Ik
ben geen overmatig ijdel mens. Je snapt: overmatig is hier het
sleutelwoord. Want ik ben wel degelijk ijdel. Het punt is gewoon dat
ik nog net een beetje meer lui ben. Ik draag dus zelden make up,
ondanks dat ik best hou van wat kleur op mijn wimpers, een beetje
concealer op mijn wallen en wat glitters op mijn oogleden. Het is me
gewoon teveel gedoe om op te doen en dan gedurende de dag te
onthouden dat er iets op mijn ogen zit. Ik vind het fijn om af en toe
ongegeneerd in mijn ogen te wrijven zonder me zorgen te maken over
mascara. Dat wrijven schijnt overigens ook een doodzonde te zijn,
want rimpels.
Het
nieuwe hip
Maar
die rimpels komen / zijn er toch al en ik vind het allemaal niet zo
erg. Ik vind mezelf er namelijk best leuk uitzien. Ik ben blij met
mijn kapsel. Het zit goed en is makkelijk. Ik laat het eens in de
zoveel tijd verven (grijs is the new hip), was en föhn het eens in
de paar dagen, gooi er dan een beetje zilverkleurige mousse in et
voila. Als ik opsta haal ik mijn handen door mijn haar en het zit
goed. Meer heb ik geen tijd voor en meer is ook niet nodig. Ik ga
voor de coupe 'heksenhaar', dat is mijn stijl. Klaar.
Rare
kleren
Al
die gemakzucht ten spijt, vind ik het prettig om goed in de kleren te
zitten. Nu heb ik geen heel conventionele kledingsmaak. Ik heb
jarenlang als textielkunstenaar gewerkt en nog steeds vind ik het
leuk om zelf kleren te maken, vermaken en te pimpen, of om
ongebruikelijke combinaties te maken. Zo komt het dat ik op veel
scholen waar ik werkte bekend stond als de lerares met de rare
kleren.
Hierbij
is het niet mijn doel om op te vallen. Maar na jarenlang onsuccesvol
geprobeerd te hebben mij aan te passen en geaccepteerd te worden nam
ik als puber ooit de beslissing om alleen nog maar aan te doen wat ik
mooi vond. Die instelling heb ik altijd gehouden. Ik draag wat ik
wil, zonder mij druk te maken op wat anderen ervan vinden.
Aanpassen
Toch
paste ik mij in de eerste jaren als docent aan. Ik had speciale
kleren voor als ik voor de klas stond. Voor mij waren die gewoontjes,
maar alsnog viel het leerlingen en collega's wel op. Ik had in die
tijd henna-oranje haar, droeg bloemen in mijn haar en felgekleurde
kleren. Een collega zei eens dat ze het mooi vond dat ik mij zo
kleedde, omdat ik daarmee het signaal af gaf dat leerlingen zich ook
mogen kleden zoals zij willen. Ik geloof dat ik het daarmee eens ben.
Tatoeages
Ik
droeg toen ook bedekkende kleding. Ik heb een bonte verzameling
tatoeages (vinnik mooi, past bij mij), waaronder een paar op mijn
onderarmen. Hoe warm het ook was, ik had altijd iets aan met lange
mouwen, want ik dacht niet dat tatoeages bij een beginnende docent
geaccepteerd zouden worden. Ja, wel door leerlingen, maar niet door
de schoolleiding; mijn bazen.
Anders
Op
mijn huidige school is dat anders. Iedereen mag en kan hier zijn wie
ze zijn, en dus voel ik me vrij om soms kleren te dragen waarbij je
mijn tatoeages kunt zien. Niemand die daar om maalt. Soms krijg ik
nog weleens een opmerking over mijn kleren van een leerling. Dat is
bijna altijd aardig, al zal er vast wel eens iemand zijn die achter
mijn rug iets minder flatterends zegt. Ook prima.
Een
keer was er een leerling die mij recht in mijn gezicht uitlachte.
Omdat ik een minihoedje droeg. Dat vond ik toch minder prettig. Maar
ik liet me uiteraard niet kennen. 'Ja jongen, meer hoed kon ik niet
betalen. Lerarensalaris.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten