af wat ik graag af zou willen dan is dat mooi, zo niet, dan niet. Volgend jaar weer een kans. 

Hoofd vrij maken
Om mijn hoofd echt even leeg te krijgen (met een hoofd als het mijne errug lastig…) zal ik tijdelijk wat minder tijd aan dit blog besteden. Ik heb berichten vooruit gepland met mooie plaatjes, filmpjes en uitspraken over onderwijs en vrije tijd, zodat ik me kan richten op andere dingen.

Kamperen
Kamperen op een heel leuke gloedjenieuwe camping in Emmen, bijvoorbeeld. Smoothies en smoothie ijsjes maken is ook een goede kandidaat. Lekker op bezoek bij mijn familie in het mooiste stadje van Nederland (die Friese, met die waterpoort, weet je wel), lezen tot laat in de avond, spelletjes doen met mijn meisjes, uit eten gaan met mijn lief, luieren, knutselen, koken, afspreken met goede vrienden, borrelen, barbecuen, brunchen, picknicken in het bos, naar het strand, wandelen, nadenken (maar niet teveel), dromen (zoveel mogelijk), nou ja… Genieten dus. 

Doen jullie mee?

maandag 3 juli 2017

Kort maar krachtig – de tag

In blogland kom je ze regelmatig tegen: tags. Een riedeltje vragen die door verschillende bloggers worden ingevuld. Een soort vriendenboekje – waar ik overigens ook dol op ben- voor volwassenen, maar dan anders. Een hele tijd terug kwam ik er eentje tegen en bedacht toen dat ik ook wel eens zulke vragen zou willen beantwoorden.

Dus vandaag de zogenaamde 'kort maar krachtig' tag, maar dan op zijn juf Jolanda's. Gaan we.

Stom: Achterstallig nakijkwerk en nodeloos lange, volstrekt nutteloze vergaderingen (tijd waarin ik had kunnen werken aan het nakijken van achterstallig nakijkwerk.) (Gelukkig is dat laatste op mijn huidige school niet gebruikelijk, maar ik heb op scholen gewerkt... Poe!) 
Oh en lesgeven in een ander lokaal dan waar al mijn spullen liggen. De hele dag rennen en vliegen om alles te vinden wat ik nodig hebt, nooit leesboekjes in de buurt als ik die moet hebben, met zweetoksels trap op, trap af om weer iets te pakken en terug te hollen... Bah!

Allerstomst: Achterstallig nakijkwerk en ouders die nadat je jarenlang tijd hebt besteed aan extra begeleiding voor hun kind de vraag mailen of ik een beetje extra aandacht in de les zou kunnen besteden aan zoon of dochter. Wat denken jullie dat ik al die tijd heb gedaan?! 
Oh, en zogenaamd grappige opmerkingen over docenten die het zo makkelijk hebben, want altijd vakantie immers. Heel, heel stom.

Dag met een gouden randje: Als ik goede lessen heb voorbereid, precies weet wat ik ga doen, alles klaar heb liggen, zonder problemen mijn lessen kan geven en dan merk dat leerlingen het fijn vinden om in de klas te zitten. Dat zijn fijne dagen. Of als leerlingen nog even blijven hangen om te blijven kletsen. Word ik altijd vrolijk van.

Leukste liedje: Ik behandel veel en vaak liedjes in mijn lessen. Sommige omdat ze grappig zijn, goed te verstaan of te begrijpen, maar allemaal ook omdat ik ze leuk vind. En ik kies dan meestal liedjes uit met een tekst waar we het nog eens over kunnen hebben. Zoals deze bijvoorbeeld.





Houd van: Engels, geschiedenis, lesgeven. En al die leuke kindjes die voor mijn neus staan natuurlijk!

Nooit gedacht: dat ik op een vrijeschool zou lesgeven. Heel erg fijn!

Genieten: Als alles vloeiend verloopt, ik in een flow zit. De hele dag in het Engelse lokaal lesgeven helpt hier enorm bij.

Bang voor: weinig. Die ene keer dat ik zeven maanden zwanger was, les gaf op een landbouwschool en een jongen van bijna twee meter zo boos op mij was dat hij dreigde mij door het raam te smijten deed ik wel een stapje naar achter. Enige keer dat zoiets ooit gebeurde gelukkig.

Hekel aan: achterstallig nakijkwerk, en dan met name de ingewikkelder soort: zinnetjes, boekverslagen, kijk-en luisterverslagen. Dat soort dingen. Een lekker meerkeuzetoetsje, of woordjes so kan ik er altijd wel bij hebben, daar beleef ik lol aan. Aan een goed verslag ook wel, maar als je er 60 hebt liggen wordt het wel snel minder leuk.

Lekkerste weer: als het maar mild is. Niet te warm (concentratie wordt dan nihil in de klas), niet te koud (hoewel dat qua concentratie beter schijnt te zijn), niet te zonnig (want dan wil iedereen – ik inclusief - eigenlijk naar buiten) niet teveel sneeuw (zie opmerking bij zonnig) en niet teveel regen (wordt iedereen – inclusief ik- een beetje somber van). Gewoon mild en gemiddeld. Met een plots opstekend briesje en fijn zonnetje op het moment dat ik school uitstap.

Leukste leeftijd: Alle leeftijden zijn leuk om les te geven.

Spijt van: Een opmerking die ik maakte over mensen die langzaam hun boeken pakten. Ik had niet opgemerkt dat een heel lief klein meisje – die altijd haar zaakjes in orde had, maar enorm onzeker was- ook niet haar boeken had gepakt. Juist zij voelde zich aangesproken en barstte in huilen uit. Niet goed aangepakt, juf.

Geen tijd voor: pauze. Ik zou heel graag 45 minuten pauze willen tussen de middag, want in de praktijk hou ik meestal net 10 minuten over om te lunchen, naar wc en drinken. Dat laatste doe ik ook veel te weinig als ik werk. Niet goed, maar ja, de nieuwe les begint alweer

Lekkerste eten: Aan het einde van het jaar houd ik graag een afternoon tea met mijn klassen. Ik zorg voor de (ijs)thee, zij nemen hapjes mee. Sommige klassen maken daar echt een feest van.

Fijnste vakantieland: Engeland, Schotland, Ierland en Wales. Yes, please.

Vreselijk goor: Kauwgum onder tafels en leerlingen die rochelend in hun hand hoesten en je dan een hand geven. Altijd een flesje handgel in de buurt houden voor dat soort situaties.

Mezelf een duwtje geven: Om toch die grote stapel voor me te nemen en die rode pen op te zoeken.

Wil nog: lessen voor mijn 7e klassen ontwikkelen waarbij ik het hele jaar geen methode gebruik en via verhalen vertellen, lezen, luisteren en schrijven hen evenveel laat leren.

Mis een beetje: alle leuke collega's die ik op andere scholen achter heb gelaten.

Dansen: Niet teveel, maar voorzichtig een beetje mee bewegen tijdens de repetities van het voorjaarsconcert, tijdens het zelf zingen bij de kerstviering en bij het laten luisteren naar liedjes tijdens de les. Op geen enkele school kan ik af en toe zo dansen als op deze!

donderdag 29 juni 2017

Liefdevol lesgeven

Ze zeggen weleens dat als je aardig wilt worden gevonden, je niet het onderwijs in moet gaan. Nu zit hier best een kern van waarheid in, hoor, maar voor mij klopt het niet helemaal. Kijk, als er kwesties zijn waar ik over ga, dan beslis ik. Ik heb de leiding in de klas, ik bepaal hoe dingen gaan. Ik hou van overleg maar uiteindelijk ben ik de baas. Ik ben niet bang om soms te besluiten tot zaken waar niet iedereen van mijn leerlingen het mee eens is. Soms zelfs geeneen. Maar ik vind een goede sfeer in de klas heel erg belangrijk. Soms misschien wel belangrijker dan orde houden. Hoorde je dit nu goed? Ja.

Goede sfeer
Natuurlijk is orde in de klas een belangrijke voorwaarde om tot leren te komen. Ik creëer dit soort momenten zorgvuldig, in bijna elke les is er wel een moment waarin elke leerling in doodse stilte aan het werk is. Heerlijk, de rust die dan in de klas neerdaalt! Maar dit is niet altijd zo. Sterker nog, vaak is het bij mij in de klas een beetje rommelig, een gezellige bende zou je het kunnen noemen. Ik bepaal wanneer deze momenten zijn en ik bepaal ook wanneer het stopt, maar voor de rest laat ik het zo, omdat ik merk dat als leerlingen zich goed voelen, ze ook eerder iets leren. Ik ben wat dat betreft geen strenge juf.

Aardig
Dit zorgt ervoor dat veel van mijn leerlingen mij aardig vinden. Plezierig vanwege bovenstaande reden, maar geen hoofddoel. Omgekeerd vind ik eigenlijk (bijna) al mijn leerlingen aardig. Iedereen? Ja, hoe raar het ook klinkt. Ik werk niet voor niets in het onderwijs. Ik ben sowieso geïnteresseerd in mensen, wat hun leeftijd ook is, maar jonge mensen tussen de twaalf en achttien hebben iets bijzonders. Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten, talenten, gaven, en aan elke leerling kan ik wel iets moois, iets eigens ontdekken. Lukt het me niet om dat te vinden, is het vooral een motivatie om door te blijven zoeken. Is het nu een en al hosanna en hippie onderwijs bij mij in de klas? Neen. Ik ben zelf immers slechts een mensch, eentje met pms bovendien en heel soms komt het voor dat het niet klikt met een leerling. Meestal zet ik dan door en besteed dan extra aandacht aan diegene. Ik ben gelukkig wel dusdanig professioneel dat de desbetreffende puber er zelf niets van merkt. Negen van de tien keer zorgt de extra aandacht er trouwens voor dat er vanzelf een soort verbinding ontstaat. Die tiende keer blijft de leerling een mysterie voor mij en blijft het niet klikken. Maar waar ik inmiddels honderden leerlingen, wellicht misschien wel tegen de duizend, heb les gegeven is het aantal leerlingen met wie ik echt niets had op 1 hand te tellen. Best een goed gemiddelde vind ik. Uiteindelijk komt het erop neer dat ik probeer om liefdevol les te geven. Grote woorden en ook behoorlijk hippie de pippie, maar het zou wat. Ik hou van (bijna) al mijn leerlingen. En voor die ene schreef ik onlangs een klein versje.

Voor die ene dromende leerling.

Op een dag, zo dacht zij,
terwijl ze dapper doorzette zoals ze dat al zo dikwijls had gedaan,
op een dag dan zal ik zingend stralend naast de sterren staan.

Ze zette dus door
ze ploeterde en probeerde
ze zag haar kansen schoon
ze wikte en ze woog
ze droomde en ze droomde

en op een dag



           deed ze het gewoon.

maandag 15 mei 2017

Volg de natuur

Zoals ik vorige keer schreef probeer ik in mijn lessen het ritme van de natuur te volgen. In de herfst reciteer ik met mijn klassen gedichten die de herfst beschrijven. Zelf leerde ik ooit op de basisschool van een lieve juf een Engels liedje over de herfst die zo heerlijk melancholisch klonk dat ik het me altijd ben blijven herinneren. Eenmaal zelf juf op de middelbare school bedacht ik dat dit een mooi gedichtje zou zijn om op te zeggen met een zevende klas.(Vrijescholen tellen anders. Groep een en twee van de basisschool zijn de kleutergroepen, groep drie tot en met acht is klas een tot en met zes, en waar regulier onderwijs begint met de brugklas, of eerste klas, tellen wij door, vandaar zevende klas. Uiteindelijk behalen onze leerlingen in de twaalfde klas hun Havo of Vwo diploma). Blij verrast was ik toen bleek dat mijn lang gekoesterde liedje een bekend vrijeschoollied is, waarvan een uitgebreidere versie is gemaakt. Autumn comes, the summer is past, through the field the farmer goes, seeds of ripened corn he sows, ik heb het inmiddels zo vaak gedaan met klassen dat ik het kan dromen. En het blijft mooi! Blij word ik ervan om dit te doen.

Romantiek
Zo rond begin februari begin ik met gedichten waarin de natuur weer opbloeit, zodat de leerlingen deze uit hun hoofd kennen op het moment dat de lente echt losbarst. Al eerder; midden, eind januari begin ik met mijn achtste klassen het bekende Shakespeare sonnet 'Shall I compare thee to a summer's day?'. Is het Valentijn, dan zijn er handenvol dertien-veertienjarigen die dit liefdesvers uit hun hoofd kennen. Komt vast weleens van pas, toch? Ze mogen dan ook zelf een sonnet schrijven, waarin ze een geliefde (of een platonische vriend of vriendin, of een huisdier, wat ze zelf maar willen) vergelijken met zaken die zij mooi of interessant vinden. In English of course, maar dat lijkt me duidelijk. Een van die Valentijnsgedichten die mij altijd is bij gebleven is die van de jongen die zijn vriendinnetje vergeleek met een pizza. Want er was in zijn wereld weinig zo leuk als een verse pizza. Romantiek moet ook nog ontwikkeld worden in een achtste klas, geloof ik.

Naar binnen of naar buiten gericht
Terug naar het ritme van de natuur. Ik begin pas met spreekbeurten en projecten waarbij leerlingen uit hun eigen kennis en interesses mogen putten op het moment dat de zon weer meer aanwezig is. We zijn dan verderop in het schooljaar en dus hebben ze meer Engels gehad, maar het past ook bij de beweging van de natuur, die ook steeds meer naar buiten gericht is. Rond herfst, richting kerst is er een tegengestelde beweging. De blaadjes zijn bijna allemaal gevallen, de natuur wordt steeds stiller en roerlozer en tijdens de adventperiode (de vier weken voor kerst) worden mijn lessen ook steeds ingetogener. 

Langzaam verminder ik de nieuwe leerstof en wordt er veel meer herhaald. Ik doe meer met gedichten en kijk-en luisterfragmenten waarbij de leerling gaat nadenken. Zo keren we in de lessen Engels dus steeds meer naar binnen. Het luisteren naar een verhaal; met gordijnen dicht, lichten uit en adventkaarsen aan past hier prima bij. Hoe dat afgelopen advent verliep, lees je volgende keer.

donderdag 11 mei 2017

Anders lesgeven

Ik zeg het weleens vaker, maar ik vind het ook echt: ik werk op de leukste school van Nederland. Vooruit dan: van het Noorden. Op een voortgezette vrijeschool is namelijk aandacht voor de hele leerling, niet alleen het hoofd (cognitieve aspect) wordt aangesproken, maar ook het hart (sociaal-emotionele vaardigheden) en de handen (maken, beweging). En dan niet als ondergeschikte bijvakjes, maar alle aspecten evenveel. Voor een docent betekent het een andere manier van lesgeven: ademend en bewegend. Klinkt vaag? Valt best mee.

Creatief en autonoom
Voor een docent Engels zoals ik houdt het in dat we niet alleen uit een standaard methode werken. Sterker nog, alleen onder licht protest en met veel, heel veel aanvullend materiaal. Dat vraagt improvisatievermogen en creativiteit, maar dat zijn nu net twee van mijn sterke punten, dus voor mij geen punt. Voor iemand die gewend is om een strakke leidraad in de vorm van een methode te hebben is het behoorlijk wennen, maar ik zou niet meer anders willen. Volgens de antroposofische visie moet je als docent jezelf als mens meenemen voor de klas, en je persoonlijkheid laten zien in hoe en wat je lesgeeft. In het verleden, als beginnende en onzekere docent, vond ik dit nog weleens lastig, maar het lukt me steeds beter. De vrijheid om zelf in grote mate mijn onderwijs te kunnen bepalen, binnen bepaalde richtlijnen en in overleg met collega's, maakt dat ik mij op mijn school als een vis in het water voel.

Ademend
Sommige dingen worden op een vrijeschool net even anders benoemd en ervaren, maar als je je erin verdiept blijkt er veel moois in te zitten. In de antroposofie gaat men er vanuit dat onderwijs ademend moet zijn. Adem gaat in en uit, en zo zouden de activiteiten in een les ook moeten zijn; van binnen naar buiten (zoals spreken en schrijven) en van buiten van binnen (zoals luisteren en lezen.) Bij het leren van een taal is het een valkuil om in dat laatste stuk te blijven zitten: leerlingen lezen veel teksten, luisteren naar de docent die in de doeltaal dingen uitlegt en vertelt en er is voor hen minder kans om van binnen naar buiten te bewegen, uit te ademen zogezegd, door zelf iets te doen. Een van de middelen om dit te doen is bijvoorbeeld door hen gedichten te laten reciteren, of liedjes te zingen. Zo bereik je bovendien niet alleen dat hoofd dat maar alles tot zich moet nemen, maar doe je iets met je lijf (leerlingen staan achter hun stoel tijdens het reciteren of zingen) en met z'n allen. Hoofd, hart, handen: check.



Zo ontwikkelen niet alleen de leerlingen zich, maar ook ik als docent. Ik leer elke dag, en ik ontwikkel elk jaar wel weer een nieuw project of ander materiaal. Zo ben ik dit schooljaar begonnen met het vertellen van verhalen. Ik pas mijn lessen steeds beter aan, aan het seizoen bijvoorbeeld. Zo de natuurlijke ritme van de natuur volgen voelt voor mij heel goed, hoort bij de antroposofie en het raakt de leerlingen op een bijna vanzelfsprekende manier. Voorbeelden? Volgende keer!

maandag 27 maart 2017

Verschillende scholen

Het voelt niet of ik al heel lang aan het werk ben als docent, maar zo langzamerhand voelt alles wel vertrouwder. Ik durf steeds meer los te laten en te vertrouwen op mijn eigen kunnen. Ik hoef niet alles heel precies te weten, want ik heb zo door de jaren heen een bepaalde lesgeefflow bereikt waarin ik makkelijk kan schakelen en improviseren als iets anders loopt. Dat is het voordeel van ervaring en ik ben er blij mee, het maakt het lesgeven op een bepaald niveau ontspannen. Tegelijkertijd ben ik niet iemand die op haar lauweren rust: ik leer regelmatig bij en probeer graag – met meer of minder succes – nieuwe dingen uit. Dat houdt het voor mij uitdagend, ik moet er niet aan denken om elk jaar hetzelfde te doen. Nu werk ik gelukkig ook op een school waarbij dat niet alleen mogelijk is, maar zelfs gestimuleerd wordt, en dat is niet overal zo.

Montessori
Ik heb op verschillende scholen gewerkt. Ik begon, nog voor ik mijn docentenopleiding officieel had afgerond, op een middelbare Montessorischool. Dat was lange tijd de leukste school voor mij. Ik werd er gewoon met Jolanda aangesproken en ik had een fantastisch contact met mijn leerlingen. Ik voelde me er waanzinnig op mijn plaats, maar helaas was ik onbevoegd docent en een invaller. Mijn LIO (leraar-in-opleiding)stage kon ik hier nog wel doen, maar daarna was het schluss. Jammer maar helaas.

Daarna heb ik een jaar gewerkt op een zogenaamde scenario-vier-school; het meest onderwijsvernieuwende schooltype dat we in Nederland hebben. Leerlingen werkten 's ochtends aan projecten die ze zelf mochten verzinnen. 's Middags volgden ze de 'rode draad vakken', de reguliere vakken, zoals Nederlands en Engels. Maar ook deze op een niet-reguliere manier. Er waren geen boeken, geen materiaal en de docent die ik verving had niets achter gelaten. Alles moest ik zelf bedenken, ontwerpen en in elkaar zetten. Leuk, maar wat arbeidsintensief!! Ik heb er een jaar gewerkt, maar weet niet of ik veel langer had volgehouden.Het rendement was ook vrij laag, want ik bedacht heel veel, maar de leerlingen mochten zelf bepalen of, wat en wanneer ze daar iets mee deden. Ik vind het nog steeds een heel bijzonder leerconcept, maar voor mijn gevoel werkt het vooral voor een bepaald soort leerlingen, voor de meeste leerlingen nodigt het uit tot ongebreideld andere dingen doen. Leer je ook van, hoor, maar niet direct dat wat je nodig hebt om een middelbareschooldiploma te halen. Toch jammer als je dat wel wilt.

Stokongelukkig
Ik heb daarna twee jaar gewerkt op een heel gewone middelbare school. Dit waren mijn meest ongelukkige jaren. Nou ja, ongelukkig is misschien een groot woord, maar gelukkig was ik er zeker niet. Ineens was ik mevrouw en moest ik als autoriteit voor de klas gaan staan. Alle (nuttige!) workshops docenttalent en rots en water die ik bij mijn opleiding had gevolgd, ten spijt: ik kon het niet. Althans, uiteindelijk kon ik het wel, maar zoals ik het toen omschreef: ik had het wel in mijn vingers na die twee jaar, maar niet in mijn hart. Het past niet bij mij om zo voor de klas te staan. Ik had weinig ruimte om iets te doen naast de methode en de planning was moordend, maar wat ik vooral erg vond, was de afstand tussen de docenten en de leerlingen. Ik merkte dit toen ik op een dag een oud-leerling van de Montessorischool tegen kwam en merkte hoe fijn ik van mens tot mens met haar kon praten. Hoe anders was dit op de reguliere school! Geen fijn gevoel en dus zocht ik verder.

Zo kwam ik terecht op mijn huidige school, eentje voor voortgezet vrijeschoolonderwijs. Wat mij betreft de leukste school van Nederland, niet alleen voor leerlingen, maar ook voor mij als docent. Hier kan ik weer de creatieve, betrokken docent zijn die ik ben en is er weer wezenlijk contact met mijn leerlingen. Niks mevrouw, gewoon Jolanda. Af en toe zelfs Juf.

Ik geloof oprecht dat ieder mens niet uit 1 identiteit, 1 'Ik' bestaat, maar uit meerdere aspecten, meerdere 'ikken'. Ik doe veel dingen, ben veel verschillends, maar van dat alles is die juf Jolanda toch wel een van mijn meest favoriete ikken. Het is een titel die ik koester!