Vandaag
opnieuw een terugblik naar een paar leerlingen die ik in het verleden
les gaf en die me altijd zijn bijgebleven.
Bijvoorbeeld
de jongen die altijd vrolijk was. Echt altijd. Het is (met mijn
persoonlijkheid, he, jullie zitten vast veel nobeler in elkaar dan
ik) makkelijk om kriegel te worden van mensen die al te vrolijk happy
happy joy joy lopen te doen, maar bij deze jongen was dat anders. Hij
speelde het namelijk niet, hij was het echt. In situaties waarbij er
iets ernstigs speelde was hij lief en vol medeleven, maar hij bleef
positief, onder alle omstandigheden.
Zonnestraal
Ik
heb nog nooit iemand meegemaakt die werkelijk niet boos of
geïrriteerd te krijgen was, en die zelf evenmin boosheid of
irritatie wist op te wekken. Voor de les tekende hij vaak een grote
smiley op het bord, stond altijd klaar met een knuffel of een
vriendelijk woord en te allen tijden werd je enthousiast en blij
begroet. Ik heb het weleens met hem gehad over zijn vrolijkheid en
hij vertelde dat hij gewoon meestal vrolijk was en het fijn vond om
dat door te geven. Soms kom ik hem nog weleens tegen en krijg dan
altijd een stralende glimlach cadeau. Een zonnestraal, die kerel.
Veulen
Ik
heb ook eens een leerling in de klas gehad die er een hekel aan had
op te vallen. Lastig, want het was veruit de grootste leerling in de
klas. Lang, met lange en onhandige ledematen, net een wankelend
veulen in de wei. Daarnaast was het een waanzinnig intelligent kind,
mijlenver vooruit op de rest van de klas. Talen, exacte vakken,
beeldende vorming, alles leek haar makkelijk af te gaan. Ze maakte
hier weinig ophef over, en probeerde onopvallend achter in de klas te
blijven, onzeker over zichzelf en haar rol in de klas. Maar ze vond
leren zo leuk dat ze nooit in de verleiding kwam om het minder te
doen dan ze kon, om zo de aandacht over al die supergoede cijfers te
ontvluchten. Trouw aan zichzelf en haar ambities, sterk ondanks haar
onzekerheid en met een rechtschapen hart.
Ik
mocht een tijdje haar mentor zijn en tijdens een van onze
mentorgesprekken vertelde ze eens dat ze het niet leuk vond dat er
gepest werd in de klas. Ik wilde graag weten wie haar dan pestte,
maar dat bleek niet het geval. Zij werd helemaal niet gepest, maar
een ander meisje. Niemand had dat in de gaten behalve de pester en
het gepeste meisje, maar zij zag het en voelde zich er naar over.
Maar ze vond het te eng om er zelf iets van te zeggen. Of ik dat
namens haar zou willen doen? Dat deed ik.
Ik vraag me
regelmatig af hoe het nu met haar gaat, maar maak me er
tegelijkertijd weinig zorgen om. Dat veulen van toen is vast goed op
haar poten terecht gekomen. Pardon: benen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten